Draai om je oren
Jazz en meer - Bijzondere tijdsdocumenten



home  
    
    
 

De Proper boxen

Het was Nederlands meest spraakmakende en hippe tenorsaxofonist Hans Dulfer die mij attendeerde op de Proper Jazz Box Sets. Ik sprak namelijk mijn waardering uit voor 'scheursaxofonist' avant la lettre Illinois Jacquet. In de serie boxsets van Proper bevindt zich een doos van Illinois Jacquet naast nóg meer interessante jazzboxen. Onder meer: Ben Webster, Charlie Parker, Coleman Hawkins, Bud Powell, de twee Stans (Getz en Kenton), enzovoorts.

door Jacques Los

Ook zijn een drietal boxen, waarop muziek staat op het grensgebied met de jazz, het vermelden waard. 'Getting' Funky' met een overzicht van de beginperiode van de New Orleans Rhythm & Blues, 'Jivin With Jordan' met de jump and jive van Lous Jordan and his Tympany Five, en last but not least een zeer bijzondere box 'Swing Tanzen Verboten' met swing- en dansorkesten uit de oorlogsjaren waaronder de Ramblers, het orkest Klaas van Beek en de toenmalig bekende orkesten uit Duitsland, Denemarken (Svend Asmussen) en Frankrijk (Django Rheinhardt).

Er zijn niet veel cd-winkels in Nederland die de boxen op voorraad hebben. Back Beat in Amsterdam is één van de weinigen die een redelijke sortering op voorraad heeft. Het is ook mogelijk om de boxen op de website van Proper Music te bestellen. De prijs, 22 euro, is zeer redelijk voor een boxset van vier cd's. De geluidskwaliteit van de schijven is zeer goed, vooral omdat het gaat om opnamen uit de veertiger- en vijftiger jaren. De muziek wordt chronologisch weergegeven en het bijgeleverde boekje is zeer informatief en voorzien van bijzondere foto's.

Een selectie uit de jazzboxsets



Charlie Ventura
De opnamen van de box 'Bop For The People' van tenorsaxofonist Charlie Ventura betreffen de periode 1945 tot en met 1951. Ventura (1916 – 1992) leidde in de jaren '40 en '50 zijn eigen combo's en big bands en speelde in die periode ook in enkele van Gene Krupa's Big Bands. In die band was hij naast belangrijk solist ook de populaire showman.
De kleine formaties die hij aanvoerdde in de jaren '40 speelden onder de noemer 'Bop For The People'. Dat geeft dus al aan dat Ventura de bebop behoorlijk commercialiseerde en in die tijd een zeer populair musicus was. Op de eerste schijf is te horen dat hij een stevige toon bezit en met invloeden van de 'honkers and screamers' (scheursaxofonisten) swingende en moderne soli blaast. De tweede en derde schijf zijn wat wisselend van kwaliteit. De bigband-nummers zijn niet al te sterk en neigen vooral naar dansmuziek, en de diverse zangsolisten – Jack Palmer, Buddy Stewart, Roy Kral, Jackie Cain en Betty Bennett - zijn niet echt de moeite waard. Op de laatste schijf is het complete legendarische Pasadena concert vastgelegd. Dat was in 1949 en daar hadden we natuurlijk bij moeten zijn.



Sonny Stitt
'Sax O Bebop', de box van Sonny Stitt, documenteert de beginperiode van de alt- en tenorsaxofonist. In die tijd was Parker de grootmeester op de alt en kon niemand hem evenaren. Daarom speelt Stitt in die periode – de veertiger jaren – meer op de tenorsaxofoon. Vanaf 1945 – na eerst gespeeld te hebben in Billy Eckstine's band- maakt hij opnamen en speelt met al de bekende bebop muzikanten uit die tijd: Dizzy Gillespie, Milt Jackson, Kenny Clarke, Bud Powell, J.J. Johnson, Max Roach en anderen. Op de eerste en tweede schijf is de bop periode vanaf 1946 tot en met 1949 gedocumenteerd. In chronologische volgorde betreft het opnamen van: het Dizzy Gillespie Sextet, Sonny Stitt and the Bebop Boys, Lord Nelson and his Boppers (in die tijd wisten ze wel raad met bijzondere naamgeving!) en het Sonny Stitt/Bud Powell Quartet. Op de twee andere schijven zijn veel kwartetopnamen te vinden met de pianisten Junior Mance en Duke Jordan en staan enkele enerverende tenor battles met Gene Ammons. 'Sax O Bebop' bevat een niet te versmaden tijdsbeeld van een muzikaal turbulente periode in de jazz (het ontstaan van de moderne jazz). Het laat ook horen dat Stitt een meestersaxofonist is en, eerst als Parker-epigoon, een eigen weg heeft ingeslagen. Hij heeft niet voor niets na Coltrane's vertrek diens plaats ingenomen in het Miles Davis Quintet, met Gene Ammons nog vele tenorduels uitgevochten en met Gillespie en Monk in de all-star formatie Giants Of Jazz gespeeld.



Dexter Gordon
De box 'Settin' The Pace' bevat opnamen van de godfather van de moderne jazztenoristen Dexter Gordon. Zijn doorbraak kwam in 1940 toen hij speelde in het orkest van Lionel Hampton. Na die periode, die 2 jaar duurde, speelde hij met Lee Young, Fletcher Henderson, Louis Armstrong, Billy Eckstine, Dizzy Gillespie en eigen formaties. Hij ontwikkelde een een authentieke bebopstijl en werd vooral bekend door de tenorenduels met Wardell Gray en Teddy Edwards. In deze box zijn enkele van die duels opgenomen; 'The Chase' en 'The Hunt' met Wardell Gray en 'Hornin' In' en 'The Duel' met Teddy Edwards. De opnamen van deze box bevatten de periode 1943 tot en 1950 met eveneens Dexters eerste sessies op het Savoy label. Ook deze box, net als de vorige, geeft een uitstekend beeld van de muzikale (bop) ontwikkelingen in de laat veertiger jaren. Het is de tijd van, vooral in New York, de talloze jazzclubs en jazzcafés, de ontelbare jamssies en (helaas) de heroïne. Het laatste heeft aan diverse grootheden op jonge leeftijd het leven gekost, waaronder Charlie Parker, Fats Navarro, Paul Chambers en Bud Powell.



Illinois Jacquet
Evenals Dexter Gordon werd Illinois Jacquet bekend door het spelen in het orkest van Lionel Hampton. Zijn rhythm & blues-georiënteerde solo in 'Flying Home' in 1942 gold als voorbeeld voor al de rock 'n' roll- en rhythm & blues-saxofonisten. Op die solo, die beschouwd wordt als één van de beste van de 20ste eeuw, heeft Jacquet zijn carrière gebouwd. Het eerste nummer van de box 'The Illinois Jacquet Story' is dan ook 'Flying Home' en betreft een Jazz at the Philharmonic-opname uit 1944 met ook nog Jack McVea op tenorsax. In de periode van de opnamen in deze box – 1944 tot en met 1951 – leidde Jacquet zijn eigen kleine formaties, big bands (waarin o.a. Miles Davis) en speelde veelvuldig op de Jazz at the Philharmonic-concerten. Illinois is niet zozeer een op bebop gericht musicus doch meer een rechttoe rechtaan moderne swinger. Zijn stevig zwaar tenorgeluid, zijn op rhythm & (vooral)blues geïnspireerde soli en smaakvolle ballad-interpretaties zijn de ingrediënten die hem tot één van de betere mainstream saxofonisten maken.



The Big Horn
Een regelrechte topper uit de jazzboxsets is de box 'The Big Horn'. In totaal 106 opnamen van 50 hard-blowing saxofonisten, vanaf 1942 tot en met 1952. Het is de kern van het fenomeen 'honkers & screamers'. De grondleggers van de rock 'n' roll saxofoon. Hoor van wie Jr. Walker, King Curtis, Wilton Felder, Sam Butera en dergelijke het geleerd hebben. Het eerste nummer van schijf nr.1 is al meteen het ultieme honknummer: 'Flying Home' uit 1942 van het orkest van Lionel Hampton met als solist de grondlegger van het 'honken and screamen', Illinois Jacquet. Overigens, veel van deze scheursaxofonisten zijn later zeer respectabele, nette, moderne mainstream jazz (o.a. de 'orgeltenoren jazz') gaan spelen, zoals Arnett Cobb, Hal Singer, Harold Land, Eddie 'Lockjaw' Davis, Willis Jackson, Jimmy Forrest en Buddy Tate. Deze box is een juweel, een uniek tijdsmonument. Nog voordat Bill Haley van de rock 'n' roll een commercieel succes maakte, is op deze vier cd's de rock en de roll al uitgevonden. 106 Tracks no nonsense jazz met kloten.