Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Jazz op het Dak 2007

De voortreffelijke organisatie van het VPRO-jazzfestival Jazz op het Dak heeft, gelet op de verwachting van hevige windkracht, het evenement moeten verplaatsen van het dak van het Science Center Nemo naar Jan Wollfs prestigieuze Muziekgebouw aan 't IJ. Op het dak is het natuurlijk apart, leuk en origineel (men overweegt om meerdere Jazz op het Dak-concerten in het land te organiseren), maar in het Muziekgebouw is het ook niet mis. De ruime foyer, het grote restaurant, het magnifieke terras aan het IJ – zaterdag was het weer redelijk, dus een vol terras – en de ruime concertzaal lenen zich uitstekend voor festivalachtige activiteiten. Waar de andere afzonderlijke publieke omroepen het laten liggen (schande!) is het de VPRO die zich bezighoudt met jazz en zowel initieert als participeert in jazzactiviteiten, onder andere de Toonzaalconcerten in Jazz in Duketown en de zaterdagavondconcerten in samenwerking met het Bimhuis.

door Jacques Los, juli 2007

Op het festival speelden iedere avond twee formaties en was er nadien nog een afterparty in het Bimhuis (in hetzelfde gebouw, dus een kwestie van de trap of lift nemen). Het programma werd geopend door de internationale band van drummer Manu Katché: Neighbourhood. In de groep speelde onder meer de inmiddels spraakmakende Noorse saxofonist Tyvge Seim. Op het label ECM zijn van hem succesvolle albums verschenen, zoals 'Different Rivers', 'The Source' en 'Sangam'. Met zijn landgenoot trompettist Mathias Eick vormde hij de blazersgroep. Het kwintet produceerde een nogal easy listening jazzy muziek. Op de door de ritmesectie – bassist Slawonir Kurkiewicz, pianist Marcin Wasilewski, beiden bekend van het Thomas Stanko kwartet – gerealiseerde groove soleerden beide blazers fraai, bekwaam, sereen en sfeervol, veelal bedachtzame lijnen blazend. Drummer Katché, die vooral furore maakte bij popidolen als Peter Gabriel en Sting, begeleidde het gehele concert lekker swingend en stuwend en leverde een furieuze drumsolo af in 'Cherokee', het laatste nummer van zijn concert.

Trio Bennink-Borstlap-Glerum was van een geheel andere orde. De oude impro-maten, Bennink en Glerum, hebben een jongere deelgenoot getroffen in de al reeds gevestigde pianist Michiel Borstlap. Borstlap is een muzikale omnivoor. Hij componeert, onder andere een opera voor de Emir van Qatar, begeleidt Gino Vanelli en heeft een eigen elektronische groep Electron. Zijn pianistische kwaliteiten zijn welhaast onbeperkt en in dit trio blijkt ook nog eens zijn improvisatietalent. Het was een feest dit trio te horen en te zien. Muzikaal buitelden ze over elkaar heen en anticipeerden op elkaars muzikale creaties. De chemie tussen de drie matadoren was optimaal. De gehele geschiedenis van de pianojazz incorpereerden de heren in hun spel: ragtime, blues, sublieme Basie-swing, stevige hardboplijnen en felle freejazz-interrupties. Daarbij toonde Bennink zich als altijd vol grappen en grollen, prominent, fysiek en inventief, kortom in topconditie. En Glerum, stoïcijns, robuust en bindend bassend, de motor van het trio. Pianist Borstlap, alert luisterend, soms dwingend solerend, initiërend, ingetogen en extrovert en met een technische precisie solerend. Een hoogtepunt, dit optreden.

Stefano Bollani, het nieuwe piano talent uit Italië, maakte tijdens de afterparty zijn reputatie van virtuoos klassiek geschoold pianist meer dan waar. Op albums als: 'Gleda', 'I Visionaro' en 'Mi Ritorni In Mente' konden we al kennis nemen van zijn Rachmaninovse, jazzy kwaliteiten. In het Bimhuis werd dat nog eens in een solo-optreden bevestigd, gecombineerd met een jeugdige humorvolle presentatie. Klassieke composities, jazzstandards en eigen stukken werden uiterst smaakvol en met verve door Bollani vertolkt. Alleen zijn enige vocale bijdrage was ver onder de maat.

De tweede avond ging van start met Eric Vloeimans' Gatecrash. Vloeimans is Neerlands wondertrompettist. Of hij nu een duo speelt met pianist Ramon Valle, of met zijn trio Fugimundi, of met Gatecrash: het is allemaal van een bijzondere klasse. Zowel muzikaal inhoudelijk als technisch is het van wereldniveau. In Gatecrash combineert hij pittige solo's geraffineerd met elektrische effecten. Op momenten klinkt zijn trompet dan ook als een complete trompetsectie van een bigband. Daarnaast zijn er in zijn spel subtiele, fluisterzachte momenten, die hij voorziet van smaakvolle echo-effecten. Naast Vloeimans' uitmuntende solo's en originele composities dienen zijn competente bandleden vermeld te worden: Jeroen van Vliet op keyboards, Gulli Gudmundson op bas en Jasper van Hulten op drums. Als verrassing werd Vloeimans' 'Sweetsong' gevoelig gezongen door Fay Lovski.

Als in de folder vermeld combineerde het Vyay Iyver Quartet moderne jazz met Indiase en Afrikaanse elementen. Inderdaad (ook vermeld) a forward looking jazz quartet. Iyver is een fenomenaal pianist, qua stijl tussen Tristano en Monk in, en een origineel componist. Het kwartet laat zich niet alleen door bovengenoemde elementen inspireren, maar ook door hedendaags gecomponeerde muziek en improjazz. Ook altsaxofonist Rudresh Mahantappa is een uitzonderlijk improvisator. Het kwartet, dat verder nog bestaat uit bassist Stephan Crump en drummer Justin Brown, speelde zeer eigentijdse, interessante jazz op een verrassend hoog niveau.

De afterparty werd verzorgd door de Vera Westera Band. Volgens de folder: een zangeres die fluistermooie jazz kan combineren met krachtige funkvocals. Het zal wel. Ik was er niet bij, begaf me reeds huiswaarts.

Jazz op het Dak is een sterk geprogrammeerd en georganiseerd kwalitatief jazzproduct. De podiumpresentatie van Vera Vingerhoeds was charmant en vakkundig. Minpuntje: tijdens het festival bleven de deuren van de concertzaal geopend. Een deel van het publiek – bij Iyver zelfs een groot deel – kon daardoor achterin de zaal en in de foyer consumeren en luidkeels wauwelen. Wellicht was het in dat opzicht handiger geweest het toegankelijker Gatecrash als laatste te laten spelen.

Klik hier voor een fotoverslag van dit festival door Maarten Jan Rieder.