Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Stranger Than Paranoia 2007 (2)
vrijdag 28 december 2007, Paradox, Tilburg

Al vijftien edities lang is het Tilburgse festival Stranger Than Paranoia consistent kwalitatief, verrassend en gevarieerd. Een uitstekende manier om een jaar af te sluiten, zoals wij jaar in jaar uit mogen ervaren. Draai om je oren was er twee avonden bij in een goed bezet Paradox.

door Maarten van de Ven, maart 2008

Op vrijdagavond 28 december was Draai om je oren voor de tweede maal te gast bij Paranoia 2007. We kregen een gevarieerd en zinnenprikkelende mix van Nederlandse ruimtelijke vrije improvisatie, Franse topkwaliteitsjazz en Belgische crossover-jazz voorgeschoteld. Het jubilerende festival bleek ook in de vijftiende incarnatie nog niets aan kracht, verrassing en frisheid te hebben ingeboet.

Jasper Stadhouders (foto: Cees van de Ven)De avond werd geopend door een drietal gretige jonge honden uit het Tilburgse: de gebroeders Stadhouders (gitaristen Bram en Jasper) en Onno Govaert (drums). Zij brachten een volledig geïmproviseerde set, waarin Jaspers Fender- en Brams Ibanez-gitaren ambient-achtige soundscapes neerlegden, die Govaert lardeerde met snel en vrij associatief drumwerk. Jasper Stadhouders, die duidelijk de meest uitgesproken rol vervulde als gitarist, haalde af en toe zwaar vervormde sounds uit zijn effectenapparatuur en creëerde zowel mijmerende als noisy passages. Bram Stadhouders speelde wat minimalistischer; met soms slechts een sporadische aanslag zorgde hij vooral voor een geschikt en sfeervol muzikaal Umfeld. Govaert, die uit een muzikale familie komt (zijn zussen Jacqueline en Anne maken furore met de succesvolle Nederlandse rockband Krezip), imponeerde met eclectisch drumwerk, waarin vrijheid en stevige rockritmes elkaar afwisselden. Daartoe gebruikte hij onder meer dunne sticks, zijn handen en de strijkstok, waarmee hij metalen schijven en cimbalen beroerde. Natuurlijk, niet alles klonk even geslaagd en boeiend - soms was het een beetje te navelstaarderig allemaal - maar dat kan ook niet anders met zo'n vrij uitgangspunt. Op de momenten dat het wél werkte, wist het trio een filmische ambient-achtige sfeer op te roepen, die bij tijd en wijlen deed denken aan bands als Tortoise.

Michel Portal (foto: Cees van de Ven)Als tweede act betraden drie iconen van de Franse jazz het Paradoxpodium voor zo'n optreden waarbij je je als toehoorder al halverwege getuige weet van een zeldzaam, legendarisch jazzconcert. Klarinettist/saxofonist Michel Portal, bassist Bruno Chevillon en drummer Daniel Humair zetten aan voor een concert dat zou uitmunten in lyrisch spel, dynamische variatie, technische brille en niet te vergeten speelplezier. Met Chevillons grounding bas als betrouwbaar baken naast hen, konden Portal en Humair zich naar hartelust en vol passie uitleven met even fascinerende als meeslepende solo's, die de luisteraars naar het puntje van hun stoel deden opschuiven.

Al van meet af aan was het geluid van het trio perfect, met veel présence, romig en rijk van klank. Portal startte op basklarinet, waarop hij zich een autoriteit à la Dolphy toonde met gedreven spel en enkele lekkere snerpende uithalen tussendoor. Daarbij maakte hij ook vocale klanken door zijn instrument. Humair stuwde als een ware generator de boel flink op met niet aflatende prominente backing en een ongekende dynamische souplesse. Hij bewoog zich met zijn handen als een inktvis over zijn kit en speelde veelal met halfgesloten ogen, in opperste concentratie en volkomen één met de muziek. In het tweede stuk, waarin Portal zich al even vloeiend en indrukwekkend op sopraansax uitte, viel de geprononceerde groove van Chevillon op in een spannend intermezzo met Portal. Humair toonde zijn klasse met een interessante drumsolo. In het derde stuk, waarin de ritmesectie een zeer aards gevoel creëerde, nam Portal de klarinet ter hand. Hij bezwoer het publiek met high-pitched, snel en dynamisch spel. En opnieuw veranderde het klankbeeld toen Portal over een marsachtig ritme van Humair op bandoneon een zeer pakkende compositie inzette, vol joie de vie. Portal ging helemaal op in zijn spel, dat hij half meezong. Een vliegensvlug gespeelde solo van Chevillon werd naadloos gevolgd door de brushes van Humair en muteerde vervolgens in een snelle baslijn, die de basis legde onder een solo van Portal.

Daniel Humair (foto: Cees van de Ven)Vrije muziek met heel veel groove, zo kon je het door het trio opgevoerde programma wel typeren. Zwierig, passioneel en doorleefd. Een enkele keer met een nostalgische touch. Maar bovenal fascinerend, met drie mensen op het podium die een verhaal te vertellen hadden. Alsof het niet anders had gekund. Kortom, een onvergetelijke ervaring.

Het was een sterke zet van de Paranoia-organisatie om met de programmering van Rackham de bloeiende Belgische jazz- en improscene eens centraal te zetten. Zoals veel Belgische formaties put ook Rackham, deze avond voor het eerst in Nederland te zien, uit verschillende muziekstijlen voor hun kruisbestuivingen tussen rock, improvisatie, jazz, techno, ambient, pop en wereldmuziek. De band verstaat daarbij de kunst van het opbouwen van spanning met daaropvolgende ontlading en produceert sterke, pakkende composities, meestal van de hand van rietblazer Toine Thys. Hun cd 'Juanita K' (R.A.T. Records, 2006) is een goede staalkaart, die overigens een beduidend sterkere popsound heeft dan het concert wat Rackham in Tilburg gaf.

Toine Thys (foto: Cees van de Ven)François Verrue begon het concert met een slide-intro op basgitaar, Thys hanteerde belletjes en drummer Teun Verbruggen samplede wat slagen, waarover hij vervolgens een nieuw ritme inzette. De klarinet van Thys bracht vervolgens een poppy, folky thema, in unisono met de welluidende bugel van Laurent Blondiau. Een countrypunk-achtig begin zette het uptempo tweede stuk neer, met lekker heftig gitaarwerk van Benjamin Clement. Blondiau's trompet en Thys' tenorsax brachten het andermaal toegankelijke thema met verve en gaven een snelle simultane solo. Met harmon-muted trompet begon daarop een sterk dynamische compositie met een zeer stuwende en rockende overgang, noisy gitaar en een rustpunt in de vorm van een warmbloedige saxsolo. Aangekondigd als handelend over "een hele mooie Mexicaanse vrouw, al hebben we haar nog niet ontmoet" bracht het titelstuk van hun cd, 'Juanita Kligopoulou', inderdaad Mexicaanse invloeden rond een fraai gearrangeerde melodielijn. Mooi was de snik in de trompet van Blondiau. Met Thys op klarinet en gesamplede sounds van Verbruggen werd de spanning in het daaropvolgende 'Schmoll' goed opgebouwd, om vervolgens open te breken met unisono blazers en een wederom sterk thema, dat met veel body en mooie ronde, volle tonen werd gebracht. Zeer apart was de naar een heel slechte science fiction-film genoemde volgende compositie, waarin Clement zijn gitaar een surf-achtige, echoënd geluid meegaf. Blondiau's schreeuwende falset-uithalen mochten er ook zijn. 'Prime Time', een van de sterkste 'songs' van de band, maakte veel indruk: trefzeker melodieus, rockend en lekker compact. Alsof je Soundgarden opeens jazz hoorde spelen.

Al met al een memorabele aflevering van Stranger Than Paranoia, dat als festivalformule onverslijtbaar lijkt; zonder het goede uit het verleden te vergeten, houdt het vol enthousiasme de blik op de toekomst gericht. Paranoia kent geen grenzen.

Klik hier voor een fotoverslag van deze avond door Cees van de Ven.