Draai om je oren
Jazz Class-X



home  
    
    
 

Eric Dolphy - 'Out To Lunch!' (Blue Note Records, 1964)

Het is 25 februari 1964 als de dan 35-jarige Eric Dolphy in de legendarische Rudy Van Gelder Studio in Englewood Cliffs, New Jersey vijf eigen composities opneemt voor het album 'Out To Lunch!'. De plaat, het enige album bij Blue Note van Dolphy, slaat in als een bom, maar krijgt bij verschijnen de nodige slechte kritieken. Dolphy is zijn tijd duidelijk vooruit en wordt niet door iedereen even goed begrepen. Nu, ruim vijftig jaar later, begrijp je goed waarom. De opname klinkt immers meer als een album van nu dan als een album van een halve eeuw geleden.

tekst: Ben Taffijn, april 2015
foto's: Val Wilmer & Francis Wolff

Eric Dolphy wordt geboren op 20 juni 1928 in Los Angeles. Hij leert reeds jong dwarsfluit spelen en begint met de klarinet in de schoolband. Later voegt hij hier de basklarinet en de altsax aan toe. In 1958 treedt hij toe tot het Chico Hamilton Quintet, waarmee hij bekendheid krijgt. Een keur aan samenwerkingen volgt, waarvan de belangrijkste voor zijn muzikale ontwikkeling die met Charles Mingus, John Coltrane en Ornette Coleman vormen. Tevens brengt hij in het begin van de zestiger jaren een aantal bijzondere albums uit met zijn eigen band, waaronder liveopnames in het vermaarde Five Spot Café onder de naam 'Live! At the Five Spot'. En dan komt hij in contact met Blue Note en krijgt hij de ruimte en de musici om een nieuw album op te nemen met louter eigen composities: 'Out To Lunch!'. Een album waar al die invloeden in samenkomen en dat nu terecht, zoveel jaar na dato, geldt als een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van de jazz en als een van de platen die een onmiskenbare stempel hebben gedrukt op de ontwikkeling van de free jazz.

Dolphy duikt de studio in met een kwintet. Zelf speelt hij op twee nummers basklarinet, op één nummer dwarsfluit en op twee nummers altsax. Freddy Hubbard speelt trompet. Zij worden hier vergezeld door Richard Davis op bas en Anthony Williams op drums. En in plaats van een piano kiest Dolphy voor een vibrafoon, bespeeld door Bobby Hutcherson. Met Hubbard heeft Dolphy reeds eerder veelvuldig samengewerkt, zo is de trompettist ook te horen op 'Outward Bound' uit 1960. Ook Richard Davis is geen onbekende voor Dolphy. Hij speelde bijvoorbeeld mee tijdens dat optreden in The Five Spot op 16 juli 1961. Maar belangrijker, qua invloed op dit album, zijn de duetten die zij samen in de zomer van 1963 opnemen, in de later zogenoemde Douglas-sessies. In diezelfde sessies speelt hij ook voor het eerst sinds langere tijd weer samen met Hutcherson, die hij reeds kent vanuit Los Angeles. En zo is alleen Tony Williams nieuw voor Dolphy. Belangrijk is wel dat Williams ervaring heeft met een pianoloos kwintet. Hij heeft immers meegewerkt aan twee albums van Hutcherson in een soortgelijke bezetting.

In ieder geval op één terrein is de invloed van Dolphy onmogelijk te overschatten. Hij heeft ervoor gezorgd dat de basklarinet zijn positie in de moderne jazz heeft gekregen, die het instrument vandaag de dag nog steeds heeft. En dat is voor een belangrijk deel te danken aan de fabelachtige techniek, de rijkdom aan klankkleuren en de, zeker in die tijd, vernieuwende speeltechnieken. Luister naar 'Hat And Beard' en 'Something Sweet, Something Tender', waarin alle facetten van dit instrument maximaal worden benut. Schurend, kreunend, brommend, van hoog naar extreem laag. Als een ware tovenaar beweegt Dolphy zich door zijn composities: 'Hat And Beard' als een soort eerbetoon aan Thelonious Monk en 'Something Sweet, Something Tender', waarvan Dolphy zelf zei dat de titel voor zich sprak. En ja, dat is te horen. Wat een melancholie, vooral in het duet met Davis, als die donkere kleuren van de basklarinet zich mengen met die van de contrabas. En dan verderop de hoge tonen van de vibrafoon, die voor mooi accenten zorgen. 'Gazzelloni', het derde nummer is een eerbetoon aan Severino Gazzelloni, een Italiaanse dwarsfluittist waar uiteenlopende moderne componisten als Luciano Berio, Pierre Boulez, Bruno Maderna en Igor Stravinsky werken voor hebben geschreven. Het stuk laat horen dat Dolphy niet onderdoet voor deze meester qua virtuositeit en het benutten van de mogelijkheden van het instrument. Bijzonder is hoe de klanken van de dwarsfluit harmoniëren met die van de vibrafoon, hiermee samenvallen. Maar ook Hubbard zet hier een overtuigende, springerige solo neer. En dan 'Out To Lunch', het titelstuk, waarop Dolphy altsax speelt. De basis van dit nummer bestaat uit een marsritme dat op diverse manieren door het stuk heen klinkt. Het hart wordt gevormd door een tweetal lange vrije solo's van Dolphy en Hubbard en een triostuk waarbij Hutcherson, Williams en Davis als in een dans om elkaar heen bewegen, dan weer vrij meanderend, dan weer harmonieus samenvallend. En let dan ook op de swingende bassolo en de drumsolo, waarin het marsritme weer naar voren komt. Voor het laatste stuk 'Straight Up And Down' liet Dolphy zich inspireren door een wandelende dronkaard. Het nummer klinkt en voelt als een blues, met een jankende en emotionerende saxsolo en dito trompetsolo.

Begin april 1964 vertrekt Dolphy op tournee naar Europa met het Charles Mingus Sextet. Hij speelt op 10 april in het Concertgebouw in Amsterdam en twee dagen later, in Oslo, kondigt hij aan voorlopig in Europa te willen blijven. Op 1 juni speelt hij nog in café De Kroon in Eindhoven in een kwartet met Misha Mengelberg, Han Bennink en Jacques Schols. Met hen maakt hij op 2 juni nog opnames, die later verschijnen onder de titel 'Last Date'. Hij vertrekt via Parijs naar Berlijn en overlijdt daar op 29 juni. De exacte toedracht blijft onduidelijk, maar vast staat wel dat Dolphy aan diabetes leed. Dit was echter nooit gediagnosticeerd. Dolphy raakt in coma en voordat iemand doorheeft wat er aan de aan de hand is, is hij reeds overleden.

De invloed van Dolphy en 'Out To Lunch!' is moeilijk te overschatten. De free jazz zou er anders hebben uitgezien en vele artiesten binnen dit genre zouden anders hebben geklonken. Frank Zappa zou later zeggen dat 'Freak Out!' ook zeker anders geklonken zou hebben.

Klik hier voor een mooie herinnering van vibrafonist Bobby Hutcherson aan de sessies die leidden tot 'Out To Lunch!'.