Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

De Concertzender is dood – en Radio 6 is nog doder

De kogel is door de kerk en het moet gezegd worden: Gust Gils had gelijk, hij ziet er afzichtelijk uit. Per 1 november gaat de stekker eruit bij de Concertzender.

door Eddie Determeyer, augustus 2009

Na vijfentwintig jaar is het gedaan met het station dat een bijna anarchistische, in ieder geval unieke en kwalitatief hoogstaande mix bood van klassieke en moderne muziek, opera, niet-westerse muziek en, niet in de laatste plaats, jazz uit alle tijdperken en windstreken, improvisatiemuziek en blues. Ik zeg er maar gelijk bij dat ik als medewerker van de Concertzender bevooroordeeld ben. En in al die jaren dat ik 'Holiday for Hipsters' maakte, ben ik eerlijk gezegd in Nederland geen ander radioprogramma tegengekomen met een even toffe en bij tijden meedogenloze hutspot van klassieke jazz, blues en latin. Zo, dat is gezegd. Als ik er naast zit hoor ik dat graag.

Het afgrijzen en de verbijstering over het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep is groot, in binnen- en buitenland. Met name buiten Nederland keken muzikanten en muziekliefhebbers altijd scheel van jaloezie naar het Concertzender-model. Diezelfde Raad had in zijn Meerjarenbegroting 2008-2012 nota bene nog laten weten dat de CZ wat hem betreft 'ook in de toekomst een belangrijke rol [kan] vervullen.'

Thans reageert Jan Westerhof, directeur Radio van de NPO kribbig: "De Concertzender heeft niet het alleenrecht op serieuze muziek. Je moet een en ander ook zien in het pakket van de Nederlandse Publieke Radio. Radio 2, Radio 4 en Radio 6 besteden er ruim aandacht aan. Dat er dan misschien iets over de rand van de tafel valt is dan misschien zo, maar ik vind dat we heel serieus met serieuze muziek omgaan." Tja. Radio 6. 'De jazzzender'.

Het zure van de zaak is, dat Radio 6 in september 2006 de kabelfrequenties van de Concertzender annexeerde. Hmm, dacht ik destijds naïef, da's per saldo misschien niet eens zo slecht. De Concertzender naar het internet (De Toekomst!), afwachten hoe dat werkt, maar we krijgen er een fulltime jazzzender bij. Stom, stom. Drie jaar verder is het stof opgetrokken en Radio 6 heet inmiddels 'De Jazzzender'. Moeten we lachen of huilen?

Het merendeel van de middagprogramma's is naar het lijkt definitief een niks-aan-de-hand mix geworden van funk, latin, 'makkelijke' jazz en pop, desgewenst met zomergevoel. De presentatoren ('bevlogen radiomakers' volgens de website van de zender) hebben een vlotte babbel – maar de jazzmensen onder hen zijn op de vingers van Django Reinhardts linkerhand te tellen. Misschien weten ze buitensporig veel over popmuziek, maar als er jazz aankomt zitten ze stijf van onbegrip in de koplampen te staren.

Een pianist wordt aangekondigd als Tyner McCoy, een andere presentator onthult dat pianist Hank Jones een beroemde broer heeft, Sam Jones namelijk, die ook heel aardig bas speelt. In hetzelfde programma stelt hij ons gerust dat Freddie Hubbard weliswaar een nare hartaanval heeft gehad, doch dat het inmiddels weer een stuk beter gaat – terwijl de trompettist zich op dat moment al maanden onder de zoden bevindt. Hij identificeert Stuff Smith, die kennelijk niet op het hoesje van de cd staat vermeld, als Stephane Grappelli, "dat moet wel, niemand anders speelde zó viool". Lachen? Huilen?

Als je de presentatoren op dit soort enormiteiten aanspreekt, luidt het snotterige verweer dat ze ook maar (aan)gestuurd worden door de redactie. Vroeger, zei opa terwijl hij met een vermoeid gebaar over zijn voorhoofd wreef, vroeger sloegen we geen programma van Pete Felleman of Michiel de Ruyter of Willis Connover over. Niet alleen omdat ze per definitie criminele (opa bedoelt vette) platen draaiden, maar ook omdat ze daar ook nog eens wat zinnigs over te melden hadden.

Maar daar ligt vermoedelijk inderdaad de crux van het probleem. Liefde voor en kennis van jazz lijkt de redactie van Radio 6 ten enenmale te ontberen. Liever bewaken de ooms en tantes van dit collectief formules en formats, met troetelschijven (beter elk uur Melody Gardot dan een keer per jaar Henry Red Allen), jingles, spelletjes, verjaardagen ("Morgen precies zevenentwintig jaar geleden werd het album 'Night Bird' van de beroemde junk Chet Baker afgemixt." Altijd de heroïneconsumptie van de ster vermelden. Daar zijn ze heel streng in hoor. Daar kun je voor ontslagen worden!), verjaardagen zei ik, en maffe quizjes.

Ja, die quizjes. Ha! Meestal zijn die vragen zo infantiel dat je er maagverweking van krijgt, maar laatst viel ik toch met stoel en al achterover. Wie de uitvinder van de Moonwalk was, wilden ze weten. Het 'goede' antwoord bleek James Brown te zijn. Lieve ooms en tantes, om te beginnen had JB het merendeel van zijn moves samengesteld uit de acts van diverse andere entertainers (onder wie worstelaar Gorgeous George). Verder werd de show van de Jackson Five gechoreografeerd door oldtimer Cholly Atkins. Vijfentwintig jaar voordat The Wacko One werd geboren, moonwalkte Atkins reeds all over Harlem. Doch in feite moet je de Moonwalk gewoon zien als een variant van de negentiende eeuwse Virginia Essence, een zwarte schuifeldans die een vast onderdeel was van de toenmalige vaudeville shows.

Dus wat was het goede antwoord? Tja, lastig. Dan Bryant zou ik goedkeuren. Eddie Girard en Billy Kersands, misschien wel de beste, eveneens. Maar James Brown…?! Bwah. Het heeft er alle schijn van dat de redactie van Radio 6 probeert een format als dat van Radio 538 te vertalen naar funky en jazzmuziek. Daarbij is een kardinale denkfout gemaakt. Het zal best zo zijn dat Top 40-liefhebbers in te palmen zijn met vertrouwdheid en herkenning, maar jazzfans hebben van nature meer met avontuur en verkenning. Zeker, ook ik ben niet ongevoelig voor het feest der herkenning. Ik bedoel, als ik een of twee maanden geen Charlie Barnet meer heb gehoord, wordt het hoogste tijd, weer eens een schijfje van de Mad Mab uit de kast te trekken.

Maar dat is héél wat anders dan continu doodgegooid te worden met Miles Davis en Chet Baker. Ik heb het niet geturfd, maar ik maak me sterk dat er van deze twee trompettisten op Radio 6 méér gedraaid wordt dan van Louis Armstrong, Bix Beiderbecke, Hot Lips Page, Roy Eldridge, Charlie Shavers, Harry James, Freddie Webster, Dizzy Gillespie, Fats Navarro, Clark Terry, Clifford Brown, Olu Dara, Nicholas Payton en Terence Blanchard bij elkaar. Wanneer je met een tabula rasa naar deze zender luistert, moet je wel tot de slotsom komen dat Davis de jazzmuziek in 1949 heeft uitgevonden.

'Radio 6 is het publieke radiostation voor jazz, blues en rhythm & blues', leren we van de website. Rhythm & blues? Als van popzanger Joe Jackson diens 'Jumpin’ Jive' opnieuw wordt uitgebracht, wordt ons dat stevig ingepeperd – maar de oorspronkelijke versies van Louis Jordan en Cab Calloway blijven verboten. En wanneer was de laatste keer dat jullie R&B-giganten Big Maybelle, Tiny Kennedy, Buddy Johnson of The Ravens op Radio 6 hoorden?

Ik weet het, alles is jazz tegenwoordig. Je moet het een beetje breed zien. Niet zo in hokjes denken. Maar dat ook bij mij King Sunny Adé, M'Pondo Adolphe, Africa Djolé en Grupo Afro-Cuba broederlijk tussen Nat Adderley en Rob Agerbeek staan, wil toch nog niet zeggen dat dat allemaal dus jazz is? Volgens mij is het méér dan louter een semantische kwestie. Uiteindelijk voelt een artiest jazzy aan of niet. Joni Mitchell voelt van haar lang zal ze leven niet jazzy aan, net zo min als al die Adeles, Duffy's en andere reïncarnaties van Dusty Springfield. Net zo min als Bolle Jan. Wouter Hamel, die weer wél. Zo ligt dat ongeveer.

De luistercijfers vormen uiteindelijk natuurlijk de bottom line. En met een 'pure' jazzprogrammering trekt de zender een te klein publiek, weten ze daar bij Radio 6. Of, beter: denken ze te weten, want serieus geprobeerd is iets dergelijks nog nooit. Vette luistercijfers hebben ze nodig om het vette budget te verantwoorden – dat vele malen groter is dan de schamele vijf ton die de Concertzender jaarlijks kostte. De flauwekullisering schrijdt voort, vrienden en vriendinnen. Lachen of huilen, je hebt het voor het uitzoeken.