Draai om je oren
Artikel / Jazztube



home  
    
    
 

Klappertanden met Mingus

Het jazz-evenement van 1975 was het Hammerfeld Jazzfestival in Roermond. Dit was de tiende editie en de AVRO had gedokt, zodat er een onwaarschijnlijke line-up gepresenteerd kon worden. In drie dagen tijd onder anderen Charles Mingus, Johnny Griffin/Eddie Lockjaw Davis, Clark Terry, Cecil Taylor, Benny Carter, Shirley Scott, Toots Thielemans en de uitsmijter McCoy Tyner. Ik had kaartjes geregeld en had een bevriende jazzfan overgehaald mee te komen. Er was een sleep-in aanwezig, had ik begrepen, zodat je geen hotelkosten had en zelfs je slaapzak kon je thuislaten. Heel luxe.

tekst: Eddy Determeyer, mei 2021

Het was die vrijdag 1 augustus stralend weer en het evenement vond in de openlucht plaats, in een park dat de negenduizend bezoekers, gezeten op vuilnisbakken, viskrukjes en autobanken, met gemak aankon. Tussen het geboomte door schemerde een surrealistisch wit kasteeltje en zo had organist Mike Carr, die de aftrap verrichtte, alles mee. Doch de funkjazz van het trio miste pep en de eerste aardige muziek die we hoorden kwam van New Orleans-zanger Cousin Joe Pleasant. Zichzelf begeleidend op piano bracht hij puik antiek entertainment, zo tussen Jimmy Reed en Fats Pichon (al had ik destijds, eerlijk gezegd, nog nooit van Pichon gehoord). Aangemoedigd door het ontvankelijke publiek maakte de entertainer nog een spontaan tapdansje, alvorens hij door de podiummanager met zachte drang de coulissen in werd gelokt.

Het Charles Mingus Quintet maakte alles perfect. Wat een vuur, wat een power, wat een intensiteit! De groep, met trompettist Jack Walrath, tenorsaxofonist George Adams, pianist Don Pullen en drummer Danny Richmond, stak in bloedvorm. Toen de band na een uur zijn tijdslimiet had bereikt gooide de leider nog wat olie op het vuur, zodat het optreden pas na twee uur dampend en kolkend in de nacht oploste. 'Muziek van de allerhoogste klasse en met een zeer breed bereik, van de blues tot Ellington en van Ellington tot free jazz,' noteerde verslaggever Han Schulte een paar weken later in het blad JAZZ/PRESS en daarmee zat hij er niet ver naast.

Met hoofden die nog gonsden en tolden van de erupties van vulkaan Mingus begaven we ons, zoekend naar de juiste woorden om uit te drukken wat we zojuist hadden beleefd, naar de sleep-in. Ha, een leeg zwembad! Gelijk visioenen van strak in het gelid geplaatste stretchers in kleedruimtes, met keurige stapeltjes handdoeken, dekens en kussens op de hoofdeinden. Misschien was de kantine nog een uurtje open - de organisatie was zó perfect.

Beton. Een lege ruimte van grijs, kaal, kil beton. Niks geen rijen stretchers. En de temperatuur, 's middags nog tegen de dertig graden, was inmiddels tot circa een derde teruggelopen en het beton zelf voelde nog een stuk kouder aan. Veel meer dan een t-shirt, een balpen en een notitieblaadje had ik niet tot mijn beschikking. Gelukkig was er een slaapgast die ergens een stapeltje kranten had opgescharreld. Maar ook met De Roerbode als matras en De Limburger als deken viel het allemaal niet echt mee.

Klappertandend kwamen we de nacht door. Toen de eerste zonnestralen aanstalten maakten het Limburgse landschap andermaal in vuur en vlam te zetten kwamen we weer te voorschijn, onverminderd bibberend en gebroken. De eerste menselijke gestalte die we in Roermond ontwaarden was die van bebopvocalist en -notulist Babs Gonzales, die gisteravond tijdens het Mingus-concert reeds luid en duidelijk van zijn aanwezigheid had getuigd. Hij had een hotelkamer met twee bedden en een fles wijn en er bleek zich ook nog een niet te verwaarlozen hoeveelheid weed onder het volk te bevinden.

Zodoende betraden we 's middags verkwikt en gelaafd het park bij kasteel Hatten om getuige te zijn van de Griff/Lock-battle. We waren nog niet eens halverwege.

In de Jazztubes hierboven zien we het Charles Mingus Quintet aan het werk tijdens het Montreux Jazz Festival op 20 juli 1975. Met naast Mingus op bas George Adams op tenorsax, Don Pullen op piano, Jack Walrath op trumpet en Dannie Richmond op drums. Je hoort 'Devil’s Blues' en 'Sue’s Changes'.

foto: David Redfern