Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

Kaja Draksler: balans tussen componeren en improviseren

Kaja Draksler (Kranj, Sloveniê, 1987) behoort de laatste paar jaar tot de meest opvallende musici van het jongere Nederlandse improcircuit, dat zich voor een groot deel bevindt in Amsterdam-Noord. Op vrijdag 20 mei presenteert ze haar Octet in het Bimhuis. Dit komt na een periode waarin ze zich vooral concentreerde op improviseren, solo, in duo's en trio's.

tekst: Ken Vos, mei 2016
foto's: Cedric Craps, Francesca Patella & Cees van de Ven

"We doen huisconcerten in het huis waar we met meerdere muzikanten wonen. Een van de eerste huisconcerten die we deden, was twee jaar geleden met een kwartet met geïmproviseerde muziek met Ab Baars, Ada Rave (beiden rieten) en Onno Govaert (op drums). Ik vond het heel prettig met hen te werken, er was een bepaalde chemie en ik wilde met deze groep verder werken. Met Onno heb ik al een tijd een duo. Met Ab heb ik een trio, met bassist Joe Williamson, Fish-Scale Sunrise. Er is ook een trio met bassist Wilbert de Joode en Ada dat nog geen naam heeft. Ik wilde daar nog twee stemmen bij hebben. Dat zijn Laura Polence en Björk Nielsdóttir. Ik houd van hun stemmen, omdat ze daarmee verhalen kunnen vertellen. Dus had ik een kwartet met stemmen. Daaraan voegde ik Lennart Heyndels op contrabas en George Dumitriu op viool en altviool toe. Met Dumitriu heb ik al acht jaar gewerkt, hij is de gitarist in I/O, een interdisciplinaire groep. De bandleden hebben heel specifieke karakters. Er was dus een soort evenwicht nodig. In elke groep moet je evenwicht vinden. Je moeten mensen hebben die het initiatief nemen, maar ook mensen die ondersteunen."

"Er waren meerdere redenen voor het octet. Ik had vroeger het Acropolis Quintet, waarmee ik veel gecomponeerde muziek speelde. Daar zat trouwens George ook in. Sinds dat kwintet is opgehouden, heb ik de laatste twee jaar vooral geïmproviseerde muziek gedaan. Ik heb ook klassieke compositie gestudeerd. Ik schreef wel wat voor mijn solo-optredens. Na een tijdje vond ik dat ik meer wilde componeren voor een groter ensemble en ook voor stem. Ook dat die band echt van mij was, in plaats van dat een bestaande groep me uitnodigt om te componeren. Dat kwam bij elkaar met die vier mensen, toen we improviseerden."

"Ik koos voor het octet in de eerste plaats voor de mensen, niet zozeer de klankkleuren. Ik wilde meer dan één stem om verschillende benaderingen te hebben. Zo vullen Ada en Ab elkaar vooral aan, hoewel ze in sommige opzichten op elkaar lijken. Ab speelt in deze groep veel klarinet. Trouwens, Ada zal ook naast tenorsax klarinet spelen. De zangeressen zijn heel verschillend, maar er moeten qua klank uitwisselingen mogelijk zijn. Ook heeft de band iets kamermuziekachtigs met twee klarinetten en twee percussie-instrumenten, piano en drums. In de band moet Onno vaak ook kleuren verzorgen. Pauken en buisklokken zouden ook een mooie aanvulling zijn. Daarnaast heb je twee strijkers, want bij de bas past een viool of altviool. Daarnaast is een pianotrio met bas en drums mogelijk. Stemmen gecombineerd met strijkers zijn ook mooi."

"We hebben nu elf stukken en elk stuk bestrijkt een ander aspect. Met elk stuk wil ik een andere mogelijkheid bestuderen en zien in welke richting de muziek zich kan ontwikkelen. Bijna alle stukken zijn voor de hele groep geschreven. Er zijn teksten van verschillende dichters. Vijf of zes daarvan zijn geschreven door een vriendin van mij, Andriana Minou, een Griekse die in Londen woont en in het Engels schrijft. Twee zijn van Pablo Neruda, één in het Spaans, één in het Engels. Eén tekst is een Sloveense vertaling van een Ethiopische volksgedicht. Niet alle stukken hebben tekst. Eén stuk heeft alleen gesproken woord en in een ander stuk zorgen de stemmen alleen voor klanken."

"Ik heb geprobeerd een evenwicht tussen gecomponeerd materiaal en improvisatie te vinden. Er is bijvoorbeeld een stuk waarin we met een akkoordenschema werken. Er zijn ook stukken met signalen, cues waarop je moet reageren. Dat kan met improvisaties zijn. In één stuk wordt er door één muzikant vrij geïmproviseerd, waaroverheen de band gecomponeerd materiaal speelt. Er is ook een stuk voor twee stemmen, dat bijna geheel is uitgeschreven. De stukken zijn heel verschillend van elkaar. Ook is er een stuk waarvan de delen door elkaar heen gegooid kunnen worden. Ik wil onderzoeken wat er voor mogelijkheden zijn. Er zijn ook wat beperkingen. Sommigen kunnen goed van blad lezen, anderen weer niet. Sommigen kunnen goed improviseren, anderen voelen zich meer op hun gemak met gecomponeerde muziek."

"Na het Bimhuis doen we niet direct verdere concerten met het octet. In de Dommelhof hebben we in oktober een residency. We doen daarna een concert in Mechelen. In januari gaan we voor Clean Feed opnemen. In die tijd treden we ook in Ljubljana op. Het is lastig plannen met zo'n groep."

Ben je erg bekend in Slovenië?

"Ik denk het wel, want het is een klein land. In ieder geval in bepaalde kringen, omdat ik verschillende soorten muziek heb gespeeld. Het helpt ook dat ik in het buitenland woon en soms terugkom."