Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Tetzepi:
Terug naar de chaos

Verwacht geen gezellige riffjes, fluwelen sectiewerk of sensationele slagwerksolo's. Slechts qua bezetting lijkt het Amsterdamse orkest Tetzepi op een traditionele big band. Het geluid vlak vóór de anarchie toeslaat, daar gaat het om.

door Eddy Determeyer, 5 april 2006 (foto's: Monique Baan)

Tetzepi, foto: Monique BaanZoals een president van een land op tv op een staatsman kan lijken, louter door zijn vertrouwenwekkende oogopslag, zo lijkt Tetzepi op een big band. Drie trompetten, drie trombones, vier saxofoons en een ritmegroep van vier man: hier hebben we het klassieke jaren dertig-model. Ben je geneigd te zeggen. Maar de muziek van het Amsterdamse orkest heeft evenveel met traditionele big band swing te maken als de ondervragingstechnieken van een geheime dienst met waarheidsbevinding, casu quo vrijheid dan wel democratie. Als je Tetzepi al in een specifieke traditie kunt plaatsen dan is dat eerder die van de twintigste-eeuwse kamermuziek en wat we, bij gebrek aan een betere term, met 'nieuwe muziek' aanduiden. Wanneer je per se voorlopers in de jazz wilt aanwijzen, dan zijn de groepen van Charles Mingus, de late Gil Evans en George Russell referentiepunten. Tetzepi werk niet zozeer met ritmische grooves of harmonische ontwikkelingen als wel met puur geluid. Als een constructivistische beeldhouwer stapelen de muzikanten geluid op en naast elkaar. Melodieën 'zien eruit' als kristalstructuren, als door een computer gegenereerde repeterende figuren. "Ons publiek is juist vaak niet het jazzpubliek," stelt trompettist Hans Leeuw, die samen met saxofoniste Esmee Olthuis de spil vormt van Tetzepi. "Het zijn vaak mensen die veel meer in kunst in haar algemeenheid zijn geïnteresseerd. Misschien ook in vrije geïmproviseerde muziek. Of blanco, inderdaad. Voor veel mensen is jazz saai." "Je maakt van een Soesja Citroen-liefhebber nooit een Tetzepi-liefhebber," verduidelijkt Olthuis, om daar verdedigend aan toe te voegen: "Ik vind, sommige dingen moet je boud zeggen." De verslaggever suggereert Pia Beck in plaats van Citroen, wat aan de bandleiders een bulderend gelach ontlokt. "O.k., die doen we," beaamt Esmee tevree.

Tof hè
Tetzepi, foto: Monique BaanLeeuw: "We zijn nu bezig met educatieve projecten rond Tetzepi. Muziekscholen, maar zelfs zijn er nu ook plannen om dat op gewone scholen te doen. We hebben dus inderdaad een klas gehad die naar zo'n avond van ons kwam. Nou, er waren een paar kleine bandjes... dat gepiel... Toen kwamen wij, nou dat was wel wat: Tof hè?" Dat is ook Esmee Olthuis opgevallen: "Middelbare scholieren, die gaan er gewoon naar luisteren, die proberen het ook niet te begrijpen, maar die horen gewoon leuke dingen, die gaan op in de sfeer, die maken contact op wow, toen werd het zo woest, of zo." "Op een andere manier zijn die weer veel meer gewend... ga maar eens naar een discotheek en luister naar elektronische dansmuziek, dan krijg je allerlei rare dingen op je nek," voert Hans aan. "Ze zijn gewend dat er veel meer lagen over elkaar heen liggen. Dus die zijn beter opgevoed, zeg maar. Wat dat betreft sluiten we wel weer goed aan bij de moderne tijd."

Geeneens 'n pick-up
Esmee Olthuis rolde via de muziekschool in Heiloo, Amsterdamse workshops van Herman de Wit en Arnold Dooyeweerd en het Sweelinck Conservatorium het vak in. Voor Hans Leeuw was fanfare De Herleving in Zwaag het startpunt. Zeven jaar was hij toen. "Ik heb eerst op 'n althoorn gespeeld en vervolgens gaf mijn vader me een piston en toen hadden ze in de fanfare bugels nodig. Da's heel leuk, laatst gaf ik in Purmerend een workshop op de muziekschool en toen kwam ik Robert Jan de Vries tegen. Met hem heb ik dus inderdaad in de fanfare gezeten en Robert Jan staat inmiddels zelf ook weer voor big bands in Purmerend." "Ik ben bugel gaan spelen, dat heb ik heel lang gedaan. Mijn vader gaf me altijd les, die was saxofonist en is op een gegeven moment trombone gaan spelen. Daar wrong bij mij ook een beetje de schoen. Ik vond dat ik anders les moest hebben, maar pa vond dat-ie dat zelf nog wel kon (lacht). Op zeker moment ben ik ook gestopt met de fanfare. Dat soort muziek is ook een heel andere wereld. Tenminste: was toen een heel andere wereld. Het ging bij ons in de fanfare heel erg over de concoursen. Vooral ook: is het zuiver, is het punctueel enzovoort. Het zijn allemaal dingen waar ik nu ook rekening mee houd. Maar het hele muzikale gedeelte dat in mijn ogen daarvóór komt, dat sloegen we eigenlijk over. En dat gebeurde thuis ook een beetje. We luisterden bijvoorbeeld thuis nooit naar muziek! Terwijl, mijn vader was een hartstikke fanatieke fanfareman, maar we hadden geeneens een pick-up, joh. Haha!"

Anderhalf procent
Esmee is de enige vrouw in Tetzepi. Zoals de meeste muzikantes de enige vrouw zijn in bands, om het even of het nu traditionele bebopcombo's betreft of avant-gardistische ensembles. "Opvallend is," zegt Olthuis, "ik heb een keer zitten turven in de Bimhuis-folders, ongeveer anderhalf procent zijn vrouwelijke instrumentalisten, op het Bimhuis-podium. Los van de zangeressen, hè. Van die instrumentalisten is ongeveer tachtig procent bandleider. Vrouwen, als ze er zijn, zijn ze ook meteen bandleider. Zijn ze vaak ook componist, regelen ze hun eigen dingen. Dus wat je niet zoveel ziet, is vrouwen die, net als mannen, 'n beetje schnabbelen, tourtje zo, bandje hier, huppetje daar. Dat heeft met sociale contacten te maken. Met de manier waarop je met elkaar in contact komt. Aan de bar. Je praat anders met elkaar. Mannen kiezen minder snel voor 'n vrouw in de band, ik doe maar een gooi hè, niks is bewezen, maar onbewust speelt het idee dat dat gerommel geeft in de band. Er zijn zat bands waar ik niet voor gevraagd ben, ook al omdat ze dan extra hotelkamers moeten boeken en dat is dan extra duur. Nou ja, er zijn legio redenen." Misschien hebben dit soort moeizame omwegen de muziek van Tetzepi wel weerbarstiger gemaakt. Een plaatje van ABBA was voor Hans Leeuw het eerste teken dat er ook buiten De Herleving leven was. Esmee Olthuis zag op tijd in dat ze met een saxofoon meer kans had om in een bandje te spelen dan met een dwarsfluit, ar oorspronkelijke instrument.

Krachtige zweepslag
Tetzepi, foto: Monique BaanDe naam is een verbastering van Zeptepi, een term die in de Egyptische mythologie voor 'de tijd vóór het begin der tijden' staat. Over die tijd kunnen we ons niet zo gek veel voorstellen, maar je kunt ervan uitgaan dat er toen hele maffe dingen aan de hand waren. Dat geldt ook voor de muziek van het gezelschap. Precies zoals eens Duke Ellington componeren Hans Leeuw, John Korsrud, Onno van Swighem, Albert van Veenendaal en andere Tetzepi-leveranciers stukken die op de huid van de specifieke instrumentalisten geschreven zijn. Dan blijkt de uitermate dynamische elektrische gitaar ook fraai te mengen met de trombones, in geluidsbrokken van variabele lengte. In Korsruds 'Danse Russe' wordt een lieflijke saxofoonpassage wreed de mond gesnoerd door een krachtige zweepslag van het koper. Daarbij valt het verschil in aanpak op van de twee dirigenten, Wouter Hakhoff en Onno van Swighem. Die eerste kneedt het orkest met dansende bewegingen, houdt het zorgvuldig op kookhoogte. Van Swighem is meer een oude alchimist die in zijn ketel roert en voorzichtig een snufje van dit en een schepje van dat toevoegt. Allebei zijn ze in sterke mate bepalend voor het uiteindelijke geluid van Tetzepi. "De georganiseerde chaos, wat Mingus ook deed, vinden we leuk," legt Esmee uit. "Wat we soms ook roepen: we moeten wel weer terug effe naar die chaos. Makkelijk kom je ook in een situatie dat het allemaal geregeld wordt. Alsof je in de fanfare bent! Terug naar de chaos! Dat is iets waar je voortdurend op moet letten, dat je die chaos niet onder laat sneeuwen door regeltjes. Dat is een balans." "Ja," reageert Hans, "maar je wilt toch gelijk zeggen dat als er chaos is, dat het wèl helder moet blijven." "Het moet wel gefocust blijven," beaamt zijn collega-leider. "Want gewoon maar dat geïmproviseer met z'n allen door mekaar heen, daar zijn we wel klaar mee. Dat daagt ons niet meer uit."

Tetzepi-methode
Die gestructureerde chaos, dat is wat ze 'de Tetzepi-methode' noemen. Ook in de reeds genoemde educatieve projecten en in workshops wordt die toegepast. Olthuis: "Workshops voor amateur-musici, in combinatie met een concert." Leeuw: "Wat we proberen is mensen een kijkje te geven in de keuken: wat doen wij nou eigenlijk? Die ingewikkelde muziek, wat zit daar achter? We hebben een vereenvoudigd liedje, dat toch duidelijk weergeeft waar het ongeveer over gaat. Hetzelfde met de improvisatie. Daarvoor hebben we ook een soort vereenvoudigde spelvorm, waarmee duidelijk wordt hoe het nou precies op het podium werkt. Dan speelt de workshop voorafgaand aan het Tetzepi-concert het resultaat. Da's kort, een half uurtje. En daarna is er een volledig Tetzepi-concert en dat is vooral ook bedoeld voor de mensen die de workshop gevolgd hebben."

Meer informatie staat op de website: www.tetzepi.nl.