Draai om je oren
Interview



home  
    
    
 

Boi Akih: half jazz-half impro

Boi Akih bracht vóór de zomer een nieuw album uit op hun eigen BROMO-label. De formatie heeft als kern zangeres Monica Akihary en gitarist Niels Brouwer en kan afhankelijk van een concert, project of tournee met andere musici uitgebreid worden. Op de nieuwe cd, 'Circles In A Square Society', zijn dat Wolter Wierbos (trombone) en Kim Weemhoff (drums). Naar aanleiding van cd en tournee had ik een gesprek met Akihary en Brouwer.

door Ken Vos, september 2012
foto's: Angèle Etoundi Essamba, Boris Breuer

Boi Akih wordt nogal eens misplaatst in het hokje 'wereldmuziek', terwijl Akihary (MK) en Brouwer (NB) zich toch vooral thuisvoelen in de jazz en de geïmproviseerde muziek.

Waarom zijn jullie aan dit project begonnen?
NB: Toen we ermee bezig waren, zaten we ons op te winden over de vorige verkiezingen. Toen we jong waren, hadden we ook allerlei helden die het niet eens waren met allerlei dingen.

Jullie zijn begonnen in 1996?
NB: We zijn begonnen in 1995 met Johnny Tevreden en Michael Miranda. De eerste plaat werd uitgebracht op Invitation, een label van EMI. Hans Beers deed dat. Dat was in 1997. We hebben toen een demo opgenomen en daar zijn we mee gaan leuren. Challenge was geïnteresseerd, maar die wilden de ritmesectie veranderen. Hein van de Geyn was toen artistiek leider bij Challenge en die wilde zelf meedoen. We waren toen een kwartet. Als je samen iets bent begonnen, ga je de leden niet bedanken als je een mooie kans krijgt. Dat hebben we dus niet gedaan. Daarom zijn we bij Invitation terechtgekomen.

MA: Niels was al een tijd bezig. Ik heb op mijn dertigste besloten om toch maar de muziek in te gaan.

NB: Ze zong altijd al, maar niet om er geld mee te verdienen.

MA: Oorspronkelijk was ik beeldhouwer. We hebben elkaar op de middelbare school leren kennen.

Ik zag ook dat je een plaat onder eigen naam ('Above The Clouds, Among The Roots', uitgebracht in 2000) hebt gemaakt.
MA: Dat was voor A-Records van Challenge met Eric Calmes en Kim Weemhoff. Challenge wilde toen investeren in één naam. Vandaar dat die onder mijn naam uitkwam in plaats van Boi Akih. Het is een beetje verwarrend.

NB: We hebben er achteraf ook ontzettend spijt van gehad.

Ik zag ook dat je ook zingt op een plaat van Chris Hinze (Chis Hinze Combination - 'Akar Akar', 2002).
MA: Dat was ook rond 2000, naar aanleiding van die cd. Chris Hinze zei: "Ik vind het leuk om met jou een seizoen te werken. Aan het eind van het seizoen vroeg hij mij of ik verder wilde, maar ik zei hem: "Ik vind het echt super om met je te werken, maar ik wil liever verder met Akih." Toen hebben we het album gemaakt met Sandip (Bhatachara) en Ernst (Reijseger) ('Uwa I', uitgebracht in 2003). Intussen zijn we na 'Lagu Lagu' en 'Yalelol' drie albums verder.

NB: Boi Akih zijn wij met z'n tweeën en daar halen we telkens andere muzikanten bij.

MA: Omdat we heel veel concerten deden met Sandip, werd het een tijd lang het Boi Akih Trio. Dat gaat dan een heel eigen leven leiden.

Wat betekent Boi Akih?
MA: Prinses Akih.

NB: Akih is Monica en de prinses hebben we uit een verhaal gehaald, een mythe over hoe de eilanden rond Ceram zijn ontstaan. Die prinses was zeer boos en heeft de eilanden er vanaf gesneden.

MA: Zo zijn de Molukken ontstaan. De eerste plaat was gebaseerd op die legende.

NB: We zijn er niet echt mee bezig geweest hoe dat in de pers komt en zo. Ik heb vorig jaar een boek gelezen over hoe het menselijk brein in relatie tot marketing van producten en daaruit blijkt dat we alles wat we fout konden doen, fout hebben gedaan.

Hoe zit het met de rol van het Haruku (de taal van onder meer het gelijknamige eiland)?
MA: Ik zing nog steeds in het Haruku. Mijn vader kwam van Haruku, mijn moeder van Ambon. Die culturen zijn wel verwant.

NB: Het Haruku is wel heel erg verschillend van het Indonesisch. De noordkant van Haruku is islamitisch.

Er zijn daar toch ongeregeldheden geweest?
MA: Het waren meer dan ongeregeldheden in 1999.

NB: Dat had meer te maken met de huidige politieke situatie dan met de vroegere verhoudingen. De regering had een heleboel mensen van Java naar de Molukken gestuurd, arme mensen die geen grond en geen geld hadden en jaloers waren.

Op het laatste album zijn er twee groepen stukken, nieuwe stukken die alle 'Circle' heten en daarnaast popstandards.
NB: Het idee daarachter was dat we niet een soort liedjesprogramma maken. De nieuwe stukken zijn een soort commentaren op de standards.

De plaat klinkt heel ontspannen en ongehaast.
NB: Dat er geen haastige noot bij zit, klopt niet helemaal, er worden af en toe wel veel noten gespeeld.

NB: 'Circle' is echt ontzettend commentaar en dat gaat heel ruig en los. Dat hebben we bewust gedaan. Met 'Circle 2' willen we de muziek uit het Amerikanisme trekken. 'Circle 4' is eigenlijk een gevecht tussen schoonheid en anti-schoonheid. Monica zingt een mooie melodie en ik probeer dat met Wolter om zeep te helpen.

Jullie hebben het over oude helden, van de standards. Dat zijn allemaal mensen rond 1970, 1968-72.
MA: 'Redemption Song' van Bob Markey is van iets later.

Zijn er ook andere stukken die niet op de plaat zijn gekomen?
NB: We hebben nog meer stukken van Jimi Hendrix. Weinig mensen zullen denken aan Hendrix als ze die horen. Aan die hele bekende stukken kan ik niets toevoegen. Ik wilde niet coveren en ik vind zelf dat 'A Merman I Should Turn To Be' wat dat betreft goed gelukt is.

MA: Ook tekstueel gezien zijn er veel variaties op 'Merman'. Het kan bij Hendrix 'Mermaid' zijn, dat wisselt ook.

Verder zijn er stukken van David Crosby, Neil Young en Joni Mitchell.
NB: Mitchell is populair bij veel musici. Zij zet al die standaardvormen van 1, 4 en 5 [akkoordenprogressies] zo rommelig in elkaar dat het interessant wordt.

Hoe kwamen jullie aan de andere stukken?
NB: We zaten toevallig naar 'Déjà Vu' (1970) van Crosby, Stills & Nash te luisteren.

MA: Ik had er als kleine kleuter naar geluisterd; mijn oudere zus luisterde ernaar.

NB: Ik had er nog niets mee. Toen ik ernaar luisterde, dacht ik: dat is goede muziek, om er iets mee te doen.

MA: Zo zijn die dingen bij elkaar gekomen.

NB: Eigenlijk is het stuk dat ik heel goed vind toch niet op de plaat gekomen. Dat vind ik wel jammer. We konden het niet naar onze hand zetten, dat was het rare.

De tournee is met dezelfde bezetting?
MA: Op twee concerten na. Tijdens één concert is Wolter Wierbos met The Ex in Brazilië, dan speelt Paul van Kemenade met ons: in Paradox, Tilburg. Die woont er toch.

MA: Precies, die woont er toch. Het was een goede reden om hem eindelijk te vragen. En in een ander concert in november in de Buiksloterkerk komt Franz von Chossy erbij, die speelt dan kerkorgel.

Hoe komen jullie aan de bezetting?
MA: Sowieso speelden we al veel met Wolter.

NB: Met Kim Weemhoff speel ik al heel lang. We repeteren elke dinsdag als we vrij zijn, of we gaan jammen.

In welke bands zit hij nog meer?
NB: Op het ogenblik met Lils Mackintosh. Hij heeft ook een aantal vrije groepjes, waar ik de namen niet van weet. Hij zit niet echt in jazzbandjes of zo.

NB: Wolter begrijpt voor zoiets precies waar hij moet zitten. Je hoeft hem niets uit te leggen. We hebben het al heel snel gespeeld. Heel veel blazers willen solo's krijgen en na die solo's ook applaus krijgen. Die vinden het niet zo leuk om om Monica heen te spelen, omdat er voor Monica geklapt wordt. Dat merk je vaak, dat mensen het moeilijk vinden om zich ondergeschikt te maken aan het geheel.

MA: Ik voel me er absoluut goed bij. Hij triggert je ook.

NB: We zochten naar iemand die niet op zoek is naar soloruimte, maar zich wil mengen binnen het geheel.

Ik heb hem heel vaak gezien, en het maakt eigenlijk niet uit of hij solo speelt of op de achtergrond.
MA: Precies, dat is zijn kracht.

NB: En hij kan ook veel hebben. Als ik mijn elektrische gitaar opendraai en ik blaas hem even helemaal weg, dat vindt ie ook niet erg.

MA: Hij zoekt in het geheel zijn eigen ruimte.

NB: Daarbij komt dat we elkaar goed kennen en goed bevriend zijn, wat altijd helpt.

Jullie hebben ook met Sean Bergin gespeeld.
NB: Dat was eenzelfde soort muzikant, die niet per se altijd een solo hoeft te hebben, maar wel altijd aan het spelen is.

MA: De cd die we met hem hebben opgenomen is 'Lagu Lagu' in 2005. Daar speelt Sean op zoals Sean was.

Je moet geen macho's hebben in de band?
NB: Hmm... nee. Losstaande solo's die een eigen begin hebben en een eigen eind, ik vind dat vaak niet erg interessant. Tenzij je John Coltrane bent of zo... Zelfs die deed dat niet.

Op de achtergrond in het etablissement klinkt een cd van Cassandra Wilson.

Jij hebt ook een lage stem.
MA: Ja, ik heb wel een lage stem, ik ben niet echt een sopraan. Toevallig heb ik gisteren allerlei hoge dingen gezongen.

NB: Monica komt wel tot de hoge C.

Op 'Circles In A Square Society' zing je ook steeds vrij laag.
MA: Ja, soms klinkt dat gewoon mooi.

NB: We zijn hoger begonnen...

MA: Uiteindelijk zijn we een stuk lager uitgekomen.

Waarom zijn jullie naar die tijd [begin jaren zeventig] teruggegaan?
NB: Vanwege de protestliedjes. Toen was er ook zo veel aan de hand.

MA: Neil Young en David Crosby zijn daar nog steeds heel erg mee bezig.

NB: Ze stonden nog op het podium in Washington bij die Occupy-beweging.

MA: Ze hebben nog steeds aandacht voor mensen die totaal geen stem hebben.

Er zijn toch wel nog steeds jonge muzikanten die dat doen..?
NB: Die breken niet door, ze zijn geen deel van de mainstream.

De songteksten zijn voor mij niet altijd helemaal te volgen. Kon je die niet bijvoegen?
MA: Tegenwoordig kan je die op internet opzoeken.

NB: We waren het wel van plan, omdat we zo'n minimaal hoesje hadden. We hadden afgesproken om het op de website te zetten.

MA: Dat is erbij ingeschoten. We doen het vlak voor de tour, dat maakt het spannend.

Dan dringen de teksten beter door.
MA: Bij sommige mensen wel, bij anderen niet.

NB: Ik ben zelf ook geen tekstenman.

MA: Het is maar waar je op gefocust bent. De een is meer gefocust op melodie, op klank...

Jullie hebben dus die standards, hoe beslis je wat je gaat veranderen? Volgens welke principes pakken jullie die dingen aan?
NB: Je hebt beslist om zo'n project te doen. Dan komen titels, liedjes langs. Op een gegeven moment, zoals elke ochtend, zit ik dan een liedje te spelen en dan zeg ik: je kan dit liedje ook zo spelen. Dat komt gewoon aanwaaien. We gaan er niet speciaal voor zitten. Daarom komen sommige liedjes die we afgesproken hadden, er niet op. Dan komt er geen idee.

NB: Ik laat het gewoon in mijn onderbewuste rondhangen, zo'n liedje. Zo is het gegaan met 'Merman' van Jimi Hendrix. Er kwam maar niks. Op een gegeven moment zat ik het los te spelen, zonder echt time te spelen en ik dacht: Monica moet gewoon liedje gewoon zingen, ik moet haar niet begeleiden, maar er gewoon een beetje omheen pielen, zonder haar in de maat te dwingen. En dan in één keer, dan werkt het.

MA: Bij de meeste stukken probeer ik ze op mijn eigen manier te zingen, het ene wat vrijer dan het andere.

NB: Bij Joni heb ik alle akkoorden veranderd, en daar moet Monica met die nieuwe harmonieën wel een beetje rekening mee houden.

MA: Dat was ook omdat ik eerst niet de goede toonsoort te pakken kreeg. Dan krijg je een toonsoort die past en krijg je ook een bepaalde sfeer die erbij past en dan ga je zoeken vanuit die sfeer.

NB: Voor het maken van de liedjes heb ik mijn gitaar lager gestemd dan normaal, in een soort cellostemming. Normaal is de laagste toon van een gitaar een E, nu is het een C. Dat kwam doordat ik eens zat te zoeken en toen kwam ik een tekst over renaissancemuziek tegen, waarin ik las dat de beleidingsinstrumenten wat lager waren gestemd dan de solo-instrumenten, omdat ze dan makkelijker onder de stem gingen. Toen hebben we dat uitgeprobeerd en het liep als een trein.

Jullie hebben wel wat elektronica gebruikt?
MA: Juist wel.

NB: Ik heb een paar computerprogrammaatjes geschreven en ik gebruik een wereldontvanger, een bromkabel en ruis gebruiken we ook, de ruis van een mengpaneel.

MA: Heel veel.

Je speelt voornamelijk akoestische gitaar?
NB: In de meeste liedjes speel ik akoestische gitaar en op de meeste improvisaties speel ik elektrisch. Ik speel veel met pedalen.

In een recensie van jullie cd las ik 'niet-westers'.
NB: Bij ons heeft dat zelfs tot irritatie geleid. Er zijn altijd wel elementen, zoals de Molukse, die bij je persoonlijkheid horen, maar het heeft weinig te maken met hoe de muziek daarop in zijn geheel klinkt. Ik begrijp het wel, want het is hoe een krant werkt. Als je vijf sterren krijgt in de Volkskrant als 'wereldmuziek', zullen veel mensen het misschien toch niet gaan uitzoeken vanwege dat label. De krant heeft gewoon bepaalde journalisten voor bepaalde genres.

Hoe brengen jullie zelf jullie muziek aan de man, bijvoorbeeld bij een podium of in een persbericht?
NB: Het is eigenlijk half jazz-half impro. We gaan het zelf nooit als wereldmuziek verkopen. We leggen soms zelfs uit hoe de stukken in elkaar steken. Genres zijn ontstaan, omdat er ergens op de wereld een genie zat die die muziek maakte, en daardoor lijkt het alsof die muziek uit dat land komt. Ik hoor niet bij de groep mensen die denken dat de omgeving bepaalt wat voor muziek je maakt.

Is het ook Nederlandse muziek? Ik bedoel: is het bijvoorbeeld meer Nederlands dan Belgisch?
NB: Ik denk het wel ja. We hebben net drie dagen met een Belg (de fotograaf-installatiekunstenaar Kristof Persyn in het project 'Random Structures') samengewerkt en sommige dingen bekijkt hij echt anders dan wij.