Draai om je oren
Festivalverslag



home  
    
    
 

Gent Jazz Festival 2012 Dag 4

Een festivalverslag in woord (Christel de Krosse & Maarten van de Ven) en beeld (Cees van de Ven).
Zondag 8 juli 2012, De Bijloke, Gent.

Buiten kwam de regen als een moesson uit de hemel, binnen in de festivaltent klonken de Midden-Amerikaanse klanken van Ninety Miles. De naam van dit septet verwijst naar de afstand die Cuba van de Verenigde Staten scheidt: 138 kilometer, oftewel 90 mijl. Deze muzikanten - afkomstig uit Puerto Rico, de VS en Cuba - willen met hun muziek een brug slaan tussen de beide landen, iets waar de politiek nog een puntje aan kan zuigen.

Het concert begint lekker stuwend en schokkend met een cut-up ritmiek, die overgaat in een meer vloeiend geheel. De eerste solo van trompettist Nicholas Payton is hard-hitting en lekker spicy, enerverend door de felle uithalen. Daarna volgt Stefon Harris zeer energiek op marimba en is er ruimte voor een congasolo door Maurizio Herrera, begeleid door David Sanchez, die hier in plaats van zijn saxofoon de shaker hanteert. Het arrangement is goed en uitgebreid; iedere muzikant komt goed aan bod, waardoor er voldoende variatie is ingebouwd. Het tweede nummer begint met Maurizio Herrera op percussie, onderwijl zingend. De Cubaanse sfeer komt je tegemoet, met een hoofdrol voor de even subtiele als spannende xylofoon van Harris. We wanen ons in een oerwoud, versterkt door de slagregen die het dak van de tent in zijn greep heeft. Het swingt in ieder geval allemaal als een trein. Edward Simon mag dan geen wereldschokkende pianist zijn, hij getuigt wel van klasse met goed geplaatste blokakkoorden. De talentrijke Stefon Harris toont zich tussen de nummers door een innemende spreker. Hij heeft dan ook een zelfverklaarde topbaan: "Wouldn't it be great if you went to work and everybody clapped?" Het spelplezier straalt er overduidelijk van af.

Voor hun cd 'Ninety Miles' week de groep uit naar Cuba om deze te produceren. Dat is in de muziek goed terug te horen. Sanchez is op dreef met een meeslepende solo, vol passie en met temperament neergezet op zijn tenorsaxofoon. Paytons spel heeft overduidelijk soulinvloeden. 'The Backward Step' start met een vingervlugge solo van de trompettist, met een mooie uithaal op het eind, gevolgd door prachtige, technisch sterk uitgevoerde unisolo's van beide blazers. Voor je er erg in hebt is het alweer tijd voor het laatste nummer, dat start met Ricky Rodriguez' bas, die zangerig, subtiel en gevoelig klinkt, later bijgevallen door Terreon Gully, een fijne drummer. Tenslotte kunnen we nog genieten van een mooie combi tussen vibrafoon en piano, mesmerizing, dromerig, met zang van Harris. Een smakelijke opening van deze laatste 'jazzdag' van Gent Jazz.

Met zijn optreden op Gent Jazz presenteert tenorsaxofonist Robin Verheyen (Turnhout, 1983) zijn New York Quartet - met Ralph Alessi op trompet, Drew Gress op bas en Jeff Davis op drums - plus de kersvers uitgebrachte cd 'Trinity'. Het is dan ook niet gek dat Verheyen, op wiens ontwikkeling geen maat lijkt te staan, kiest voor een setlist die volop hieruit put. Het wordt een concert to remember.

'RR' begint met een geweldige groove, vakkundig neergelegd door Davis en Gress. Verheyen en Alessi kunnen daarover naar hartenlust meanderen. Een stevige start, maar wel met een duidelijke structuur. Dan wordt het geluid opeens compacter, van daaruit opbouwend naar een climax met intrigerende unisono's. Het tweede stuk is subtieler van opzet en heeft een mooi thema, waarin Verheyen Alessi volgt, herhalend en samen eindigend. Opvallend is de rijke volle sound van de saxofonist, die met veel passie en overtuigingskracht speelt. Gress is het cement in deze formatie, steady as he goes. Opvallend zijn de sterke melodielijnen. Beide blazers zijn mooi in elkaar verstrengeld, als in unie. Daarna volgt een ballad, 'Free Time', die schitterend wordt geopend door Verheyen en Gress. Alessi speelt met demper. Intiem, wederom met een prachtige melodielijn, alles harmonisch ingebed. Breekbaar en mooi 'klein' gebracht. Verderop in de set volgt er weer zo'n over easy, intimistisch miniatuur, delicaat vertolkt door het viertal. In afsluiter 'Roscopaje' opent Verheyen met veel brille op sopraansax. Hij straalt zelfverzekerdheid uit in zijn spel. Samen met de op zijn ride-bekken schurende Davis zorgt Verheyens piepknorrende spel voor een leuk accent.

Bij deze muzikanten staat alles in dienst van het geheel. Ze brengen muziek die continu nieuwsgierig maakt naar de daaropvolgende ontwikkeling. De band klinkt welhaast volmaakt ingespeeld, als een working band. Knap! De combine Gress-Davis is een twee-eenheid. Gress 'fingerpickend' en met bite spelend, Davis veelzijdig en gedreven. Het New York Quartet brengt vrije muziek met genoeg melodische en ritmische cues, zodat het altijd spannend en boeiend blijft.

'Met de punch van een rockband en een scherpe blik lanceerde het trio The Bad Plus twaalf jaar geleden een bescheiden nieuwe beweging in de jazz.' Het zal allemaal wel. Met een gezonde portie achterdocht en een kritische blik besluiten we het concert - met als speciale gast saxofonist Joshua Redman - eens te gaan volgen. Al na één nummer kunnen die reserves de prullenbak in. Het ingetogen openende 'Love Is The Answer' krijgt het publiek meteen stil, met Reid Andersons funky contrabas met een mooie diepe houttoon. De kracht zit hem in de eenvoud en de herhaling, gepaard met krachtige, soms overdonderende elementen. Met een sterke solo van Redman begint '2 PM', dat zich ontpopt tot zeer energetische, heavy jazz, die met een enorme intensiteit wordt gespeeld. Drummer Dave King is all over the place en ontketent een oerkracht. Als een bouwvakker hakt hij in op zijn toms. Zijn tattoo van de stier van Sandeman past wat dat betreft goed bij hem. 'Who's He' kent een nerveuze, steeds fluctuerende onderstroom. Vitaal als een rollercoaster. Het pianospel van Ethan Iverson is eclectisch, elke noot lijkt raak. Bij de daaropvolgende solo van King vallen zijn getunede drums op, een sterk detail.

Opvallend is dat Joshua Redman welhaast naadloos past bij dit trio. En niet alleen qua sound; zelf is hij - net als de leden van The Bad Plus - ook zeer direct en open in zijn spel. Hij blaast met veel gevoel en spreekt tot de ziel. Het sterk getitelde '1979 Semi-Finalist' klinkt catchy. Het krachtige thema komt over. 'You Are' kent een Radiohead-achtig exposé, met mooi pianowerk van Iverson, een geweldige riff van Anderson, een passievolle solo van Redman en veel zeggingskracht. Top-hecht teamwerk! Het spelplezier straalt er van af; je ziet het bijvoorbeeld in de manier waarop de muzikanten worden voorgesteld: met een kort stukje muziek. Het slotnummer kent een welhaast klassiek-achtig en gevoelig intro op piano. Redman speelt mooi zacht sax met valse lucht, om daarna te bouwen naar een climax, een apotheotische finale. Iverson eindigt in stijl, met de laatste noten. De setopbouw is uitstekend, met voor elk wat wils. Het is zeker niet alleen effectbejag. The Bad Plus speelt jazz als rock. En dat is prima. Maar nogmaals, het dient gezegd: Redman is wel een verrijking voor hun geluid. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat hij vast bij deze band hoort.

Een heuse styliste kleedt het podium aan voor het laatste concert op deze derde Gent Jazz-dag. Met juten zakken en houten kratjes probeert zangeres Melody Gardot sfeer te creëren op het podium, dat dankzij de vijfkoppige band en twee achtergrondzangeressen toch al vol staat. Zelf is ze ook aangekleed met een donkere bril en haar haren in een Afrikaanse doek gewikkeld. Die bril draagt ze overigens om een reden. Gardot kampt tot op heden met de gevolgen van een auto-ongeluk. Zo betreedt ze het podium met een stok voor stabiliteit en steun, en is ze heel gevoelig voor licht. Die kwetsbaarheid is terug te horen in haar stem, die zacht, maar toch krachtig, sensueel, intiem en heel dichtbij klinkt.

Het is de derde keer dat Gardot geboekt is op Gent Jazz. Sinds haar eerste optreden in 2009, is zij uitgegroeid tot een ware ster. Vanavond neemt ze het publiek mee op een reis rond de wereld, die zij letterlijk heeft ondernomen en die de inspiratie vormde voor haar derde album, 'The Absence'. Gardot (die ook piano speelt) en haar zeer vakkundige bandleden - met onder meer Charnett Moffet op (contra)bas - improviseren erop los. Soms leidt dit tot prachtige nieuwe arrangementen, soms is het iets 'too much', bijvoorbeeld bij het intro van 'Les Etoiles', waar saxofonist Irwin Hall wel heel lang de gelegenheid krijgt te soleren. Al is zijn spel op twee saxen tegelijk in 'Paris' een leuke knipoog naar Roland Kirk. Over het algemeen is het resultaat Melody Gardot zoals we haar kennen: bluesy liefdesliedjes, jazzy passages, met Cubaanse, Braziliaanse ('Mira') en Afrikaanse ('Amalia') invloeden. Met haar krachtige en melodieuze stem - vaak intimistisch, soms uithalend en dan weer rauw klinkend - vermengd met exotische en mediterrane klanken zet zij een prima en overtuigend concert neer.

Klik hier voor het fotoverslag van de vierde dag van Gent Jazz 2012 door Cees van de Ven.