Draai om je oren
Concertrecensie



home  
    
    
 

Uitstekend samenspel en positieve inzet
Marc Ribot's Ceramic Dog, woensdag 14 maart 2007, Bimhuis, Amsterdam

Blues, electro, industrial, indie, minimal, noise, funk, clownesk, alternative, metal, postrock, punk of ska? Wat Ceramic Dog op deze doordeweekse dag in het Bimhuis laat zien is zeker experimenteel, maar in ieder geval alles behalve jazz. Dit trio, bestaande uit Marc Ribot op gitaar, Shazad Ismaily op bas en Ches Smith op drums, kan werkelijk alles.

door Alexandra Mientjes, maart 2007
foto's: Govert Driessen

Het concert wordt geopend met een ongelooflijk bluesy compositie, waarbij zowel Ribot als Ismaily gitaar spelen. Halverwege het stuk vervangt Ismaily zijn gitaar voor een bas en neemt zo de baspartij van Ribot haast ongemerkt over. Dit zal wel vaker gebeuren gedurende het optreden. Het stuk stijgt snel naar een hoogtepunt met een distortion over de gitaren die we eigenlijk alleen kennen van hardrock. De drummer maakt met behulp van allerlei elektronische effecten de overgang naar het volgende stuk, alhoewel het moment waarop het ene stuk overgaat in het andere (als er überhaupt al sprake is van 'meerdere stukken') meestal vaag blijft. De klanken die de muzikanten nu voortbrengen worden behoorlijk experimenteel, de associaties met John Zorn, met wie Marc Ribot meerdere malen heeft samengespeeld, beginnen op te spelen. Ribot pakt de bas en begint onverstaanbare dingen in de microfoon te roepen, maar de effecten hebben vooralsnog de overhand. Wederom neemt Ismaily het muzikale lijntje van Ribot over, maar nu op zijn elektronica, die hij zittend op zijn knieën bedient. Ook hier wordt de climax redelijk snel opgebouwd. Het houdt iets te lang aan, waardoor het op een bepaald punt misschien iets teveel van het goede is voor het publiek. Gelukkig weten ze de rest van het concert wel de juiste balans te vinden tussen minimalisme, opbouw en climax.

Na deze intensiteit neemt het trio wat rust, met een melodieus 'liedje', waarbij Ribot nu verstaanbaar enkele zinnen zingt. Zijn Tom Waits-achtergrond komt hier wat duidelijker naar voren. Maar ook hier kunnen de muzikanten het niet laten om naar een hoogtepunt toe te werken. Ze maken gebruik van rondzingende instrumenten, bespelen de snaren met sleutelbossen en laten percussie-instrumenten vallen om muziek te creëren. Toch vervalt het trio niet in teveel noise en geëxperimenteer; de structuur van de stukken blijft hoorbaar en de muzikanten keren vaak terug naar het uitgangspunt van een bepaald nummer, zodat het publiek een houvast heeft en de weg niet kwijtraakt.

Hierna volgen stukken die onder andere geïnspireerd zijn op Oosterse klanken, funk of ska, maar vervolgens transformeren tot hardrock of blues. Bij alle stukken is het duidelijk dat Marc Ribot zelf de leiding heeft; hij geeft vaak de aanzet tot een maatwisseling, een solo of een overgang en neemt het overgrote deel van de solo's op zich. Dat betekent echter niet dat de andere muzikanten hun kans niet krijgen. Het samenspel tussen de artiesten is uitstekend. Ook Ismaily en Smith vallen in positieve zin op, door hun inzet en indrukwekkende spel. Met name drummer Smith speelt met zijn hele lichaam en is mede daardoor zeer overtuigend. Het laatste stuk begint als een hypnotiserend electro/postrock stuk, maar halverwege ontstaat er een minimaal, Steve Reich-achtig intermezzo, waarbij de samenwerking tussen gitaar en elektronica centraal staat.

Omdat vrijwel alle stukken wel een verwijzing bevatten naar een bestaand muziekgenre, lijkt het wel alsof elk nummer een ironische bijklank bevat. Een verwijzing, maar tegelijk ook een parodie op het genre. Het een interessante vraag, maar een antwoord erop hoeft niet per se. Het Ceramic Dog Trio bewijst dat de kwaliteit van de muziek en het gevoel dat het bij de makers en luisteraars oproept het belangrijkst blijven, hoe eclectisch de muzikale mix ook is.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Govert Driessen.