Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

De hartslag van de jazz

Het North Sea Jazz Festival, de 41ste editie inmiddels, is weer voorbij. Tijd dus om de balans op te maken, terug te kijken en na te genieten.

Een festivalverslag door Ben Taffijn, met foto's van Louis Obbens.
Vrijdag 10 juli t/m zondag 12 juli 2016, Ahoy, Rotterdam.

Ook dit jaar woedde de discussie op Facebook weer levendig tussen voor- en tegenstanders van dit spraakmakende festival. Volgens de tegenstanders is het na het vertrek uit Den Haag, jaren geleden alweer, niet meer goed gekomen. North Sea Jazz is ten prooi gevallen aan de commercie en die 'J' in de afkorting kan beter worden geschrapt. Mede op het verkeerde been gezet door de televisie, die halsstarrig weigert de jazzconcerten uit te zenden wegens te lage kijkcijfers, denken deze klagers dat er niets anders te beleven valt dan, om maar eens een paar pop-acts van dit jaar te noemen: Earth, Wind & Fire, Level 42 en Simply Red. En niets ten nadele van deze acts, maar met jazz heeft het inderdaad niet zo heel veel te maken.

En toch hebben de klagers ongelijk, sterker nog, ze doen zichzelf tekort door niet te komen. Want in minimaal vier zalen is drie dagen lang muziek te horen waar het etiket 'jazz' prima op te plakken is. En fysiek zo gelegen dat als je niets mee wilt krijgen van al dat popgedoe, dat ook niet hoeft. Maar wellicht is het grootste probleem nog wel dat etiket 'jazz'. Want waar hebben we het dan eigenlijk over? Oude stijl, swing, bebop? Ja, natuurlijk, dat is jazz. Maar de jazz is daar niet blijven hangen en we leven al decennia niet meer in de jaren vijftig. Zoek je op internet een definitie van jazz, dan wordt het er alleen nog maar ingewikkelder op. Grootste gemene deler is echter dat de jazz ontstond binnen de Afro-Amerikaanse cultuur en zich later vermengde met Europese muziekstijlen, waarin improvisatie een grote rol speelt. Zo gedefinieerd is jazz dus breed, continu in ontwikkeling en absoluut niet in hokjes te plaatsen. Het is dan ook niet meer dan terecht dat NSJ probeert om die ontwikkelingen een beetje te vangen. Een beetje, want wat kun je kwijt in drie dagen?

Zo blijkt Los Angeles een van de belangrijke steden waar de jazz zich verder ontwikkelt. Wellicht niet in een richting waar de purist van smult, maar dat doet niets ter zake. Tenorsaxofonist Kamasi Washington bewijst vrijdagavond dat hij een ware opvolger is van de grote rietblazers van weleer. Weliswaar klinkt hij solo minder dan had gemogen, maar als hij eenmaal zijn toon heeft gevonden klinkt hij vol passie, rauw en schurend. Dit is de muziek uit de achterbuurten van LA, getransformeerd in de jazz van nu, met de hartslag van de straat, de dynamiek en de chaos. Het klinkt anders dan destijds in New Orleans, maar het heeft dezelfde geest. Het Metropole Orkest, waar Washington en zijn band mee samenspelen, komt er dan ook nagenoeg niet aan te pas.

Hetzelfde geldt voor de andere acts op Brainfeeder, het platenlabel van Steven Ellison, alias Flying Lotus, die hier zelf een sterk op techno leunende performance verzorgt. Maar de jazz ontwikkelt zich ook in andere richtingen en elektronica neemt een steeds belangrijkere plaats in bij de vernieuwers. Zo verrast drummer Mark Schilders met zijn Fabrik-project waarin hij, mede ondersteund door de Vlaamse gitarist Bert Cools, dromerige ambient-achtige muziek vermengd met bloedstollende momenten, waarin de vier leden elkaar met zinderende passie naar de kroon steken.

Het eveneens uit Vlaanderen afkomstige STUFF. - met als centrale figuur de jonge drummer Lander Gyselinck - stelt de elektronica nog centraler en slaat een kwalitatief hoogstaande brug van pop naar jazz. Dat het daarnaast de pan uit swingt is mooi meegenomen.

Zwaar op elektronica leunt ook de act van Colin Stetson en Sarah Neufeld. De zware instrumenten van Stetson, bassax en contrabasklarinet, worden op ingenieuze wijze versterkt. De zinderend minimalistische patronen die hij samen met violiste Neufeld laat horen, brengen het publiek in een hallucinerende trance. Het is indrukwekkend om ze zo samen, in volstrekte harmonie, bezig te zien. Als in een dans.

Zelfs pianist Brad Mehldau, zo blijkt uit het slotconcert zondagavond, is overgestapt op de elektronica. Het ene na het andere betoverende patroon uit zijn Fender Rhodes en synthesizer halend brengt hij met meestergitarist John Scofield en drummer Mark Guiliana het publiek tot grote hoogte.

En dit is maar een kleine greep uit vernieuwende acts waarmee North Sea Jazz bewijst de hartslag van de jazz prima aan te voelen. Maar ook de liefhebbers van de meer bij de traditie aansluitende acts kunnen hun hart ophalen. Gitarist Pat Metheny brengt samen met bassist Ron Carter parels van covers op die zangerig, intense manier zoals alleen Metheny dat kan, terwijl Carter hier weer eens laat horen hoe harmonisch hij zijn bas kan laten zoemen. Een indrukwekkende twee-eenheid.

En er zijn meer oudgedienden. Altsaxofonist Charles McPherson koestert met zijn kwartet nog altijd de bebop, maar doet dit nog zo fris dat het geen moment klinkt alsof het openluchtmuseum open is. Integendeel, hij speelt alsof de bebop ter plekke wordt uitgevonden.

Saxofonist/fluitist Pharoah Sanders, percussionist Trilok Gurtu en pianist William Henderson verrassen met een heerlijk ongedwongen en spontane set, waarbij vooral Gurtu en Henderson schitteren. Sanders blaast weinig, voor het mooie te weinig, maar áls hij blaast... De toon nog even zuiver, de lijnen nog even strak en spiritueel.

Maar het hoogtepunt is het concert van Charles Lloyd New Quartet. Het is natuurlijk ook een topbezetting, met naast pianist Jason Moran Reuben Rogers op bas en Eric Harland op drums. Stellen dat dit een van de beste jazzkwartetten van dit moment is, is niet overdreven. Wat een timing, wat een samenspel en Lloyd is het type saxofonist dat alleen nog maar beter lijkt te worden met de jaren.

Viel er niets tegen? Dit jaar niet echt. Die bijdrage van het Metropole Orkest aan de set van Washington dan, maar dat kan het orkest niet worden aangerekend. In de set met Snarky Puppy vlak daarvoor, waarin de nummers van het eerder uitgebrachte 'Sylva' worden gespeeld gaat het overigens wél goed, daar is veel meer sprake van harmonie. Het doet Snarky Puppy en hun muziek ook duidelijk goed. Want hoe vernieuwend hun muziek ook mag zijn, het is allemaal wel heel erg strak. Iets rauwer en onbeheerster zou wel mogen. Maar verder? Nee, zelfs het weer was heel behoorlijk.

Nee, wat de puristen ook vinden, het North Sea Jazz Festival is er ook dit jaar weer in geslaagd om de thermometer in de jazz te steken en aan te geven waar de verhoging zit. We kunnen er weer even tegen.

Louis Obbens maakte fotografische verslagen van North Sea Jazz 2016, die je hier kunt bekijken: vrijdag 8 juli, zaterdag 9 juli en zondag 10 juli.