Draai om je oren Jazz Class-X |
home |
||
|
Miles Davis - 'Birth Of The Cool' (Capitol Records, 1957)
tekst: Ben Taffijn, september 2015 Gil Evans en Gerry Mulligan, eveneens deel uitmakend van de vriendenkring van Evans, zijn dan al bezig met wat we later de cool jazz zijn gaan noemen. Het spreekt Miles bijzonder aan; nadat hij enige jaren in het kwintet van Parker heeft gespeeld wil hij zich verder ontwikkelen. De deels gecomponeerde, deels geïmproviseerde muziek, sluit qua structuur meer aan bij klassieke kamermuziek dan bij de zwarte jazz en blues en wordt gekenmerkt door aantrekkelijke melodieën en vernuftig in elkaar stekende harmonieën. Cool jazz klinkt in tegenstelling tot bebop ook veel natuurlijker. Terwijl je als luisteraar moeite moet doen om een bebopnummer goed in je op te nemen, is dat met cool jazz veel minder het geval. Miles neemt al snel de leiding binnen het vriendenclubje en vormt met een aantal musici een nonet, bestaande uit zes blazers, piano, bas en drums. Een belangrijke gedachte van hem hierachter was dat hij de vier essentiële stemmen van een zangkwartet in de blazerssectie terug wilde laten komen: een sopraan (trompet), een alt (altsax), een bas (tuba) en een bariton (baritonsax). Met hieraan toegevoegd nog een Franse hoorn en een trombone om het geheel meer kleur te geven. Verder is veelzeggend dat Davis voor de formatie van deze band niet alleen zwarte musici kiest, nog redelijk uniek in 1948, maar trouw aan zijn ideeën kiest voor die musici die begrijpen wat hij wil. Ook wat dat betreft was Miles Davis grensverleggend.
'Move' en 'Jeru', de twee eerste nummers van het album en tevens de twee eerste nummers van de eerste sessie van 21 januari 1949, maken direct duidelijk dat Davis een totaal andere weg is ingeslagen in vergelijking met zijn werk bij het Charlie Parker Quintet. Het valt het meest op bij de blazers, die beurtelings samen optrekken en elkaar afwisselen in stevig doortimmerde arrangementen en pakkende melodieën. Hier staat iedere musicus in dienst van het collectief, ook een Max Roach met zijn heftige drumslagen. Dit geldt ook voor 'Jeru', een compositie van Mulligan. De uiterst korte solo's van Miles en Mulligan, veel korter dan we gewend zijn uit de bebop, worden regelmatig onderbroken door frases waarin de gehele band de melodie speelt.
Opvallend aan 'Birth Of The Cool' is ook dat er maar één compositie van Davis zelf op staat. 'Deception' neemt de band op in maart 1950, natuurlijk met een solo van Miles zelf, maar ook met een solo van J.J. Johnson op trombone. Het tekent Miles Davis wel. Hij was meer leider en bedenker dan componist. 'Darn That Dream' tenslotte, de afsluiter van zowel het album als van die laatste sessie op 9 maart 1950, is het enige nummer met zang van Kenny 'Pacho' Hagood. Het nummer is door die zang een beetje een vreemde eend in de bijt. Laten we afsluiten met de woorden van Symphony Sid Torin, die de band aankondigt op 4 september 1948 in de Royal Roost met de woorden: "We'll bring you something new in modern music, with Miles Davis and his new organization." Something new in modern music, dat was het zeker. Klik hier om het full album 'Birth Of The Cool' inclusief 'Darn That Dream' te beluisteren. |
|