Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Fusie tussen jazz en klassiek:
De dunne lijn tussen twee werelden

Het Conservatorium van Amsterdam presenteert volgende maand een interes-sant project waaraan zowel studenten klassieke muziek als jazzstudenten meewerken. Onder leiding van Justin DiCioccio wordt overwegend nieuw werk voor big band en symfonieorkest gespeeld.

door Eddy Determeyer, 22 november 2004

Justin DiCioccio (foto: website National Arts Centre Orchestra)Het was een merkwaardig gezelschap dat donderdag 6 november 1941 in het New-Yorkse Waldorf Astoria Hotel bijeenkwam. De knapste koppen en meest vooraanstaande componisten uit de Amerikaanse klassieke muziek waren er: Sigmund Spaeth, Wilfrid Pelletier en nog een achttal collega’s van de achtenswaardige Chamber Music Society of America. Het gezelschap werd gecompleteerd door Jimmie Lunceford, Glenn Miller en een keur aan andere swing-iconen. De aan-leiding was het succes van de film 'Blues In The Night', waar-voor Lunceford de muziek had geleverd. Warner Brothers, de producent van de film, had de bijeenkomst gesponsord en het doel was na te gaan in hoeverre bluesmuziek geïntegreerd kon worden in de Amerikaanse serieuze toonkunst.

Vileine verwijten
Van die nobele opzet kwam bitter weinig terecht. De klassieke meesters staken hun weerzin jegens de populaire dansmuziek niet onder stoelen of banken en de jazzcats pareerden de aanval met opmerkingen en verwijten die nog een stuk banaler en vileiner waren. Vervolgens deed men zich eensgezind tegoed aan de aanwezige hapjes en drank-jes, met als direct gevolg dat hoegenaamd niemand nog oog of oor had voor het ad hoc-combo met saxofonist Joe Thomas en pianist Art Tatum, dat de onmogelijke taak had het gelal te overstemmen. Zodat de aanwezige jazzmuzikanten en journalisten die zich niet plat lieten vollopen ten einde raad maar naar een naburig jazzhol vluchtten om daar gezellig te gaan jammen.

Massief brein
Het heeft lange tijd gewrongen tussen jazz en klassieke muziek. Een van de eerste po-gingen om een brug te slaan tussen die twee ontsproot uit het massieve brein van 'King of Jazz' Paul Whiteman. Die orkestleider gaf in 1924 componist George Gershwin de op-dracht, 'an experiment in Modern Music' te schrijven. Dat werd de 'Rhapsody In Blue', de eerste en gedurende lange tijd enige succesvolle fusie tussen de oude en de jonge muziektradities. Rond 1940 deed klarinettist en bandleider Artie Shaw iets dergelijks op zijn manier en het genre maakte eind jaren vijftig een bescheiden bloeiperiode door, toen componisten als Gunther Schuller, George Russell en John Lewis onder de noemer 'Third Stream Music' hybride vormen ontwikkelden. Sommige van die stukken waren oprecht vernieuwend, andere waren niet veel meer dan fris geverfde barokcomposities.

Nieuwe fusievormen
Komende maand krijgen we te horen hoe de stand van zaken anno 2004 is. Uit New York komt Justin DiCioccio overgevlogen om de klassieke muziek- en jazzstudenten van het Conservatorium van Amsterdam in een programma van overwegend nieuwe fusievormen te dirigeren. Hij is hoofd van de Manhattan School of Music en van huis uit tevens per-cussionist, zodat hij vertrouwd is met de respectieve idiomen. DiCioccio heeft slagwerk-composities uit de hele wereld gespeeld, maar ook achter de drums gezeten bij Dizzy Gillespie en Stan Getz. Op de lessenaars staan composities van Mike Abene, Manny Albam, Bob Mintzer en Richard Sussman, plus een 'oud' stuk, het bekende 'Concierto De Aranjuez' van Joaquin Rodrigo, in het nóg bekendere arrangement van Gil Evans. Het klimaat is sinds die tumultueuze bijeenkomst in het Waldorf Astoria drastisch verbeterd. De werelddelen van de klassieken en de jazz zijn naar elkaar toe gedreven en de laatste 25 jaar heeft de niet-westerse muziek overal hete ontstekingen veroorzaakt. Vooroor-delen zijn goeddeels verdwenen en het merendeel der conservatoria biedt vandaag de dag een volwaardige jazzopleiding.

Geen Europese traditie
"Tegenwoordig worden jongeren niet meer opgevoed in de klassieke traditie," meent DiCioccio. "Met de oudere muzikanten was dat wél het geval. Nu groeien ze op met pop, weetjewel, met rock and roll, of de een of andere vorm van hiphop. Dat horen ze als kinderen. Later leren ze dan dat er ook klassieke muziek bestaat. Er is geen Europese traditie meer. Dat is iets wat ik in Amerika zie: grof gezegd bestaat die Europese traditie niet meer. Mijn ouders zijn uit Europa afkomstig. De muziek waar zij van hielden, die ze draaiden, waren opera's en klassieke muziek. Dat hoorden ze op de radio. Dus dat kreeg ik allemaal mee. En als kind luisterde ik vanzelfsprekend ook naar populaire muziek. Zo gaat dat, dacht ik, tegenwoordig niet meer. Dus daar komt die verandering in houding vandaan. Daardoor krijgen nieuwe geluiden van jongere musici een kans, zogezegd. Er is nog maar een dunne lijn tussen hedendaagse klassieke muziek en jazz." Niet veel kans, met andere woorden, dat de klassieke mensen en de jazzvogels elkaar in Vredenburg, De Singel of Paradiso in de haren zullen vliegen. Maar van de andere kant: een combo met Joe Thomas en Art Tatum, na afloop, zit er waarschijnlijk ook niet in.

The Amsterdam Jazz Philharmonic onder leiding van Justin DiCioccio is te zien en te horen op de volgende podia: Vredenburg, Utrecht (15 december), De Singel, Antwerpen (16 december) en Paradiso, Amsterdam (19 december).