Draai om je oren Jazz en meer - Artikel |
home |
||
|
Moers Festival 2006 Deel 1 Een festivalverslag in woord en beeld door Ken Vos, augustus 2006 Zo pünktlich als vroeger zijn de Duitsers niet meer. Niet alleen waren zowat alle treinen in Duitsland een ietsje vertraagd, maar ook na slechts drie concerten slaagde de organisatie van het Moers Festival – alle verwijzingen naar jazz in de benaming zijn verdwenen – erin om al meer dan een half uur vertraging op te bouwen. Toch blijft het een leuk festival, niet om het minst vanwege de ontspannen jaren-zeventig-achtige entourage. Dit jaar was een vuurdoop voor de nieuwe artistiek leider Reiner Michalke, die het overnam van Burkhard Hennen, die het Internationales New Jazz Festival al vanaf 1972 onafgebroken leidde. Overigens, Hennen zelf had volgens de locale Neue Rhein Zeitung zelfs zijn ere-passepartout niet eens afgehaald bij het verkeersbureau. In ieder geval heeft het festival qua programmering een naam op te houden. Zo heb ik er in de loop der jaren uitgebreid kennis kunnen nemen van zowat alle AACM-musici, uiteraard de Duitse free-scene, maar ook geïmproviseerde muziek uit zeer uiteenlopende streken als Japan of Rusland.
In het grote Freizeitpark, waar het hoofdprogramma in een grote tent plaatsvond, kon men alleen dat weekend vrij kamperen. Iets waar jongelui van allerlei pluimage, vaak zonder interesse in de festivalmuziek, dan ook dankbaar gebruik van maakten. Moers zelf is een klein stadje met weinig toeristisch potentieel, maar de beklemmende kleinburgelijk-heid is zoals in soortgelijke kleine stadjes in Nederland langzamerhand verdreven door gezapige kleurloosheid. Typisch, zoals overal in Duitsland, is het enorme aantal pizzeria's en de nogal kleurloze supermarkten. Aan de andere kant zijn de speciaalzaken nu nog van betere kwaliteit dan in vergelijkbare Nederlandse stadjes. Maar nu naar de muziek. Zoals gebruikelijk bij dit festival waren er weer enkele rode draden door het festival gespannen. Heel verstandig, want dan creëer je wat oriëntatie-punten in zo'n lange vierdaagse. Als 'artist in residence' was de Noor Arve Henriksen gekozen, die vier keer optrad in verschillende combinaties. Ook was er extra veel aan-dacht voor de Noorse nieuwe jazz, een hype die al enkele jaren door Europa waart. Vrijdag 2 juni Saadet Turköz
John Scofield & Bugge Wesseltoft Zaterdag 3 juni
Paris Touch
Inhabitants
Brötzmann/Pliakas/Wertmüller Matthew Herbert/Valerie Etienne Mugison
Arve Henriksen Andere locaties Traditiegetrouw waren er buiten het hoofdprogramma om ook concerten op andere, kleinere locaties gepland. Zo waren er de dagelijkse 'Konzerte im Dunkeln', waarbij de luisteraars de ervaring van het luisteren in een pikdonker gemaakte tent aan de rand van het park konden ondergaan. De gedachte was dat een dergelijke ervaring niet alleen de beleving van muziek intensiveert, maar dat de luisteraar daarnaast ook nog de ervaring van slechtzienden en blinden deelt, een doelstelling van een van de sponsors. Een inte-ressant idee dat echter op mijn ervaring van het luisteren niet zoveel impact leek te hebben. De programmering van dit onderdeel was in handen van de ook in Nederland bekende klarinettist Eckard Koltermann. Het kwartet Minimal Cats Environment was de eerste op de zaterdagavond, een vriendelijk en losjes klinkend gezelschap uit London bestaand uit Lothar Ohlmeier (basklarinet), Tom Arthurs (trompet), Roland Fidezius (bas) en Achim Krämer (drums). De tweede band, het trio PaPaJo (trombonist Paul Hubweber met drummer Paul Lovens en bassist John Edwards) klonk wat strakker en wat directer. Aangename muziek die volgens het programmaboekje vooral de zachte kant van de improvisatiemuziek moest vertegenwoordigen. Op de zondag was de Oostenrijkse voordrachtskunstenaar Rupert Seidl met zijn in het Duits vertaalde Perzische gedichten, en aangevuld door drie Iraanse instrumentalisten (op ney, daf en santur) in het kader 'Talking Music' in deze context een stuk indringender qua sfeer. De klassiek aandoende muziek klinkt aangenaam ongeforceerd en natuurlijk. Haast een logische voortzetting leken de interacties tussen Jan Klare (altsax), Han Buhrs (stem) en Wilbert de Joode (bas), waarin gemeenschappelijkheden makkelijk werden gedeeld. De Duitse altist en Nederlandse bassist zijn musici die een soortgelijk gevoel van helderheid van expressie delen, mooi contrasterend met de soms uitbundige uithalen van Buhrs. De ochtenden van zaterdag, zondag en maandag kon je doorbrengen in drie verschillende kleine locaties vlak buiten het park. Daartoe waren groepen muzikanten uit drie steden uitgenodigd, Keulen (Frischzelle), Wenen (JazzWerkstatt Wien) en Beiroet. Vooral de laatste plaats is natuurlijk intrigerend, omdat van de muzikale activiteiten daar vrijwel niets doorsijpelt in het buitenland. De ochtend werd telkens netjes gescheiden per stad begonnen, waarna uitwisseling van de individuele muzikanten werd aangemoedigd.
Spilfiguur in Beiroet is trompettist Mazen Kerbaj, die zijn instrument graag voorziet van allerlei hulpmiddelen als resonerende platen of tuinslangen met rietmondstukken. Van hun eigen werk zeggen de musici dat ze 'soundscapes' creëren, ter plekke bedachte klank- en ritmecombinaties. Kerbaj brengt sinds een paar jaar ook opnamen uit op zijn label Al Maslakh. Ik ben van plan enkele cd's van hem te recenseren. In ieder geval brengen de Libanezen associatieve geluidjesmuziek, waarbij het telkens afwachten is of er enige continuïteit wordt gecreëerd. Libanon en Beiroet zijn cultureel een bijzonder overgangs-gebied tussen de Europese en Midden-Oosterse muziektradities. Iets van die tradities is wel te herkennen in de speelwijze van de zes musici (twee gitaristen, een altsaxofoniste, een rietblazer en een bassist naast Kerbaj), maar dat blijft in de modernistische benadering zeer op de achtergrond. Ook in de speelwijze van de Keulenaars en Weners zijn elementen uit hun respectievelijke jazztradities te horen. Zo zijn de Duitsers tamelijk serieus en direct in hun benadering, terwijl de Oostenrijkers wat speelser en humoristischer klinken. De zeven Keulse muzi-kanten worden geleid door de extraverte trombonist Matthias Muche en de veelzijdige elektronica-man Sven Hahne. De toegevoegde lo-fi beelden ('nieuwe media') van de twee videomakers lijken niet altijd functioneel. Wat traditioneler van klank is het materiaal van de JazzWerkstatt Wien waarin allerlei vormen uit andere genres samengekneed worden tot een vaak gemakkelijk aan te horen geheel. De meest in het oog lopende leden zijn hier pianist Clemens Wenger en saxofonist Clemens Salesny. De uitwisselingen tussen de muzikanten - met als apotheose een optreden van alle musici tegelijk op de zondag-ochtend - zijn lang niet altijd even geslaagd. Vaak lukt het de musici niet doorlopende interacties te ontwikkelen en bijven ze op één niveau steken. Het meest overtuigend is Kerbaj die de meeste ervaring lijkt te hebben met onverwachte situaties en even effec-tief is als initiatiefnemer en als reagerende muzikant. 's Nachts zijn er gedurende de eerste drie dagen in clubs in het centrum van Moers dj's en vj's aan de gang, maar dit programmaonderdeel heeft slechts oppervlakkig met het eigenlijke festival te maken. |
|