Draai om je oren Jazz Class-X |
home |
||
|
Ornette Coleman - 'The Shape Of Jazz To Come' (Atlantic Records, 1959)
tekst: Ben Taffijn, juni 2015 Coleman pakt de altsax voor het eerst op als hij veertien jaar oud is, leert zichzelf spelen en volgt her en der wat lessen. Thomas 'Red' Connors brengt hem de grondbeginselen van de bebop bij en introduceert hem in het werk van Charlie Parker. Tijdens een tour met Pee Wee Crayton's R&B Band blijft Coleman hangen in Los Angeles, waar hij tot in de herfst van 1959 blijft. In 1958, hij heeft dan reeds trompettist Don Cherry en drummer Ed Blackwell ontmoet, krijgt hij zijn eerste platencontract bij het in Los Angeles gevestigde platenlabel Contemporary Records. Hij brengt er twee platen uit: 'Something Else!' met een kwintet en 'Tomorrow Is The Question' met een kwartet bestaande uit sax, cornet, bas en drums. Een bezetting die hij lang zal koesteren. In het voorjaar van 1959 stapt Coleman over naar Atlantic Records, waarvoor hij op 22 mei 1959 de opnames maakt die onder de titel 'The Shape Of Jazz To Come' de jazz ingrijpend zouden veranderen. Natuurlijk zijn de voorbodes van die revolutie op zijn eerste twee albums reeds duidelijk hoorbaar, maar op deze plaat is het verder gerijpt en uitgekristalliseerd. Eind 1959 vertrekt Coleman naar New York, waar hij tot aan zijn dood zou wonen. Hij bleef zich vernieuwen, maar de impact van het werk opgenomen tussen 1958 en 1962 zou hij niet meer evenaren.
De sessie van 22 mei 1959 maakt onomstotelijk duidelijk wat Coleman bedoelt. De acht nummers die op die dag werden opgenomen en waarvan er zes verschenen op 'The Shape Of Jazz To Come' ('Monk And The Nun' en 'Just For You' zouden op latere albums worden uitgebracht), zijn van een ongelofelijke intensiteit en frisheid. Het begint al direct met het eerste nummer van de sessie, 'Focus On Sanity'. Coleman laat Charlie Haden hier vrijwel direct aan het begin een lange bassolo spelen, waar drummer Billy Higgins bij aansluit. De plaats van deze solo is nu niet bepaald voor de hand liggend, maar daar had Coleman geen boodschap aan. Als Coleman dan vervolgens zijn solo blaast is deze springerig, speels en uitdagend, en barstensvol leven. Wat eveneens geldt voor de solo van Don Cherry op cornet. In 'Chronology' valt de losse, ritmische stijl op in de solo van Cherry. Hier klinkt de vrijheid. En dan niet zozeer qua structuur maar veel meer qua spirit. Hier kan en mag alles.
De opnames die te vinden zijn op 'The Shape Of Jazz To Come' verschenen enige jaren geleden ook in de box 'Beauty Is A Rare Thing - The Complete Atlantic Recordings'. De volgorde van de nummers die in deze uitgave, en ook in deze recensie gehanteerd wordt, is in tegenstelling tot 'The Shape Of Jazz To Come' de volgorde van opname. Klik hier om het album 'The Shape Of Jazz To Come' te beluisteren.
|
|