Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

Joshua Redman: "Herhaling is het laatste wat ik wil"

De gerenommeerde saxofonist Joshua Redman speelde twee keer in Paradox in Tilburg. Alles kan, alles mag. Ja, ook Led Zeppelin. Spontaniteit staat centraal. Redman was meer dan twintig jaar geleden een van de grootste beloften in de jazz en loste de belofte in. Hij geldt als een van de meest vooraanstaande saxofonisten van deze tijd. Redman trad laatste jaren als artist in residence op tijdens het Monterey Jazz Festival en op North Sea Jazz. Onlangs speelde hij met zijn trio twee keer in Paradox in Tilburg.

door René van Peer, april 2015 / foto's: Cees van de Ven

"Mensen kunnen gerust naar beide optredens komen", zegt de Amerikaanse saxofonist voorafgaand aan de optredens in Paradox. "Mezelf herhalen is wel het laatste dat ik wil. Met bassist Reuben Rogers en drummer Gregory Hutchinson heb ik zo'n groot repertoire opgebouwd dat we niet dezelfde nummers twee keer hoeven te spelen. En zelfs als een nummer in die twee concerten zou opduiken, zal de benadering zo anders zijn dat de twee uitvoeringen nauwelijks op elkaar lijken. We spelen helemaal in het moment."

Spontaniteit is de belangrijkste drijfveer achter de muziek van Redman. Inspringen op de inspiratie van het moment, open staan voor wat er om hem heen gebeurt. Daar draait het allemaal om. Hij maakte op spectaculaire wijze zijn entree in de wereld van de jazz. In 1991 was hij de onbetwiste winnaar van de Thelonious Monk International Saxophone Competition. Twee jaar later bracht hij zijn eerste twee cd's uit. Voor de ene, 'Joshua Redman', werd hij meteen genomineerd voor een Grammy. De andere, 'Wish', nam hij op met gitarist Pat Metheny, bassist Charlie Haden en drummer Billy Higgins, stuk voor stuk musici die hun sporen al lang verdiend hadden. Toen had hij al gespeeld met John Coltrane-drummer Elvin Jones en zijn vader, de gerenommeerde saxofonist Dewey Redman.

Het was minder vanzelfsprekend dan het lijkt dat hij in de voetsporen van zijn vader trad. Nadat hij met briljant resultaat zijn diploma in sociale wetenschappen behaald had aan de prestigieuze Harvard universiteit, zou hij aan Yale rechten gaan studeren. Hij raakte echter verzeild in het jazzcircuit van New York, waar hij was gaan wonen, en muziek bleek sterker te trekken dan uitzicht op een toekomst in een lucratieve baan. "Ik had nooit nagedacht over een loopbaan als muzikant. Ik ben muzikaal eerder opgevoed door mijn moeder dan door mijn vader, die ik maar heel zelden zag. Mijn moeder liet me van alles horen: niet alleen jazz, maar ook pop en soul. Dat is bepalend geweest voor de keuzes die ik vanaf het begin maak in mijn repertoire. Op mijn laatste cd 'Trios Live'staan 'Mack The Knife' van Kurt Weill en 'Ocean' van Led Zeppelin. Zo benader ik mijn optredens nog steeds. Alles kan, alles mag. Ik stel geen setlists op. We laten ons leiden door wat er in ons opkomt. Ik laat me niet binden. Plezier komt op de eerste plaats."

Redman beschouwt zichzelf niet als een virtuoos. Hij was ook geen muzikaal wonderkind. Zijn talent bestaat vooral uit het pure plezier in het spelen, vindt hij. Om die reden heeft hij indertijd voor de jazz gekozen. Het plezier mag dan onverminderd zijn, hij is onderhand een gerijpte speler. "Ik heb veel meer zelfdiscipline dan vroeger. Mijn vader drukte me op het hart om flink te oefenen op lange tonen. Ik vond dat echt iets voor de oude generatie. Net als adviezen om de tijd te nemen, niet te veel noten te spelen, stiltes aanbrengen. Hoe vaak dat ook gezegd wordt, je moet het belang daarvan uiteindelijk zelf inzien. En dan komt het vanzelf. Als de opwinding van het spelen maar blijft."

Dat maakt Redman waar op 'Trios Live'. Twee nummers op dat album, 'Trinkle, Tinkle' van Thelonious Monk en het zelfgeschreven 'Soul Dance',stammen uit het begin van zijn loopbaan. In het nummer van Monk hoor je inderdaad hoeveel dieper en geduldiger zijn spel geworden is. In 'Soul Dance' heeft hij de oorspronkelijke tenorsax verruild voor een sopraansax, een instrument dat zich minder gemakkelijk leent voor warmte en doorleefdheid. "Een sopraan is veel moeilijker te bespelen dan een tenor", zegt Redman. "Het heeft niet de emotionele reikwijdte, en je moet ervoor waken dat het nasaal en schril klinkt. Maar het beantwoordt aan mijn doel: buiten de grenzen kijken. Mezelf voor verrassingen stellen. Alleen zo kan ik ook het publiek steeds verrassen."

Dit interview verscheen oorspronkelijk in het Eindhovens Dagblad.

Klik hier voor een recensie van het avondconcert in Paradox op 12 april 2015 door Roland Huguenin en hier voor de foto's van dat concert door Louis Obbens. En klik hier voor foto's van het middagconcert door Monique van der Lint.