Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Willem Hellbreker

Willem Hellbreker
Transcendentale meditatie geeft saxofonist rust

Willem Hellbreker. De naam doet denken aan het lederen rugpand van een club motorduivels, maar de drager van de naam is de rust zelve. Daarvan getuigt een cd waarop Hellbreker (37) fraai en weloverwogen tenorsaxofoon speelt. Ergens halverwege de spirituele John Coltrane en de lyrische Stan Getz, die hij beiden hogelijk bewondert.

door Jeroen de Valk, juni 2003

De jazzmuzikant trad op in de prestigieuze New-Yorkse club Village Vanguard, won enkele jazzprijzen en wist met deze cd - 'Resonance' (Munich Records) - een serie positieve recensies binnen te halen. 'Hij speelt erg intens, vol emotie, maar zonder een spoor van agressie', schreef een recensent. Anderen vonden zijn muziek 'zachtmoedig, prachtig van toon en melodie' en 'als vanuit een verstild middelpunt ontstaan'.

Voordat Hellbreker zijn eigen stem wist te vinden, maakte hij een verwarrende 'identiteitscrisis' door, die hem het Rotterdams Conservatorium voortijdig deed verlaten. Twee jaar lang ging hij op zoek naar zijn eigen muziek, naar wat hij zelf wilde spelen als hij zich even niet met techniek en theorie bezighield. Hij trok zich terug in een naburig parkje met een saxofoon, een walkman en een handvol cassettebandjes van altsaxofonist Paul Desmond. "Een saxofonist die dus helemaal niet 'hip' was, maar gewoon prachtig speelde."

Hij ontdekte de transcendentale meditatie en leerde zich te ontspannen. Thans woont hij in Sidhadorp, een woongemeenschap in Lelystad van zo'n zeshonderd aanhangers van deze meditatiemethode. "Het is een wijkje van een paar honderd houten huisjes. Heerlijk rustig." Hij keerde terug naar het conservatorium en maakte de opleiding af, maar niet nadat het boek 'Effortless Mastery' zijn nieuwe bijbel was geworden.

Kenny Werner - vermaard jazzpianist en jazzpedagoog - legt hierin uit hoe professionele musici de lust tot musiceren kunnen verliezen en hervinden. "Jazz is vrij complexe muziek, en zodoende kan je je snel verliezen in technische details. Er komt ook veel wedijver bij kijken. Zo vergeet je waarom je ooit bent begonnen: gewoon het plezier om een mooie klank voort te brengen, samen te spelen en te communiceren met het publiek."

De kern van de zaak is to go with the flow; Hellbreker kan daar uitgebreid over spreken. "Voor Werner is muziek maken, en vooral jazz spelen, iets als surfen. Een goede surfer laat zich leiden door de golven. Hij kan die niet van richting veranderen, maar hij kan wel, door zich te ontspannen en toch aandachtig te blijven, voorkomen dat hij valt. Hij laat zich voeren door het water." Muziek studeren is voor Werner vooral een kwestie van 'tijdig je instrument weg zetten'. "Als je te veel in je hoofd zit, dan zet je de saxofoon even in de standaard."

Ooit zocht Hellbreker 'de ultieme, meest vernieuwende solo van de wereld'; nu weet hij dat alle noten al eens gespeeld zijn, en dat het gevoel en de overtuiging achter de noten belangrijker zijn dan die noten zelf. Noten klinken het beste als ze 'uit jezelf komen'. "Je moet alles accepteren, alles toelaten. In principe is het allemaal goed: een oud loopje of iets nieuws, iets ingetogens of iets uitbundigs. Laat het maar komen. Met die houding verdwijnt iedere krampachtigheid."

De tijd van inkeer en meditatie leidde bij Hellbreker tevens tot het inzicht dat de ideale muzieksoort niet bestaat. Behalve de in conservatoriumkringen veel beoefende postbop speelt hij nog veel meer soorten muziek. Hij blies mee op 'Sioh Maluku', een cd van de Molukse gitarist Maurice Rugebregt, en gaat geregeld op tournee met de band van de Afrikaanse zangeres Suthukazi Arosi. Verder komt hij vaak in het Amsterdamse café De Engelbewaarder, waar vrijwel iedere zondag onder leiding van saxofonist Sean Bergin wordt gejamd. Iedereen komt er: de wat chaotische maar soms geniale Bergin zelf, ernstige conservatoriumstudenten en altijd enkele 'enorme malloten'. Een omgeving waarin iedere oprechte jazzstem wordt gerespecteerd. Mocht Hellbreker ooit in de hemel belanden, dan mag die er zó uitzien.

Dit artikel verscheen eerder in Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant
Foto: website Willem Hellbreker