Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

De dubbele koers van het Metropole Orkest

Het Metropole Orkest, een van de vlaggenschepen van de Nederlandse muziek, dreigt in zwaar weer te raken. Door de bezuinigingen bij de omroep moet er een allengs groter wordend gat worden gedicht. Gaat dat lukken met populaire projecten rond Marco Borsato cum suis?

door Eddy Determeyer, november 2006

"Laten we het nog een keer doen, terwijl ik hier een dansje uitvoer," klinkt het in de grote studio van het Muziekcentrum voor de Omroep (MCO) in Hilversum. Alan Broadbent staat op de bok en poogt het Metropole Orkest in de juiste stemming te krijgen voor het num-mer 'Roman Interest' van vocalist en componist Elvis Costello. Er wordt gerepeteerd voor een optreden van Costello in de Heineken Music Hall, daags erna. Het is een compositie vol afwisseling, dissonanten en tempowisselingen, die lijkt te refereren aan het werk van Charles Mingus. De fysieke inspanningen van Broadbent werpen hun vruchten af: "Ja, ja, ja. Heel goed!" grinnikt Costello als het stuk is doorgespeeld. De zanger heeft kennelijk nog wat last van zijn jetlag. Hij spaart zijn stem en geneert zich niet voor een potje vals gebrom tegen de achtergrond van de loepzuivere strijkers en blazers.

Swing, kamermuziek, pop
Het geeft ook een indicatie van de breedte van het Metropole Orkest. Van big band-swing uit de jaren veertig en kamermuziek tot hedendaagse pop. En als dat zo uitkomt ook nog operette- en musicalwerk en, kort samengevat, composities uit alle windstreken en culturen, zowel 'serieuze' als meer volkse. "Waarom wel Telemann als 'n soort cultureel erfgoed zien en niet Charles Mingus, of wat wij doen met Mingus, of Willem Breuker? Is ook cultureel erfgoed. Ook iets om in ere en leven te houden," zegt Anton Kok, directeur van het MCO. Nu de politiek heeft besloten dat Nederland best met wat minder cultuur toekan en dat radio eigenlijk niet meer van deze tijd is, moet Kok ervoor knokken zijn omroeporkesten op de been en dus aan het werk te houden. Er waren tijden, ze liggen alweer vijftig jaar achter ons, dat alle omroepen (inclusief de KRO!) een big band in dienst hadden. Belachelijk, nietwaar?!

Hoe dan ook, het Metropole Orkest, een soort symfonische big band zou je kunnen zeggen, is als enige overgebleven van die radio-ensembles. Opgericht in 1945 door Dolf van der Linden groeide het Metropole vrij snel uit tot toonaangevend radio-orkest. Niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten. Momenteel is het zelfs zo dat er nergens ter wereld een even groot en plooibaar ensemble te vinden is. Wanneer er elders in een studio of voor een optreden een dergelijk orkest gewenst is, worden gewoon de beste muzikanten opgetrommeld en wordt ter plekke een ad hoc-formatie samengesteld. Voor aanzienlijk méér geld, dat spreekt.

Mammoet-rockband
"Wij zoeken," zegt Kok, "naar politieke legitimatie, zoals dat in Frankrijk en Engeland gebeurt. Daar zeggen ze, ja, dit is goed voor het land, dat wij dit soort iconen hebben en dat willen we ook graag zo houden. Wat in Nederland de situatie is, is dat we hier even-eens een aantal iconen hebben. De twee 'echte' iconen zijn de Nederlandse Opera en het Concertgebouw Orkest. Het staat buiten kijf dat we daar geld voor over zouden moeten hebben. Maar er zijn nog veel meer iconen in Nederland, die in het buitenland dus hoog aangeschreven staan. We moeten in Nederland wat mij betreft het Metropole Orkest proberen te zien als een van de belangrijke iconen van de Nederlandse cultuur. En accep-teer dan dat het de ene week een prachtig project doet met Marco Borsato en bijvoor-beeld deze week een hoogwaardig project met Elvis Costello."

Jarenlang opereerde het orkest in de beslotenheid van de radiostudio's. Met de komst van de televisie werd het zichtbaarder (Songfestival), maar de laatste jaren gaat het Metro-pole nadrukkelijk de boer op. De succesvolle serie 'With A Little Help From My Friends', in het Amsterdamse Paradiso, maakte duidelijk dat dit geen duf, ingeslapen zootje grijsaards is, maar dat het ensemble heel geloofwaardig overkomt als mammoet-rockband. Een soortgelijk ervaring deden de bezoekers van diverse Uitmarkten en Bevrijdingsfestivals op. De komende maanden staat het Metropole Orkest onder auspiciën van de stichting Jazz Impuls negen keer in de schouwburgen. Daar begeleidt het vocalisten als Francien van Tuinen (Kok: "Daar ben ik een fan van, als ik dat zelf mag roepen"), Fay Claassen, Izaline Calister en Deborah J. Carter. Daarmee bereikt het orkest vermoedelijk een nieuw publiek – vooral voor jongere muziekliefhebbers zal het een ervaring zijn: wat je met een synthe-sizer kan doen, kan dus ook live, met een podium vol zwetende mannen en vrouwen. Aan de andere kant: normaal kan het natuurlijk nooit, zestig beroepsmuzikanten in Schouw-burg Hanzehof in Zutphen.

Twee speerpunten
Het beleid van het Metropole Orkest zal de komende jaren gebaseerd worden op twee speerpunten. Aan de ene kant wordt het potentieel aangewend om jazz, niet-westerse muziek en moderne klassieke meesters te vertolken. Tot die laatsten worden Duke Elling-ton en Leonard Bernstein gerekend, maar ook Rogier van Otterlo, die van 1979 tot 1987 voor het orkest stond en er veel filmmuziek voor schreef. Een tweede aandachtspunt wordt het begeleiden van artiesten in het zogeheten Nederlandstalige genre. "Radio 2-profiel, bijvoorbeeld Marco Borsato, dat soort projecten. Blřf-achtig, ja. De meer orkes-trale popmuziek. Wat aardig is, dan zoek je naar popmuziek die verdieping krijgt door er een orkest achter te zetten," licht Anton Kok toe. "Dan heb je een hoogwaardige be-geleidingstaak. Aan de andere kant heb je een heel eigenstandige rol en functie. Bijvoor-beeld in dat Concertzender-nieuwe-stijl-format, met inderdaad wat ik moderne klassieke muziek vind, van na '45. Wat deels Amerikaanse, maar deels ook Europese cultuur is. Dan kom je op Kurt Weill, maar ook Willem Breuker."

Nu de omroepen de broekriem moeten aanhalen, is een uitgekiend artistiek en financieel beleid geen overbodige luxe. Wanneer niet wordt ingegrepen, zal het Metropole Orkest binnen afzienbare tijd met een gat van een miljoen euro zitten. Met het artistieke plan onder de arm gaat Kok met de omroepen praten om te zien of een volledige financiering te realiseren is. "Het volgende is dat we naar de politiek gaan om te zeggen: hier willen wij ook politieke legitimatie op hebben, om dit zo te doen. Omdat het een heel duur or-kest is, en dat blijft ook zo. Het Rotterdamse North Sea Jazz Festival, daar gaan we wél met zestig man en twee vrachtauto's naartoe, voor een concert van anderhalf, twee uur. Het kost een pak geld. Maar aan de andere kant - ik zal niet de bedragen erbij noemen - op 9 september openden we de Matinee met een opera concertante, een Verdi-opera. Dat kost ook een enorme hoeveelheid geld. Maar daarvan vraagt niemand zich af of we dat wel moeten doen of niet."

Gillen en krijsen
"De grote vraag met zo'n groot orkest is: waarom doen we dit en willen we dat blijven bekostigen?" stelt de directeur. "Ons idee daarbij is dus, ja, je moet dat willen blijven doen, want het heeft een bepaalde rol en een positie in het Nederlandse cultuurland. Als wij contact hebben met politici, blijkt dat men zich informeel wel afvraagt – altijd op zoek naar nieuw geld – moeten we dit nog wel blijven doen, op die schaal? Dat zijn wel de mensen die het voor het zeggen hebben."

Voorlopig zal het orkest zijn uiterste best doen zijn naam als de meest veelzijdige professionele big band-met-strijkers waar te maken. Een project dat prima in het nieuwe beleid past is 'Trijntje Sings Bacharach', dat vanaf begin december in elf muziekcentra en theaters staat. "Ze (Trijntje Oosterhuis) is naar Amerika gevlogen om de toestemming van Burt Bacharach te krijgen. Nou, die vond het zó leuk, die wil meedoen! De cd wordt wereldwijd gereleased door Blue Note en moet een bestseller worden. Had ik het dus met Costello over. Ik kan me goed herinneren dat Costello tijdens liveoptredens zei: 'I now want to play a song by Burt Bacharach and Hal David' en dat dan iedereen heel hard begon te gillen en te krijsen: dat was dan niet de bedoeling. 'I Just Don’t Know What To Do With Myself' was dat. Ik vertelde hem van Trijntje Oosterhuis, daar was ie heel erg in geďnteresseerd."

In de studio wordt van gedachten gewisseld over een break in het arrangement van 'Can You Be There', waar Costello ongeveer een maat lang los van het tempo zingt. "Je moet de stem volgen, die geeft je het tempo," adviseert Broadbent het orkest. Dat zijn dus van die dingen die niet in de partituur staan. "Je moet het een tikje overdrijven," voegt de zanger eraan toe, "dan klinkt het expressiever." De blazers en de strijkers zetten de emotionele versnelling een tandje hoger. En met succes: Elvis Costello gromt tevreden. Het volgende project dat Elvis met het Metropole wil doen, vertrouwt Anton Kok me toe, is een Nelson Riddle-programma, samen met zijn echtgenote, de getalenteerde zangeres en pianiste Diana Krall. Maar dan moet het orkest wél tijd van leven hebben.

Klik hier voor de website van het Metropole Orkest.