Draai om je oren Jazz en meer - Interview |
home |
||
|
Gerard Ammerlaan : "Ik ben geen blazer, ik ben een roker." Hij is een componist die ervan houdt amateurs te koppelen aan beroepsmusici, om het even of die in jazz, klassieke muziek of niet-westerse muziek werkzaam zijn. Gerard Ammerlaan is een bruggenbouwer. door Eddy Determeyer, maart 2007 "Op straat," herhaalt hij niet-begrijpend. De verslaggever herinnert componist Gerard Ammerlaan (54) eraan dat hij zijn muzikale loopbaan ooit daar begon, in Pijnacker. "Ja ja, (het begint te dagen) je bedoelt de fanfare. Volgens mij heette die Sint Jan en die zat in het parochiehuis; dat was hartstikke rooms. Ik ben daar begonnen op een hoorn. Toen dat niet lukte, zeiden ze mij: nou, doe bugel. Ben ik bugel gaan doen. Nou, daar werd ik helemáál raar van. En toen ben ik gaan trommelen. Dat was toch wel leuker. Niet zo lang. Die trommels zijn wel in mijn muziek teruggekomen; de ritmiek blijft. Ik heb heel veel later ook nog wel eens geprobeerd om naast de bas de tuba te doen. En ook daar... nee, ik ben geen blazer, dat is wel duidelijk. Ik ben een roker." (Lacht) Onmogelijke stukken "In het begin is het even wennen voor ze," beaamt de componist. "Van: wat doen we hier? Maar ze hebben jaarlijks wedstrijden, concoursen, en daar worden soms ook onmogelijke stukken, nou, niet onmogelijk, maar pittige dingen gespeeld. En dat is ook altijd eerst even steigeren: moeten we dit allemaal doen? En vooral een Engelse aangelegenheid. Het zijn vaak Engelsen die voor de brassbands voor de concoursen de verplichte stukken maken." Hokjesgeest "Ze werken wekelijks en volgens mij moeten ze zich buiten de gezamenlijke repetities ook individueel nog goed voorbereiden. Het is een serieuze zaak; je kunt ze toch behoorlijk wat voorzetten. En zoals ik net zei, soms is er vooraf iets van: goh, moeten we dat doen en wat is dit? Eenmaal erdoorheen is het dik in orde. De Provinciale Brassband heeft jaarlijks een uitvoering, hier in Hoogezand. Dat programma wordt ook steeds beter. In het begin mixte men er van die amusementsmuziek door. Dat verdwijnt langzamerhand. Het wordt steeds serieuzer; dat is zeker een goede ontwikkeling. Dat is vergelijkbaar met destijds de bigbands, die allemaal hetzelfde repertoire speelden." Hoewel Gerard Ammerlaan inmiddels een jaar of vijftien voor amateurs en professionals schrijft, voor klassieke muzikanten en jazzmuzikanten, ziet hij de hokjesgeest niet verdwijnen. Integendeel. "Al die kleine muziekwerelden blijven op zich staan, valt me steeds meer op. Het is erg lastig om daar een fusie in te krijgen," luidt zijn evaluatie. Juist omdat hij zich in al die wereldjes beweegt, ziet hij de neiging om te blijven zitten waar je zit, van dichtbij. "Ik weet nog wel, bij mijn Werkman-opera zaten de orkestleden met hun oren dicht, omdat die trommels ernaast stonden. Eer je dat om hebt... pff." "Ik heb altijd wel gezegd, die klassieke musici hebben een fantastische bagage. Als daar op de een of andere manier een knop om te krijgen is, dan heb je geweldige musici. En het is mij ook altijd opgevallen dat gitaristen die elektrisch zijn gaan spelen, maar een klassieke opleiding hebben gehad en die klassieke kant hebben losgelaten, gewéldig improviseren. Heel anders dan bij de tegenwoordige Lichte Muziek-opleiding." "Het componeren op zich ontstaat ook hoofdzakelijk vanuit improvisatie. En ik neem aan dat Bach – van Mozart is het bekend – maar dat Bach net zo goed heel veel heeft geïmproviseerd." Hazes, N'Dour, Stotijn Met zijn achtergrond in brassbands, popgroepen en funkjazz-ensembles lag het voor Gerard Ammerlaan voor de hand bruggen te slaan tussen deze genres en de 'serieuze' toonkunst. Zo vervaardigde hij in 1994 het stuk 'Hals Over Kop' voor het Brouwers Accordeon Orkest en zong mezzosopraan Lucia Meeuwsen een jaar later met Ammerlaans Octet in diens compositie 'Third Stream, First Love'. Dat laatste stuk was een soort liefdesbetuiging aan de zogeheten Third Stream-muziek van rond 1960, een poging om jazzsolisten in het symfonische idioom te integreren. Voornamelijk wanneer Ammerlaans projecten zich in de openlucht afspelen, doorgaans in het kader van een zomerfestival, trekken ze een groot publiek. "Toch," benadrukt hij, "kan ik daar mijn eigen dingen wel in kwijt. En dat is wel weer aardig. Het is niet aangepast." Achter Jan Smit aan Het positieve aan deze ontwikkeling is, dat jongeren tegenwoordig niet gauw iets te extreem vinden. Als er maar een toffe beat onder zit. In de dominante urban-cultuur hebben Arabische melismatische gezangen zich broederlijk naast vioolorkesten uit Bollywood genesteld. Muziek zou wel eens de bindende factor kunnen zijn in een wereld die ook in cultureel opzicht explodeert. "Dat is ook maar weer een deel, hè," relativeert Ammerlaan het optimisme van de verslaggever. "Want er is ook een heel grote groep jongeren die bijvoorbeeld achter Jan Smit aanrent. Dat is ook een hele bevolkingsgroep. Ook bij de jeugd zit het behoorlijk gescheiden, valt me op. Iemand die inderdaad, laten we Jan Smit maar even vasthouden, daar achteraan rent, die heeft dus helemaal niets met dat urban gedoe. En omgekeerd ook niet, natuurlijk." Toch, houdt de verslaggever vol, zouden overheid en volksvertegenwoordigers er beter aan doen, integratie op het muzikale vlak te bevorderen dan erop te hameren dat er zulke onoverbrugbare verschillen bestaan tussen ons en die enge muzelmannen. Mammoettanker "Ik heb een keer een stuk voor ze geschreven. Dat werd in een programma van Henk Meutgeert-arrangementen voor Trijntje Oosterhuis ingebed. Ik had gehoopt daar toch ook weer een punt te kunnen zetten, moet ik zeggen. Maar goed, er werd veel aandacht aan het andere repertoire besteed, waardoor dit stuk een beetje ondergesneeuwd raakte. Om maar aan te geven: ze willen toch ook andere dingen. Het is een mammoettanker die moet keren." Voorlopig heeft Gerard Ammerlaan zijn hoop gevestigd op projecten met een meer incidenteel karakter. Zo is hij momenteel een compositie aan het voorbereiden die op en om het water uitgevoerd gaat worden. Meer precies: rond de befaamde middeleeuwse hangende keukens boven het Damsterdiep in Appingedam. Dat gaat in 2008 plaatsvinden. Zoals gebruikelijk in zijn stukken, heeft Ammerlaan weer amateurmuzikanten met professionele orkesten en vocalisten gecombineerd. Er zullen wel weer wat wenkbrauwen gefronst worden, als de partituur op de lessenaars ligt. Bezoek de website van Gerard Ammerlaan voor meer informatie. |
|