Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Necrologie Oscar Peterson (25 augustus 1925 - 23 december 2007)

Veel nootjes, allemaal op de goeie plaats

door René de Cocq, december 2007

Een publieksvriendelijke vorm van jazz: dat was het handelsmerk van Oscar Emmanuel Peterson, de deze week in zijn woonplaats Toronto overleden Canadese meesterpianist. Deze beminnelijke zwarte reus combineerde in zijn spel de briljante vingervlugheid die hij in zijn jeugd had opgedaan tijdens een gedegen klassieke opleiding met de harmonische en melodische eigenaardigheden van de bebop (in het spoor van pianovirtuoos Art Tatum), en voegde daaraan een fikse dosis bluesfeeling aan toe, alsmede een onstuitbaar gevoel voor swing. Het resultaat was zijn typische Oscar Peterson-geluid: een aansprekende en spectaculaire pianostijl, waarin wel héél veel nootjes werden gespeeld, maar die nootjes stonden wel allemaal precies op de goeie plek.

Peterson was een publiekslieveling, zeker, die genoot van applaus en volle zalen. Tegelijk werd hij door de grote jazzmusici van verschillende generaties hogelijk gewaardeerd. Hij speelde samen met zo'n beetje iedereen die na de oorlog iets voorstelde in de jazz: Charlie Parker, Billie Holiday, Dizzy Gillespie, Coleman Hawkins, Louis Armstrong, Ella Fitzgerald, Lester Young, Stan Getz, Roy Eldridge, Milt Jackson, Roy Hargrove.

Het verhaal van zijn ontdekking door jazzpromotor Norman Granz is te mooi om niet even van stal te halen. Granz hoorde de jonge Oscar live spelen op de autoradio in de taxi, en gaf de taxichauffeur opdracht naar de desbetreffende locatie te rijden. Daar aangekomen contracteerde hij Peterson ter plekke, en dat was het begin van een levenslange mix van vriendschap en zakelijke relatie. Granz liet Oscar debuteren in Carnegie Hall (waar hij het verwende New Yorkse publiek verbijsterde) en programmeerde hem in het hart van de roemruchte concertseries Jazz at the Philharmonic.

Peterson was niet alleen een klavierleeuw, maar toonde zich ook een sensitief begeleider, die achter blazers en vocalisten precies de goede backing wist te vinden – luister nog maar eens naar zijn legendarische opnamen met Ella Fitzgerald en Louis Armstrong. Zijn plaats in de jazzgeschiedenis wordt mede (en vooral) bepaald door zijn werk met het beroemde drumloze trio met bassist Ray Brown en gitarist Herb Ellis, een driemanschap dat elkaar stimuleerde naar absolute topprestaties. Peterson modelleerde dit format naar het voorbeeld van het historische trio van Nat King Cole (met Oscar Moore op gitaar en Wesley Prince op bas). Het is misschien niet heel toevallig dat Oscar Peterson, in de spaarzame momenten dat hij ook zong, een stem liet horen die als twee druppels water leek op die van Cole...

De combinatie met Herb Ellis en Ray Brown duurde vijf jaar, toen hield Ellis (die slecht tegen reizen kon) het voor gezien. Peterson verving hem in zijn vaste trio door drummer Ed Thigpen, maar werkte in latere jaren nog wel regelmatig met andere gitaristen: Joe Pass, Ulf Wakenius. Het Oscar Peterson Trio groeide uit tot een van de succesvolste jazzcombo's; het succes werd bepaald niet minder toen ook Brown deze drukke baan te veel werd en werd vervangen door de Deense basvirtuoos Niels-Henning Ørsted Pedersen. In de laatste jaren van zijn lange loopbaan bouwde Peterson het trio uit tot kwartet met gitarist Ulf Wakenius, mede omdat zijn linkerhand was verzwakt na een beroerte; de harmonische ondersteuning door een gitaar maakte het hem mogelijk toch zijn glorieuze rechterhand te laten schitteren.

Oscar Peterson was een aantal malen te gast op de mallemolen van het North Sea Jazz Festival in Nederland (voor het laatste in 2005); mijn eigen live-herinnering aan zijn spel gaat terug naar het eind van de jaren vijftig, toen hij optrad in een nachtconcert in het Amsterdamse Concertgebouw. Ik had een plaats op het podium, met perfect uitzicht op het klavier. Ik weet nog dat ik soms bijna vergat adem te halen bij het zien van die virtuositeit, die tegelijk altijd in dienst stond van de muziek. Publieksvriendelijke jazz, wat is daar eigenlijk mis mee? Zeker op dit niveau. Ik zal hem missen.

foto: Jos L. Knaepen