Draai om je oren
Jazz en meer - Artikelen



home  
    
    
 

Spiritueel concert ter nagedachtenis aan John Coltrane

KS Ensemble, maandag 25 september 2006, Paradiso, Amsterdam

door Alexandra Mientjes, oktober 2006

Er is wierook bij binnenkomst, het glas in lood van Paradiso is helverlicht en op het po-dium branden kaarsen. Op de achtergrond speelt Coltrane 'A Love Supreme' en wanneer de muzikanten het podium betreden worden ze in blauw licht gehuld. Ter nagedachtenis aan de tachtigste geboortedag van John Coltrane presenteert Kindred Spirits 'For John Coltrane, Love Is Supreme', een odyssee door de spirituele jazz als eerbetoon aan het gedachtegoed van de saxofonist.

Dit belooft een concert te worden met een spiritueel (misschien zelfs religieus?) tintje, met titels als 'The Creator Has A Master Plan' en 'Prince Of Peace'. Het ensemble bestaat uit onder anderen Jimmy Rage (zang), Dirk Beets (trompet), Eric van der Westen (bas), Erik Hoeke (drums), strijkkwartet Pavadita en Kamerkoor 2613 en noemt zichzelf Kindred Spirits: geestverwanten van John Coltrane. Mete Erker (saxofoon) heeft de onmogelijke taak op zich genomen het publiek in dezelfde hogere sferen te leiden als Col-trane dat ooit deed.

Het concert begint met een geluidsopname van Elvin Jones, waar later de andere musici aan toegevoegd worden. Dan krijgt de zaal beelden te zien van Jezus, de Islam, biddende moslima's, kruizen, Amerikaanse gospelkerken en vooral veel religieuze kreten, die vaak begeleid worden door dollartekens, beelden van VISA-kaarten, exploderende vliegtuigen of andere Amerikaanse consumptieproducten en –beeltenissen. Het eerbetoon lijkt een politieke boodschap te bevatten waarvan de vraag is of dit werkelijk veel te maken heeft met Coltrane's uitspraak dat God 'A Love Supreme' aan hem geopenbaard had, zoals de Bijbel aan de Christenen. Echter, voordat we hier al teveel over na kunnen denken horen we eindelijk de klanken van 'Acknowledgement'.

Het eerste nummer 'The Creator Has A Master Plan (Peace)' is geschreven door Leon Thomas en Pharoah Sanders in het begin van de jaren '70. De stukken zijn over het algemeen niet heel jazzy en dat geldt ook voor dit stuk. Wel blijft de voortdurende en minimalistische ritmesectie, die op 'A Love Supreme' (en ook op andere platen van Col-trane) de aandacht vraagt, in de meeste stukken terugkomen. Het koor begeleidt de band met de zin 'A Love Supreme' en de solo is voor Han Litz op dwarsfluit, die ook veel van de arrangementen voor zijn rekening heeft genomen. Dit eerste nummer blijft inge-togen en de structuur ervan is vrij open, zodat er ruimte is voor de spelers om goed tot hun recht te komen.

Dit verandert bij het tweede nummer. 'Ja-Mil' is geschreven in een 6/8 maatsoort en lijkt qua begeleiding erg veel op Coltrane's uit-voering van 'My Favourite Things'. Het stuk is zeer explosief en dat leidt er ook toe dat Mete Erkers solo regelmatig wegvalt ten op-zichte van de muur van geluid die de andere instrumenten voort-brengen. De contrabas staat erg hard, de piano erg vol en het koor is nogal overheersend. Toch speelt Erker een mooie, doch drukke solo met een zuivere toon.

Het stuk 'Duke And Trane' is gebaseerd op een zestiende-eeuws Fins volksliedje dat gek genoeg in een vijfkwartsmaat wordt in-gezet. Het is een erg snel en bombastisch nummer en ook bij een groot gedeelte hiervan smelten de instrumenten samen, zodat er een grote brei muziek ontstaat waarin de afzonderlijke soli nauwelijks hoorbaar zijn. Door-dat er zo'n grote groep mensen op het podium staat is arrangeren natuurlijk niets teveel gevraagd, maar juist vanwege zo'n vaste structuur per nummer gaat het improvisatie-element, dat bij jazz - en zeker bij 'A Love Supreme' - juist zo belangrijk is, verloren. Er ontstaat wel een spannend en dramatisch moment wanneer Eric van der Westen begint te strijken en dat maakt veel goed.

'Prince Of Peace', andermaal een stuk dat aan Coltrane is opgedragen, heeft een vrolijk karakter. Ook hier valt op dat de ritmesectie zeer herhalend en minimalistisch te werk gaat. De strijkers en blazers worden ingezet om korte begeleidingsstukjes te spelen, die op bepaalde momenten redelijk overbodig zijn. Gedurende het stuk zijn er hele interes-sante korte intermezzo's en ook de bassolo van Van der Westen die het volgende nummer inluidt is de moeite waard. Toch blijft het probleem wederom dat werkelijk samenspel tussen de muzikanten vrijwel onmogelijk is, doordat er zoveel uitgedachte stukken zijn voor iedereen. Hierdoor blijft de muziek redelijk gestileerd en wordt er weinig gefreakt. Zangeres Yinka, die bij dit nummer meezingt, wordt vreemd genoeg niet geďntroduceerd of afgekondigd.

Hoewel het nummer 'John Coltrane' ook een 6/8 maat heeft, zijn de solo's braaf. Wel heeft de blazerssectie deze keer mooie Coltrane-achtige loopjes, maar helaas wordt de trance, waarin je soms belandt als je naar Col-trane zelf luistert, niet bereikt. Hierna volgt het stuk 'Two Lullabies' dat bijna Miles Davis-achtige trekjes heeft. Het doet denken aan de plaat 'Miles In The Sky'; vooral het Fender Rhodes-geluid van Wiboud Burkens draagt daaraan bij. Dit stuk lijkt wel een beetje een uitzondering tussen de anderen stukken. Het is net geen free jazz, maar er is nu gelukkig wel wat meer plaats voor improvisatie en experiment, ook voor de ritmesectie. Dat heeft waar-schijnlijk ook te maken met de traagheid van het nummer. Helaas blijft het geheel hier-door wel wat statisch.

Dan komt het enige stuk door Coltrane zelf geschreven: een uitvoering van 'Naima'. De drummer en percussionist verbouwen het zodanig dat het bijna een Braziliaanse samba wordt, wat wel een heel bijzonder effect geeft. De bassist stapt over op een elektrische bas en het koor en de strijkers worden tijdelijk uitgeschakeld. Eindelijk is er wat meer vrijheid voor de instrumentalisten en begint de muziek wat op jazz te lijken. Er volgt ook nog een drumsolo, die ervoor zorgt dat Erik Hoeke hier wat meer naar voren komt dan tijdens de andere nummers.

Tijdens het laatste nummer 'Umi Says' wordt vocalist Jimmy Rage bijna kwaad op het publiek, wanneer dit naar zijn zin niet genoeg met de muziek meegaat of niet hard genoeg 'Shine' roept, wat Rage zelf zo lang blijft herhalen tot het irritant wordt. Het koor blijft nogal eentonig, maar zorgt met een degelijke dynamiek wel voor een opzwepend nummer. Op sommige plekken slaat het nummer om naar melancholie, wanneer bijvoorbeeld Dirk Beets een emotionele trompetsolo weggeeft. Waarom Mete Erker bij de afsluiter niet meespeelt komen we echter niet te weten. Zou dit ook een symbolische betekenis hebben? Love is supreme, ook zonder saxofonist?

Het publiek is na de show enthousiast en geeft een staande ovatie. De solisten kwamen niet helemaal goed tot hun recht, maar de boodschap is in elk geval duidelijk: de geest van Coltrane leeft nog voort in veel muzikanten die met hun muziek nog steeds iets meer proberen te bereiken dan alleen het oor van de mens.