Draai om je oren
Jazz en meer - Interview



home  
    
    
 

Marty Ehrlich :
Ieder stuk klinkt anders dan het vorige

Marty Ehrlich is geen wereldster, maar toch buigen de hoofden van jazzcritici en liefhebbers zijn kant op als deze Amerikaanse multi-instrumentalist weer eens in het land is. Het is weer zover: een nieuwe cd, een nieuwe muzikale richting, en een tournee die in Nederland startte in het SJU Jazzpodium in Utrecht.

door Remco Takken, 28 januari 2006

Anno 2006 neemt de multi-instrumentalist 'slechts' een alt- en een sopraansax mee, alsmede een klarinet en twee fluiten. Het zijn niet alleen de vele blaasinstrumenten die Ehrlich bespeelt, die zijn concerten gevarieerd en boeiend maken. Het zijn ook de muzikanten waarmee hij komt. In de afgelopen jaren speelde hij met Marc Ribot, Bobby Previte, Erik Friedlander en vele andere New Yorkse vernieuwers. Nu komt hij met de legendarische achter-de-schermen-pianist James Weidman, de in Nederland bekende begeleider van Misha Mengelberg bassist Brad Jones en de jonge funky drumster Allison Miller.

Wellicht is een andere reden dat Marty Ehrlich in Nederland goed ligt, dat zijn muziek aansluiting vindt bij wat de top van de Nederlandse musici probeert te doen. Tijdens Ehrlichs concerten zijn er altijd wel een aantal prominente improvisatoren aanwezig om zijn muziek te checken. Ehrlich zelf heeft geen duidelijk beeld van de Nederlandse scene, maar noemt uit eigen beweging de man aan wie hij het meest doet denken: rietblazer Michael Moore. "Ik ken de Nederlandse scene eigenlijk nauwelijks. Alleen Michael, die ken ik al uit mijn schooljaren, dus voordat hij naar Nederland kwam. Hij is fantastisch, een heel bijzondere man."

Michael Moore is niet alleen net als Ehrlich een melodieus spelend klarinettist, hij is ook nog eens iemand die net als Ehrlich met een cellist speelde. "Ja, hij had in de jaren negentig een groep met Ernst Reijseger, erg goed. Ik speelde in die tijd met Erik Friedlander en Abdul Wadud. Weet je wat het is met invloeden? Soms ken je de mensen niet eens waarvan anderen zeggen dat je op ze lijkt, en toch is het zo. Hoogstwaarschijnlijk hebben die gasten dezelfde idolen als jijzelf. In jouw geluid klinken de invloeden door van je voorbeelden. Want ook je grote helden hebben hun eigen idolen."

Als componist is Ehrlich een van de meest lyrische en veelzijdige van zijn generatie. Ehrlich houdt van afwisseling, maar zeker ook van herkenbaarheid en helderheid. "Wat me geruststelt, is het feit dat er mensen zijn die mijn composities zeggen te herkennen: er bestaat blijkbaar zoiets als een 'echt Marty-stuk'." Op het podium tijdens zijn concert op het Utrechtse SJU Jazzpodium legt hij uit dat hij een muzikale zoeker is: "Het volgende stuk heet 'Seeker’s Delight', het gaat ons er om iedere song anders te laten klinken dan de vorige. De reden dat we dat doen? Ja, waarom niet?"

Tijdens het interview in Utrecht verontschuldigt hij zich voor een plots opkomend gevoel van jetlag. "Niets aan de hand, hoor, het is een bekend gevoel." Ehrlich knijpt zijn ogen even intens dicht en weer open en zegt: "We hadden ons eerste concert van de Europese tournee in Brugge. Dat was gisteren en dat ging dus prima. Misschien weet je dat de tweede en de derde dag het hardst aankomen. Dat is dus nu. Als ik zometeen nog even kan slapen, dan gaat het wel weer."

De rest van het gesprek is Ehrlich aardig bij de les. Hij grijpt een exemplaar van zijn nieuwe cd van tafel en zegt: "Het is alweer een tijdje geleden dat ik in Europa was, iedereen wil weten wat ik in de tussentijd deed. Toch praat ik het liefst over hetgeen waar ik nu middenin zit. Dat is de cd 'News On The Rail', opgenomen met een grote jonge band. Voor dit project kon ik me helemaal uitleven als componist en arrangeur. Er zit een tuba in, een basklarinet, maar ook flugelhorn en trompet. James Weidman is de pianist, die heb ik ook op deze tournee meegenomen. De piano is een relatief recent verschijnsel in mijn muziek. Ik schreef al jaren muziek voor andere blazers naast me. Nu combineer ik die twee dingen - blazers en piano - en kom ik uit op een band van zes man. Het is een spannende nieuwe richting voor me."

Tijdens het concert in het Utrechtse SJU Jazzpodium blijken zijn fluiten ingepakt in een oude wollen streepjestrui, en wordt Ehrlich zowaar zelfs even nostalgisch. Het is een getailleerd model, dat zo lijkt weggegrist uit een HEMA-breiboek uit de jaren zeventig. Ehrlich: "Ja mensen, deze trui paste mij ooit, lang, lang geleden. Ik had hem aan tijdens mijn eerste Europese tournee met Anthony Braxton in '77 of '78. Ik was hier met Charles Bobo Shaw en Joe Bowie. Weet iemand waar hij uithangt? Hij schijnt in Nederland te wonen."

Ehrlichs veelal akoestische muziek ontwikkelde zich de laatste vijf jaar opvallend, en klinkt wezenlijk anders dan op eerdere opnames te horen is. Ehrlich legt uit: "In het verleden speelde ik haast principieel zonder piano. Ik schreef domweg geen muziek die geschikt was voor een instrument dat harmonisch en ook nog eens percussief is. Ik had het liefst andere blazers naast me, of ik speelde in een trio met alleen bas en drums. De cd 'Song' uit 2001 was een vroege poging om meer harmonisch getinte muziek te schrijven. Uri Caine is daar de pianist. Die lijn zet zich nu door."

Op zijn cd's lijkt Ehrlich de voorkeur te geven aan minder traditionele klankkleuren, zoals cello, hoorn en trombone. Op 'News On The Rail' speelt Howard Johnson maar liefst drie diepe dreuninstrumenten: baritonsax, tuba en basklarinet. Waarom zijn het zo vaak van die diepe, lage klanken? Ehrlich: "Dat is eigenlijk heel simpel: ik speel zelf erg veel op nogal dun klinkende instrumenten: klarinet, sopraansax, altsax en fluit. Heel af en toe doe ik wat tenorsax of basklarinet, maar in feite heb ik gewoon wat bottom nodig om zelf goed te klinken."

Helaas zijn de twee extra blazers thuisgebleven voor de huidige tournee. Op het SJU Jazzpodium zien we een 'traditioneel' jazzkwartet van piano, contrabas en drums. Is Ehrlich zich bewust van het feit dat hij binnen de experimentele scene waarin hij zit vaak wordt gezien als traditionalist? "Ach, de ene criticus ziet mij als een avant-gardist, een ander vindt me te mainstream. Zolang deze meningsverschillen bestaan, kan ik met een gerust hart doorgaan met componeren, want ze zijn er onderling nog lang niet uit! Wat ik in dit licht ook interessant vind: mensen als Anthony Braxton, Julius Hemphill en Muhal Richard Abrams, mensen met wie ik veel heb gespeeld en gepraat, hadden het constant over 'de traditie'. Werkelijk non-stop. Hoe zij probeerden een lijn door te trekken, iets toe te voegen, of een vergeten element uit de traditie weer wilden terugbrengen in hun muziek. Voor de buitenwereld waren ze de grootste avant-gardisten in hun tijd, maar voor hun eigen gevoel maakten ze deel uit van de traditie."

Dit artikel verscheen eerder op Kindamuzik.
Op dit artikel berust copyright! © 2006 Remco Takken