Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

The Last Poets
Revolutie op rijm

Het New-Yorkse dichterscollectief The Last Poets veroorzaakte in de jaren zeventig een omwenteling in de poëzie. Zij introduceerden het verschijnsel 'performing poet' en hadden grote invloed op de eerste generatie rappers. In mei verschijnt een biografie in romanvorm en touren de Last Poets door Nederland.

Door Eddy Determeyer, 28 april 2004

Eén ding wisten we zeker in 1968. De revolutie was nakende. Eindelijk. Overal gistte het. In navolging van Parijs, waar de studenten hun hoogleraren naar huis hadden gejaagd om vervolgens aan de voeten van Jean-Paul Sartre ademloos het existentialisme in te drinken en uit te dragen, bezetten we het Amsterdamse Maagdenhuis en schaften we het traditionele onderwijs af. Voortaan bepaalden we zelf wat we wensten te leren. Dolle Mina's maakten schemerlampjes van hun borstenhouders. Provo's ontmaskerden politiepetten als zotskappen. Hippies in gehaakte beddenspreien hielden love-ins, waarbij ze zich volzogen met rode Libanon, een hapje onbespoten boekweit namen en elkander vervolgens vriendelijk aan gingen zitten koekeloeren.
Voor een belangrijk deel was dat allemaal uit Amerika over komen waaien. Auteur Ken Kesey, rijk geworden met zijn bestseller 'One flew over the Cuckoo's Nest', had een tweedehands bus gekocht, die in spiegodeliese kleurtjes geschilderd en zo was hij met zijn Merry Pranksters, een verzameling Beatniks en andere prettig gestoorde tiepjes door Amerika getrokken, om uiteindelijk in San Francisco neer te strijken. Zo was de Haight-Ashbury scene ontstaan, een samenballing van alles wat in de V.S. creatief, alternatief en maf was.

Zwarte knapen
Hoewel ik eerlijk moet bekennen, dat ik de jaren zestig altijd de leukste tijd van mijn leven heb gevonden, bleef er toch iets knagen. Dat hele hippiedom was zo... tja, zo lelieblank. Het enige zwarte gezicht dat iets voorstelde was dat van Jimi Hendrix. Ergens aan de periferie had je dan nog Richie Havens en, postuum, Otis die dood is. Dertig jaar eerder, tijdens de eerste grote jeugdrevolte, waren het zwarte knapen geweest die bepaalden welke muziek hip was (de big bands van Duke Ellington, Jimmie Lunceford en Count Basie), wat je daar bij voorkeur op danste (de Lindy Hop), hoe je je hoorde te kleden (in een zoot suit), wat je diende te roken (reefers) en hoe je geacht werd, elkaar te begroeten ('hey Gate, what's happening, gimme some skin, man').

Frustratie en woede
Anno 1968 hadden zwarte jongeren geen tijd om 'n beetje revolutie te gaan zitten spelen. Die zaten er middenin. De zwarte bevolking wilde volledige gelijkheid - NOW. De Burgerrechtenbeweging had van alles in beweging gezet. Eigenlijk teveel, als je het achteraf beschouwt. Nu konden zwarte mensen vrijelijk in blanke wijken boodschappen doen, of er naar de bioscoop of een café gaan. En de blanken konden hetzelfde doen, uptown. Alleen: dat laatste gebeurde dus niet. Geen blanke huisvrouw die het in haar gepermanente hoofd haalde om achter het spoor haar boodschappen te gaan doen. Ergo: het zwarte geld rolde vanaf midden-jaren zestig de blanke wijken in. De infrastructuur van de stedelijke getto's, zoals die in honderd jaar van zelfstandige ontwikkeling vorm had gekregen, met de kleine mom-and-pop buurtwinkeltjes, de bars met hun orgeltrio's, de buurttheaters, de kleinschalige kantoren en bedrijven, dat alles ging naar de gallemieze.
Frustratie en woede. Zo kon je de sfeer in de Afrikaans-Amerikaanse stadswijken karakteriseren. Zwarte jongeren hadden helemaal geen behoefte om op Jefferson Airplane te zweven met blommen in hun haar. Die werden lid van de Nation of Islam en tooiden hun Afro's met baretten van de Black Panthers.

Taal van de straat
Dat was het klimaat waarin de Last Poets het woord eisten. De geboorteplaats en -datum van de Laatste Dichters waren significant. Op 19 mei 1968 zou de zwarte revolutionair Malcolm X 43 zijn geworden, wanneer hij drie jaar eerder niet was vermoord. En de plek, Marcus Garvey Park in Harlem, herinnerde aan de visionaire zonderling uit Jamaica, die met zijn 'Back to Africa' programma in de jaren twintig de grootste mensenmassa uit de geschiedenis van de westerse wereld op de been had gekregen. David Nelson, Gylan Kain en Abiodum Oyewole waren zich tijdens die allereerste performance bewust van de historische aspecten. Het waren jongens van de gestampte pot, die zich door zelfstudie (lees: inbreken in de bibliotheek!) de geschiedenis van Afrika en van de zwarte diaspora hadden eigengemaakt. Ze spraken de taal van de straat. Hun op de beat van congadrums gezingzegde teksten verwezen direct naar de manier waarop zwarte jongeren elkaar al tientallen jaren op straathoeken verbaal probeerden af te troeven. The Dirty Dozen, een humoristische scheldkannonade aan het adres van de moeder van je opponent, was zeer geliefd. Ook in de blues kwam je dit soort parlando-technieken tegen. Uiteindelijk was het natuurlijk allemaal afkomstig uit de kerk: in Baptistenkerken op het platteland van Virginia wordt sinds mensenheugnis op deze wijze gepreekt.

Biografische trip
Hoe de Laatste Dichters onder hun succes bezweken heeft Christine Otten, schrijfster en performer, in haar gelijknamige boek uit de doeken gedaan. Ze heeft de poëten, hun familie en andere betrokkenen uitgebreid geïnterviewd en op basis van die gesprekken een caleidoscopische kroniek in romanvorm geschreven. En laat ik het maar gelijk zeggen: dit is een waanzinnig boek. De Laatste Dichters zuigt je mee. Te zeggen dat ze haar onderwerp dicht op de huid heeft gezeten is een understatement. De auteur is in die huid gekropen, zodat het resultaat een hallucinante collectieve biografische trip werd. Sfeertekening, detaillering en ritme zijn haar belangrijkste stijlmiddelen. De ene dichter komt beter uit de verf dan de andere, wat met empathie te maken kan hebben, of simpelweg met het geheugen van de betrokkene. De Dichters zijn nooit zuinigjes geweest met de middelen. Zo heeft Umar Bin Hassan, Last Poet van het tweede uur, ontegenzeglijk meer reliëf gekregen dan zijn brothers. Duidelijk wordt ook, dat de Dichters mensen zijn van vlees en bloed, rotzakken, junkies, straatvechters. Bijna alsof de gedichten en de makers op twee verschillende niveaus existeren. Want de heren waren niet te beroerd om elkaar met hamers te lijf te gaan, of met injectienaalden, als dat zo uitkwam. Of, zoals Amiri Baraka (in een vorig leven bekend als LeRoi Jones) het formuleerde: 'the kina nigger you don never wanna meet!'

Zweven
Afgezien van een paar passages waarin haar proza dreigt dicht te slibben, heeft Otten haar boek een spectaculaire vaart gegeven. Het ritme, de soundtrack, is de muziek die relevant was in de jaren zestig en zeventig: Miles Davis, John Coltrane, The Temptations. In het tijd-ruimte continuüm van de Last Poets vliegen geen Jefferson Airplanes. Wanneer jeugdherinneringen komen bovendrijven is de sfeer soms sprookjesachtig. Maar dan wel van het grimmige soort. Opvallend is, dat 'zweven' een metafoor is die vaak wordt gebruikt. Personen bewegen zich zo soepel of zo snel dat ze lijken te vliegen, in gedachten en dromen zweven ze henen, de woorden drijven weg van hun sprekers. Die combinatie van verstilling en geweld, van idealisme en materialisme, van het verhevene en het platvloerse maakt De Laatste Dichters zo bijzonder en zo levensecht. Het is wèl vreemd, verwarrend, om de typisch Amerikaanse lotgevallen van deze typisch Amerikaanse straatkunstenaars in het Nederlands te volgen. Soms waan je je echt in een vertaling.

Witte duivel
Zoals gezegd, de Last Poets vielen uit elkaar op het moment dat het Grote Geld zich aandiende. De blanke producer Alan Douglas zou later nog dubieuze rollen spelen in de Jimi Hendrix-erfenis en in de loft jazz-scene. Toen hij de dichters in 1970 een platencontract aanbood, was het hek van de dam. Gylan Kain wilde niet voor een 'witte duivel' werken, haakte af en verzeilde uiteindelijk in Amsterdam. Knarsentandend moest hij toezien, hoe Douglas een half miljoen exemplaren van het debuutalbum Last Poets wist te slijten, met daarop de hit 'Niggers Are Scared Of Revolution'. Kain zal, ironisch genoeg, vermoedelijk niet aanwezig zijn wanneer zijn voormalige collega's door Nederland touren. Momenteel bestaat de groep uit mede-oprichter Abiodun Oyewole, Umar Bin Hassan en drummer Don Eaton. Ze worden vergezeld door Nederlandse geestverwanten: Neske Beks, Maarten Das, de Track Addicts, Tasha's World en de combinatie MC Krewcial, DJ Gus en Tanya Saw uit België.

Christine Otten: De laatste dichters (Atlas)

De tour

  • 9 mei: De Effenaar, Eindhoven
  • 11 mei: Openbare Bibliotheek, Bijlmermeer
  • 12 mei: Doornroosje, Nijmegen
  • 13 mei: Het Paard van Troje, Den Haag
  • 14 mei: Nighttown, Rotterdam
  • 15 mei: Paradiso, Amsterdam

De Dichters van dag tot dag

  • 1968: oprichting The Last Poets: David Nelson, Gylan Kain en Abiodun Oyewole, met percussionist Nilija
  • 1970: Gylan Kain vervangen door Umar Bin Hassan en Felipe Luciano; debuut 'The Last Poets', Douglas
  • 1971: 'This is Madness', Douglas
  • 1972: 'Chastisement', Douglas
  • 1973: Jalal Nuriddin treedt toe; 'Hustlers Convention', Douglas
  • 1974: 'At Last', Blue Thumb
  • 1975: 'Delights of the Garden' en 'Jazzoetry', Celluloid
  • 1981: 'The Message' van Grandmaster Flash and the Furious Five, geïnspireerd door The Last Poets
  • 1985: 'Oh! My People', Celluloid; oprichting Public Enemy, geïnspireerd door The Last Poets
  • 1990: Ice Cube neemt 'Amerikkka's most Wanted' op, geïnspireerd door The Last Poets; A Tribe called Quest samplet 'Time', van 'This is Madness'
  • 1991: 'Freedom Express', Celluloid (niet uitgebracht)
  • 1993: 'Be Bop or be Dead', Axiom
  • 1994: '25 Years', Rykodisc; Lollapalooza'-tour; John Singleton's film 'Poetic Justice'
  • 1995: 'Holy Terror', met Pharoah Sanders en Aiyb Dieng, Rykodisc
  • 1995: 'Time has come', met Chuck D, Mouth Almighty
  • 1996: kroniek/bundel 'On a Mission' door Kim Green (Henry Holt and Co.)
  • 2004: biografie 'De Laaste Dichters' door Christine Otten (Atlas); nieuwe cd met onder anderen Erikah Badu en Common