Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Summer Bummer 2018 Dag 2

Dag twee van Summer Bummer editie 2018 vertoont qua opbouw van het programma grote gelijkenis met dag een. Hadden toen de percussionisten de overhand, nu zijn dat de blazers. Wat we traditiegetrouw 'jazz' noemen, klinkt er op deze dag dan ook volop, al worden ook hier de experimenten geenszins geschuwd.

Een festivalverslag door Ben Taffijn, met foto's van Jef Vandebroek.
Zondag 26 augustus 2018, DE Studio, Antwerpen.

Dat experiment begint al direct bij Gabbro 4, de extended versie van het duo Hanne De Backer / Marc Demaeseneer, beiden in het bezit van een baritonsax. Eerder verraste het duo met een titelloos debuutalbum, nu laten zij zich vergezellen door bassist Raphael Malfliet en stemkunstenares Agnes Hvizdalek. Sluit zij eerst naadloos aan bij het geluid van de baritonsaxen, later blijkt zij net zo vervaarlijk te kunnen kraken als dat Malfliet dat kan door met een strijkstok de snaren van zijn elektrische bas te bewerken. Kenmerkend voor deze set is de fijnzinnige aanpak. De vervaarlijke klankuitbarstingen die er ook zijn, doen daar niets aan af.

Het trio Eric Boeren - Tobias Delius - Alexander Hawkins speelt stukken van Boeren, voor alle drie een compositie. Wie de muziek van de cornettist kent, weet wel ongeveer wat er gaat gebeuren. Hij put uit de traditie, gaat terug tot de swing - we horen flarden Duke Ellington, maar voegt daar zijn eigen talenten ruimschoots aan toe. Het is speelse muziek, met een flinke dosis humor. Zitten we het ene moment nog in een bijna oubollig stijlcitaat, het volgende moment doorkruist de ander dit met een meer dan onverwachte wending. Vervelen doe je je geen moment. Zonder meer een van de hoogtepunten van dit festival. Zo rijk en afwisselend als dit concert is, zo monotoon is de set van Didi Kern en Philipp Quehenberger. Op drums, respectievelijk keyboards bouwen de twee een keiharde muur van geluid, gewapend beton. Hier is geen doorkomen aan. Kerns slagen klinken als mokers en Quehenberger legt een inktzwart noisetapijt. Indrukwekkend in zijn somberheid, maar na een half uur heb je het wel gehoord.

Nee, dan The Attic, dat als eerste geprogrammeerd staat na de ruime etenspauze. Bassist Gonçalo Almeida, saxofonist Rodrigo Amado en drummer Marco Franco brachten vorig jaar een album uit onder de naam 'The Attic' en zie hier, een trio was geboren. Franco kon er alleen niet bij zijn op deze tour. Almeida, die Onno Govaert al even kent, stelde die laatste voor als vervanger en here we are. Een prima combi. Govaert voelt zich uitstekend thuis bij de twee Portugezen, waarbij Almeida zo langzamerhand al een halve Nederlander is, en slaat er vrolijk op los. Samen met Almeida biedt hij Amado alle ruimte om te gloriëren op zijn tenorsax. Vaak in een moordend tempo, bijna over de top, op andere momenten lyrisch en soms zelfs zeer ingetogen. Prachtig is die solo, uiterst fragiel met sporen van gruis, terwijl Almeida een imitatie geeft van een heftig piepende deur en Govaert zijn bekkens bewerkt. Dit zou je zo maar 'mooi' kunnen noemen.

Een ander hoogtepunt op deze dag is het trio Joe McPhee - Mette Rasmussen - Dennis Tyfus. Vooral die laatste zet de zaak danig op scherp. Tyfus werkt met tapes vol bizarre klanken en de menselijke stem. Deze meesterontregelaar schreeuwt, blèrt, vervalt in een opera-aria of verrast ons op andere wijze. Knotsgek, maar altijd zeer doeltreffend. En wat nog belangrijker is, het inspireert zowel McPhee als Rasmussen tot prachtige momenten. Zijn klanken vormen een onuitputtelijke Fundgrube voor de beide blazers. Zo horen we Rasmussen een aantal keren in opvallend lyrische solo's en stimuleert het McPhee tot menige forse uithaal.

The Founder Effect, vergezeld door J. Spaceman, de slotact van deze avond, valt wat tegen. Vijf topmusici op het podium, maar tot een echt coherent geheel komt het niet. Alan Wilkinson is een krachtige rietblazer en met name op baritonsax excelleert hij hier. Maar zijn medemusici zitten hem regelmatig eerder in de weg dan dat ze iets toevoegen. Drummer Steve Noble voelt hem duidelijk nog het beste aan en pleegt menige gelukkige interventie. Dat is veel minder het geval met toetsenist Pat Thomas. Zijn uitstapjes op het meegebrachte keyboard klinken regelmatig behoorlijk irritant. De space-achtige geluiden zitten meer in de weg dan dat ze het groepsgeluid eer aan doen. Gitarist John Coxon komt ook niet al te zeer uit de verf, iets wat overigens wel het geval is met die andere gitarist, J. Spaceman, ofwel Jason Pierce. Hij weet met zijn spel duidelijk een andere dimensie aan de muziek toe te voegen met zijn postrock-achtige patronen.

Maar het slot van deze tweede dag mag dan wat tegenvallen, het festival kan dan al lang niet meer stuk. Koen Vandenhoudt en Christel Kumpen, de organisatoren achter dit festival, hebben het weer geflikt. Voor wie nog niet genoeg heeft of er deze keer niet bij kon zijn, vanaf 8 september is het weer vijf weken lang bal. Voor meer informatie: www.soundinmotion.be.


Meer Summer Bummer?

  • Festivalverslag zaterdag 25 augustus 2018