Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Gil Mellé - 'The Complete Blue Note Fifties Sessions'

Lost hero Gil Mellé

Niemand zal ontkennen dat de baritonsaxofoon solistisch gezien in de jazz een welhaast te veronachtzamen rol speelt. Sceptici spreken zelfs van een 'knorrend varken' en met de naamsbekendheid van belangrijke baritonsolisten valt het zwaar tegen.

door Jacques Los, januari 2005

Natuurlijk, Gerry Mulligan – wie kent hem niet – en Harry Carney, die worden nog wel genoemd en gekend. Maar daar houdt het toch wel mee op. Om tot een uitgebreider lijstje te komen moet diep in het geheugen worden getast en dienen enkele jazzlexicons te worden geraadpleegd. Zo kunnen nog toegevoegd worden: de legendarische Lars Gullin, Serge Chaloff, Bob Gordon, Nick Brignola, Ronnie Cuber, Pepper Adams en Cecil Payne.

Harry Carney (foto: The African American Registry)Ontegenzeggelijk speelt de bariton een niet te onderschatten rol in de saxsectie van de big bands. De klankkleur van die sectie wordt namelijk in het bijzonder bepaald door het donkere geluid van de baritonsax. Exemplarisch in dit verband is de sound van de sax-sectie van het toenmalige orkest van Duke Ellington, met zeer veel dank aan Harry Carney.

In 1986 publiceerde Fred van Doorn het boek 'Lost heroes' (de vergeten helden van de jazz), waarin een 12-tal musici werden geportretteerd die min of meer in de vergetelheid zijn geraakt, waaronder Tina Brooks, Tony Frusella, Frank Strozier en Webster Young. Wat mij betreft had hij er nog één aan die serie toe kunnen voegen: bariton-saxofonist, componist en beeldend kunstenaar Gil Mellé.

Gil Mellé werd geboren in 1931 in Jersey City. Hij manifesteerde zich op jeugdige leeftijd al als muzikant en kunstschilder. Hij is beide gebieden zeer talentvol en speelt al snel in de jazzclubs van Greenwich Village. Oorspronkelijk speelde hij tenorsaxofoon, maar na korte tijd werd de baritonsax zijn hoofdinstrument.

Gil Mellé Quartet - 'Gil’s Guests'Midden jaren vijftig kwamen op zowel Blue Note als Prestige enkele platen van hem uit, onder andere 'Patterns In Jazz' (Blue Note) en 'Primitive Modern'
(Prestige). Op cd is inmiddels de voormalige Prestige-lp 'Gils’s Guests' uitgekomen. De opnamen dateren van augustus 1956. Het kwartet Gil Mellé, met gitarist Joe Cinderella, bassist Vinnie Burke en drummer Ed Thigpen, werd ten behoeve van die opnamen uitgebreid tot een drietal septetten met onder meer Art Farmer, Kenny Dorham, Hal McKusick en Zoot Sims. Op deze cd, geïnspireerd op Duke Ellingtons orkestraties en de klassieke muziek, klinken Gils composities - zeker voor die tijd - erg ingenieus en verfrissend. Er wordt op hoog niveau geïmproviseerd.

In tegenstelling tot het softe baritongeluid dat door zijn meeste generatiegenoten werd voortgebracht, bediende Mellé zich van een masculien, donker en gearticuleerd geluid. Het is daarom jammer dat zo'n uniek muzikant niet echt is doorgebroken. Hij heeft zich dan ook, na zijn vertrek naar Los Angeles, in het bijzonder bezig gehouden met het schrijven van muziek voor film en tv. Hij schreef muziek voor zo'n 125 films. Ook legde hij zich toe op de elektronische muziek en trad hij op met The Electronauts, de eerste all electronic jazzband, tijdens het Monterey Jazz Festival in 1967. Hij schreef symfonieën die werden uitgevoerd door symfonieorkesten uit Toronto, Londen en Nieuw Zeeland.

Al die tijd verwaarloosde hij zijn beeldende-kunstactiviteiten niet. Hij ontwierp platen-hoezen voor Miles Davis, Sonny Rollins, Thelonious Monk en voor zichzelf. Vanaf midden negentiger jaren was hij uitsluitend werkzaam als beeldend kunstenaar en specialiseerde hij zich in de computer-art. Op 28 oktober 2004 overleed hij in Malibu, Californië.