Draai om je oren Interview |
home |
||
|
Udo Pannekeet op zoek naar allesoverstijgende uniciteit Zijn stukken kenmerken zich door inhoudelijke scherpte, wars van oppervlakkigheid, met veel ruimte voor persoonlijke beschouwingen en improvisaties. Geen melancholische dramatiek, maar eerder met een intelligente gevoeligheid. Pannekeet bespeelt een linkshandige, zessnarige, semi-akoestische basgitaar, die qua sound ergens het midden houdt tussen een contrabas en een elektrische basgitaar. Hij liet deze geheel naar eigen smaak bouwen door de Nederlandse gitaarbouwer Piet Visser, met het oog op de sensitiviteit die hij in zijn spel wil leggen. En juist daarin ligt zijn kracht: vloeiende loopjes, stevige grooves, maar ook onderzoekend rondom de melodie manoeuvreren. door Donata van de Ven, oktober 2014 "If I were to write something about this music, I have to start thinking about it. I enjoy thinking about music, but I do not enjoy thinking about my own creations. The only words I can say are: it's here…" (Udo Pannekeet) Udo Pannekeet werd op 14 april 1978 geboren in Hoorn, maar groeide op in Enkhuizen, waar hij tot zijn dertigste bleef wonen. Toen hij 10 was wilde hij basgitaar gaan spelen, nadat hij Mark King van Level 42 had gezien op de tv. Van zijn ouders mocht hij alleen op gitaarles, want wat moest hij in hemelsnaam met een bas? Zijn eerste basgitaar kreeg hij een paar jaar later te leen. "Dat was wel een rechtshandige en ik ben linkshandig, dus de snaren moesten omgedraaid en de knoppen zaten aan de bovenkant. Ik ging naar de bibliotheek om basgitaarboeken te zoeken en de man achter de uitleenbalie bleek zelf ook een bassist te zijn, was linkshandig én had nog een basgitaar over. Dat was geweldig. Van hem heb ik toen ook nog een paar lessen gehad. Zo is het eigenlijk begonnen." Met het conservatorium was hij op dat moment helemaal nog niet bezig. Hij vond zichzelf niet goed genoeg en dacht dat hij de bijzonderheid miste om in de muziek ooit een rol van betekenis te kunnen spelen. Toen het idee uiteindelijk toch begon te leven, nam hij lessen en bezocht een Open Dag. Daarna wist hij het zeker. Dit wilde hij ook. "Wat volgde was een hele discussie met mijn ouders, want zij wilden graag dat ik een 'echte' studie ging doen, universiteit of zo. Ik werd toegelaten op de vooropleiding van het conservatorium in Hilversum en heb daarnaast toch nog een jaar Nederlands gestudeerd. Ik heb wel iets met taal en literatuur, dus dat moest ik ook onderzoeken." Maar de kiem was al gelegd en de drijfveer was te sterk. Halverwege dat jaar kon hij aan niets anders meer denken en wilde hij zich volledig richten op het muziekmaken. Dit was ook het moment waarop hij zijn eerste (vijfsnarige) bas liet bouwen door Piet Visser. Het geld hiervoor verdiende hij met bollen rapen en bloemkolen snijden. Tekenend voor de daadkrachtige persoon die hij is werd het meteen heel serieus. Ben je altijd zo serieus? Wanneer begon jouw interesse voor jazz? "Op mijn 19e belandde ik op het conservatorium in Hilversum en het is ongelooflijk hoeveel ik toen geleerd heb over muziek. Ook theorie, want ik wist niks. Ik kon niet eens noten lezen. Dat heb ik daar allemaal geleerd. En dat was zwaar, maar doordat ze iets muzikaals bij mij hoorden, mocht ik toch komen. Zij vonden dat ik een natuurlijke timing had en een overtuigende sound. Maar het was misschien ook de urgentie die ze bij mij voelden, ik wilde het zo graag. Ik kreeg les van Charly Angenois, echt een vakman. Door hem werd ik ook een paar keer weggestuurd hoor, dan moest ik het thuis nog maar eens bestuderen. Dan baalde ik enorm. Hij was streng, maar ook aardig. Ik was bang voor hem, maar keek ook tegen hem op. In de regio was ik wel bekend, dus ik had wel wát zelfvertrouwen. Maar de eerste keer dat ik bij Charly kwam en een blues moest spelen, vond hij dat ik wel heel veel rare noten speelde. Dat kwam erg aan." "Dat was ook goed, want ik had natuurlijk een paar jaar op eigen houtje zitten bassen op mijn kamer en ik moest uit die comfortzone getrokken worden. De grote wereld in, en de lat lag hoog. Ik had wel richting, maar moest alles opnieuw leren. Ik had helemaal geen basis, maar Charly heeft dat erin geramd. Tot aan het derde jaar zat de angst om niet goed genoeg te zijn er nog steeds in. Maar eigenlijk was ik toen onzeker over alles. Later heb ik nog vier jaar gestudeerd bij Theo de Jong, ook een ontzettende Pastorius-fan. Bij hem ging het hoofdzakelijk over wat je kunt zingen in je hoofd, dat moet je spelen. Het instrument als je stem. En ik was toen een heel technische jongen. Ik kon allerlei dingen spelen die ik niet kon zingen. Dus die hadden ook niet zoveel zeggingskracht. Het was nog niks, want het kwam niet van binnenuit. Dat heeft hij er echt ingestampt. Ik wilde het niet toegeven, maar eigenlijk had hij gelijk. Hij zei dat als ik zo bleef spelen, ik nooit bevrediging zou vinden in de muziek. In de tweede fase zijn we ook echt de diepte ingegaan, waarin hij me keihard aanpakte. Uiteindelijk viel het muntje pas twee jaar na het conservatorium. Toen voelde ik het ook." Hoe werkt dat dan? "In het vierde jaar van het conservatorium ben ik begonnen met een eigen groep, Pitch Pine Project, met pianist Rob van Bavel, Martijn van Iterson op gitaar, saxofonist Tom Beek, drummer Chris Strik en Martin Verdonk op percussie. En het waren allemaal mijn stukken die we speelden. Toen durfde ik het nog niet aan om dat onder eigen naam te doen. En ik wilde ook echt bassist zijn in een band. Die muzikanten zijn ook allemaal vreselijk goed en ik moest op mijn tenen lopen om dat niveau bij te houden. Van hen heb ik nog lang, heel veel geleerd." Inmiddels is dat wel anders en word je in één adem met Jaco Pastorius genoemd. Dat moet toch een groot compliment voor je zijn? Is het belangrijk dat muziek ego-loos is? "Muziek is voor mij kunst. Er ligt een concept aan ten grondslag. Dat concept is zo gemaakt dat het bedoeld is om zoveel mogelijk buiten de kaders te treden. En de kaders zo te stellen dat je er alle kanten mee op kunt. Net als in het Wayne Shorter Quartet, waar het framewerkjes met themaatjes zijn. En dat is bijna een soort aanleiding om iets in het moment te laten ontstaan. Zo wil ik ook spelen." "Er komt veel intuïtie bij kijken. Als we eenmaal spelen, is het alléén maar intuïtief. Ik denk van tevoren goed na over de sound, over harmonieën, en hoe de harmonie aan de melodie gekoppeld is. Er is een fase waarin je studeert, waarin je een plan maakt en jezelf een doel stelt. Vervolgens isoleer je een bepaald onderwerp en dat bestudeer je dan om het in je systeem te krijgen. Maar als je gaat spelen moet je het denken uitschakelen. Want je kunt niet denken als je speelt. Dat zit alles in de weg. Je bent niet ontvankelijk, je kunt niet goed horen wat anderen doen en je kunt niet goed anticiperen als je zit te denken wat je moet gaan doen. Dus er is een fase waarin ik nadenk over de muziek die ik wil maken. Maar op het moment dat ik speel wil ik niet denken. Bij een concert probeer ik altijd zo ontspannen mogelijk te zijn." Tijdens zijn opleiding maakte Udo deel uit van het trio Isotope. Zijn eigen kwintet Pitch Pine Project speelde twee keer op het North Sea Jazz Festival en trad in 2008 op met de wereldberoemde trompettist Randy Brecker. Later werd hij lid van het Tim Langedijk Trio, met Hans van Oosterhout op drums. Al meer dan acht jaar speelt hij met hen samen en zij brachten vier cd's uit, waarvan 'November' met medewerking van pianist Jasper van 't Hof. Als sideman speelde en speelt Udo Pannekeet in verschillende formaties. Ook geeft hij les op de conservatoria van Tilburg, Haarlem en Enschede. Wist je toen je afgestudeerd was meteen zeker dat je wilde gaan lesgeven? "Kijk, dat heftige van puberen kwam bij mij allemaal veel later, toen ik 25 was of zo. Toen heb ik een paar jaar alles gedaan wat god verboden heeft. Ik was net afgestudeerd en viel in een gat. Ik werd in die periode gevraagd om les te geven op een middelbare school (Cultureel Kunstzinnige Vorming) en de oorspronkelijke twee maanden werden uiteindelijk een jaar. Maar het was verschrikkelijk. Ik kan totaal niet lesgeven op een middelbare school, een en al ellende. Het was een beetje uitzichtloos allemaal. Ik voelde me ook helemaal geen muzikant meer. Dus ik nam ontslag en alles begon weer te stromen. Toen kwam ook Randy Brecker en North Sea en mijn eerste conservatoriumbaantje. Ik vond weer een balans." Is dat heftige inherent aan het muzikantenbestaan? Passie voor muziek of voor de bas? In 2013 bracht Udo zijn eerste soloproject uit. Het idee voor de cd 'On' ontstond in 2006, toen hij in Spanje samenspeelde met Jeroen van Vliet en Pascal Vermeer. In Erwin Vann vond hij de saxofonist die zijn idee vervolmaakte. Voor dit project liet hij een zessnarige, semi-akoestische basgitaar bouwen door Piet Visser. Een bas die perfect zou matchen met de klank van een vleugel... Je hebt nu een eigen plaat uitgebracht. Ben je een leider of een begeleider? Als bassist vervul je geen conventionele rol. Is dat een bewuste keuze? Wat betekent jazz voor jou? Of: wat is jazz? Udo Pannekeet is een bescheiden man, maar ook een perfectionist die recht op zijn doel afgaat. Zijn gepassioneerde antwoord op deze nogal abstracte vraag getuigt van eenzelfde diepgang die in zijn muziek terug te vinden is. Een waarmee hij mensen weet te raken. Is dat belangrijk voor je, dat je mensen kunt raken? Waarom heb je de titel 'On' gekozen voor je cd? Over geluk en meer... "De wereld waarin we leven is niet te bevatten. De ontwikkelingen gaan zo snel. Iedereen roept maar en heeft een mening. Ook het nieuws is allemaal zo subjectief en vluchtig. Je neemt de informatie tot je, maar je kunt er niets mee. Het is op veel plaatsen in de wereld verschrikkelijk en het ziet er ook niet rooskleurig uit. Ik snap het ook niet meer." "In september was ik op de Filippijnen. Daar zat ik in een hotel, dat midden in een krottenwijk stond. Dat is heftig, maar de kinderen die daar op straat speelden leken blij en gelukkig. Wij hebben gewoon een ingewikkeld leven. We moeten aan zoveel verwachtingen voldoen en die eisen liggen hoog." "Gelukkig ben ik ook als ik speel en volledig in het moment ben, er geen buitenwereld bestaat, geen afleidende factoren en ik volledig geabsorbeerd word door de muziek. Dat is zo'n mooi gevoel..." |
|