Draai om je oren Jazz en meer - Artikel |
home |
||
|
Jazz Middelheim 2009 Donderdag 13 augustus Een festivalverslag in woord en beeld door Koen Van Meel & Cees van de Ven.
Het onverwachte extraatje (wel enkele dagen op voorhand aangekondigd) dat de bezoekers tijdens de eerste dag van Jazz Middelheim te beurt viel was The Circle, een groep die aan het conservatorium van Antwerpen ontstond tijdens een project rond de muziek van Brian Blade. De groep en de individuele muzikanten zijn nog jong – ondanks de respectabele podiumervaring van sommige leden – en bijgevolg mag het hen vergeven worden dat niet alles perfect op zijn plaats viel. In het slechtste geval leek het alsof de band examen stond af te leggen, maar daartegenover kon The Circle pronken met een stel eigen composities waar bekendere namen meteen voor zouden tekenen. Altsaxofonist Lander Van den Noortgate bracht uit het repertoire van zijn eigen groep Hamster Axis Of The One-Click Panther stukken als 'Meet The Hamsters' en 'That’s It For Now' mee, drummer Steven Cassiers (Dez Mona en Ewout Pierreux) droeg de heerlijke basriff van 'Verlatingsangst' aan en van gitarist Tim Finoulst was 'Ballad' te horen. De ambitie van de band sprak uit zijn set; geen klassiek rondje thema-solo's-thema, maar stukken die uit hun kader breken en uiteenvallen in contrasten. Hierdoor werden de verschillende solisten binnen een en hetzelfde stuk soms in verschillende settings geplaatst. Het potentieel van deze werkwijze kwam er echter niet altijd even goed uit. De blazers en de gitaar vonden sneller hun weg dan de ritmesectie, die aanvankelijk wat tam klonk. Tijdens het optreden evolueerde de hele band naar een sterkere samenhang, niet in het minst door de aanwezigheid van coach/tenorsaxofonist Mark Turner. Zijn gevoel voor melodieën met heel eigen wendingen, het omzeilen van clichés en zijn heerlijke, lyrische toon (iets waar ook Van den Noortgate mee gezegend is) kwamen binnen het kader van The Circle's muziek helemaal tot hun recht. Ook in het afsluitende 'Move' van pianist Wout Gooris, dat na een lekker poppy, asymmetrisch eerste deel een versnelling hoger schakelde. Deze omgeving leek aanvankelijk verre van Turners gebruikelijke biotoop, maar hij wist zich er perfect in te nestelen. Een pak meer ervaren dan The Circle is Octurn, de band rond baritonsaxofonist Bo Van der Werf die op Middelheim nieuwe werk kwam voorstellen van Van der Werf zelf en altsaxofonist Guillaume Orti. De muziek werd aangekondigd als "minder cerebraal" dan doorgaans van de band verwacht mag worden en dat was niet gelogen. Zo kunstmatig en futloos als hun vorige project '7 Eyes' klonk, zo energiek en gretig speelde de groep nu. De sterktes van de groep werden bewaard, maar de complexe harmonieën, de vreemde melodieën en de hoekige baslijnen werden nu aangedreven door de stevige ritmesectie. Het vage moest plaats ruimen voor het energieke, waardoor de solisten ook beter uit de verf kwamen. Vooral Orti liet zich met zichtbaar plezier gaan.
Deze veranderingen bleken ook compositorische gevolgen te hebben. Nooit was de polyfone structuur van de simultaan gespeelde blokken (die naar goede Octurn-traditie elk een eigen metrum leken te volgen) zo indrukwekkend. Bovendien werd de muziek op deze manier verrijkt met een stevige spanningsboog en dito opbouw, waardoor het geheel complex en tegelijkertijd toegankelijk werd en een energieontlading plaatsvond zonder sporen van brutaliteit. Octurns optreden op Jazz Middelheim was een eerste bewijs (voor zover dat nog nodig is) dat topkwaliteit niet over de landsgrenzen gezocht moet worden. Een tweede argument zou niet lang op zich laten wachten... Goed drie kwartier nadat Octurn het podium verlaten had, kon de aangekondigde zegetocht van de Flat Earth Society beginnen. Woorden schieten tekort om deze atypische bigband te beschrijven – wat ook de mensen van BBC begrepen hebben, die de groep begin mei uitnodigden voor een exclusieve opnamesessie. FES kon naar Middelheim afzakken met in hun handbagage het album 'Cheer Me, Perverts!', de tot nog toe beste en scherpste plaat van het ensemble. De stukken van dit album vormden de kern van de set waar de groep onder leiding van Peter Vermeersch doorheen raasde. Alles en iedereen was er: het traag mankende 'Kotopoulopology', het hyperkinetische 'Vole Sperm Reverie' en de cartooneske speelsheid van 'Mutt' naast de enthousiast gespeelde maatveranderingen van 'Psychoscout' (titelnummer van het vorige album), het ronken en smoren van 'Miss Possible' en natuurlijk 'Too Sublime In Sin', dat ontroerend bedeesd begon, maar even later loos ging in een pompende totaalsound met clusterpiano.
Van The Circle over Octurn naar FES was de tent geleidelijk aan voller gelopen. Niet verrassend zouden uiteindelijk alle stoelen bezet raken voor het slotconcert. Voor de een "kwam Lou Reed" naar Jazz Middelheim, voor de ander "kwam John Zorn terug". Aan Reeds echtgenote Laurie Anderson werden minder woorden besteed, hoewel ook zij een respectabele carrière achter (en voor) zich heeft liggen. Bovendien zou ze een heel eigen plaats innemen binnen het trio; met haar rijke vocabularium van viool, stem en elektronische vervormingen vervulde ze een brugfunctie tussen haar mannelijke tegenspelers. Het trio Anderson-Reed-Zorn (objectief in alfabetische volgorde dan maar) begon zonder veel poeha en sterallures; opkomen en spelen, het publiek moest niet wachten. De inzet was verrassend herkenbaar met een viool die klonk als een openvallend accordeon en daarboven flarden van een folkachtige melodie van Zorn. Reed was de eerste om een aanzet tot gedonder te geven, maar zijn avances in het lage register werden niet beantwoord door zijn collega's. Jammer genoeg zou dit soort situaties schering en inslag worden; de kort afgeknepen klanken van de altsax (nochtans dankbare geluiden om op te reageren) vonden geen gehoor bij de anderen en de bij momenten hemelse harmonische structuren van Laurie Anderson boden geen goed onderkomen voor Zorn. Zijn melodieën leken zich niet 'in', maar louter 'op' de akkoorden te bewegen, waardoor er geen echte connectie tot stand kwam. De drie zaten improviserend constant in elkaars buurt, maar van echte communicatie was zelden sprake. Op een eerste moment van totale herkenning in een zachte, fonkelende passage was het 25 minuten wachten. Meer dan 10 minuten later volgde een ander fraai moment toen de rituele, statische harmonie van Anderson gezelschap kreeg van een breed spelende Reed en een melodische Zorn.
Na dit concert was de reden waarom de eerste dag van Jazz Middelheim 10 euro duurder uitviel dan de andere minder duidelijk dan ooit. Het goede nieuws was dan weer dat men geen chauvinist moest zijn om op de eerste dag van het festival te horen hoe muzikanten van eigen bodem grote Amerikanen op hun plaats zetten. Nu nog wachten tot jazz een Olympische discipline wordt en het komt nog goed met die medailleverdeling. Klik hier voor een fotoverslag van deze dag door Cees van de Ven. |
|