Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Fra Fra Sound
Vincent Henar: ambassadeur met dubbele functie

Bassist Vincent Henar leidt al veertien jaar het enige multiculturele jazzorkest van Nederland. Oorspronkelijk speelde zijn Fra Fra Big Band Surinaamse kaseko-swing. Inmiddels zijn ook Afrikaanse en Caribische invloeden in de blender gegaan.

Door Eddy Determeyer, 4 april 2004

Het ligt eigenlijk voor de hand: Surinaamse kaseko-muziek in big band-bezetting. Werden immers niet alle dominante latin-stijlen van de vorige eeuw, tango, samba, mambo, salsa, vooral door grote orkesten gespeeld? En waren het niet de kapel van de TRIS (Troepenmacht in Suriname) en de daaruit voortgekomen Swingmasters, die de kaseko-ritmen, gebaseerd op de calypso uit Trinidad, in een jazzy jasje staken?
Dus toen bassist Vincent Henar in 1990 in Amsterdam zijn Fra Fra Big Band begon, zette hij in feite een traditie voort die twintig jaar eerder in Suriname was afgebroken door de politieke ontwikkelingen daar. Henar, in 1958 in Paramaribo geboren, woont alweer 34 jaar in Amsterdam. Het is opmerkelijk dat oude tradities en gebruiken vaak juist in de diaspora de kop weer opsteken. Een voorbeeld is het winti-ritueel. Een natuurreligie die in Suriname een kwijnend bestaan leidde - in de koloniale tijd was winti verboden. Maar sinds de Bijlmer de grootste Surinaamse populatie buiten Paramaribo herbergt waren de wintigeesten daar opgelucht rond.
Het besef, dat hij zo niet in een grote, dan toch grootse traditie werkt was voor Henar zeker een stimulans. Doch voor hem gaf de doorslag, dat hij destijds in Londen twee voorbeelden zag van ensembles waarin niet-westerse ritmen en melodieën de orkestrale jazz-canon hadden geënterd. In de Jazz Warriors werkten jonge goedgeschoolde en deels ook briljante muzikanten van vooral West-Indische komaf, die om den brode ook reggae- en soulmuziek speelden. De Brotherhood of Breath van pianist Chris McGregor produceerde kwela-jazz, gebaseerd op Zuid-Afrikaanse dansmuziek. De historie van die stijl gaat terug tot de jaren dertig en veertig, toen big band-jazz ook in Johannesburg de toon aangaf.

Al die culturen
Vincent Henar ging niet op zijn lauweren rusten nadat hij het orkestrale vuurtje nieuw leven had ingeblazen. Op zijn buitenlandse tournees kwam hij intensief in aanraking met de ritmen van Afrika en het Caribisch gebied en elke ontmoeting werd vertaald in nieuwe composities en projecten. Maar in feite hoeft de band daar niet eens voor op reis: "In Amsterdam kom ik mensen tegen uit al die culturen," zegt de orkestleider. We zitten in het hoofdstedelijke etablissement De Engelbewaarder. Het is hier net Nieuwspoort: achterin het café wordt slagwerker Han Bennink geïnterviewd, terwijl zich twee tafeltjes verderop een geanimeerd vraaggesprek over De Bijbel En De Natuur ontrolt.
De invloeden uit al die culturen worden op een onnadrukkelijke, organische manier verwerkt, vertelt Vincent. "Een heleboel dingen doen we ook níét. Ik bedoel, ik ben ook realistisch. Er zijn dingen die ik niet zou aanpakken, omdat ik niet het idee heb dat we daarin zouden kunnen excelleren. Of dat we iets toevoegen aan wat er al is. Bijvoorbeeld: ik hoef niks met Cubaanse muziek. Heel eenvoudig, daar valt totaal geen eer aan te behalen. De negen miljoen Cubanen zullen altijd de besten blijven, honderd lichtjaar vóór de rest. Met Fra Fra Sound (de kleine bezetting, E.D.) heb ik een week op het Plaza Jazz Festival in Havanna gestaan. Ik logeerde in het hotel waar alle muzikanten zaten en waar een groot deel van de concerten plaatsvond. En wat ik toen heb gezien… ik ben blij dat ik dàt… dat is net zoiets als wanneer je met Kenianen wilt gaan hardlopen."
"Met andere dingen heb ik wèl het gevoel: hee, daar kunnen we iets mee, dat voegt iets toe aan wat wij zelf willen ontwikkelen. Soms kunnen we leren van bepaalde processen en bepaalde muzieksoorten. Bijvoorbeeld met de Malinezen. Kregen we echt het gevoel van: wat wij pril ontwikkelden, dat we daar de eersten in waren. Dat vinden de critici in Mali en de kenners, maar ook de muzikanten met wie we het gedaan hebben. Van: hee, wow, dit is met respect en kennis van die traditie, maar toch een heel nieuwe benadering."

Witte Amsterdammers
Volgend jaar is het 25 jaar geleden dat Fra Fra Sound werd opgericht. Na de festiviteiten wil Vincent Henar het stokje doorgeven aan de jongere generatie. "Met Fra Fra doen we heel veel op het gebied van workshops. Daar hebben we de afgelopen tien jaar echt een soort praktijk in ontwikkeld. Maar helaas is dat iets wat we meer buiten Nederland doen dan hier." Zou samenwerking met Peter Guidi niet voor de hand liggen, de leider van de big band van de Amsterdamse Muziekschool?
"Ik vind het zeer interessant dat je Peter Guidi noemt. Kijk, die big band van Peter, daar ben ik een paar keer naar wezen kijken, Jazzmania. Nou, ik vind dat een geweldig orkest en Peter Guidi verdient alle lof, hoe die dat doet. Het enige wat ik een gemis vind aan dat orkest - en dat is niet de schuld van Guidi en niet van die jongens, dat moet ik echt nuanceren - dat is, dat dat orkest toch helemaal uit witte Amsterdammers bestaat. Dus daaruit trek ik de conclusie dat Amsterdam een van de weinige grote steden in Europa is waar een populatie uit de voormalige koloniën woont, waar het niet gebeurt. Want het gebeurt massaal in Londen, het gebeurt in Birmingham, het gebeurt in Liverpool."
Henar heeft overigens een hard hoofd in de mogelijkheden die de muziekscholen bieden. Zijn ervaringen met dat instituut, als muzikant en als lid van de Adviescommissie Popmuziek van het Amsterdams Fonds voor de Kunsten, hebben zijn hoop getemperd. Binnen de muziekschool wordt weliswaar volop gediscussieerd, maar dan toch vooral over de arbeidsvoorwaarden en slechts zelden over de inhoud van het werk.
"Ik keek laatst naar AT5, het Amsterdamse tv-kanaal. Daar laten ze in zwart-wit historische beelden zien van de stad in de jaren zestig, de jaren vijftig, begin jaren zeventig. En ik zag een kort ding van drie, vier minuten, een speeltuinvereniging waar zo'n harmonie-orkest zat, ergens in de Jordaan. Nou, dat is allemaal wegbezuinigd. De multiculturele samenleving heeft dat oerhollandse fenomeen van een fanfare-orkest in een speeltuinvereniging weer nodig. Je zou kunnen zeggen dat er op zanggebied een redelijk aantal gemengde koren is. Er zijn veel zwarte koren, die op puur traditionele basis Antilliaans of Kaapverdiaans zingen. Er zijn mensen van die koren die doorstromen naar witte koren. Dus daar zit beweging in, wat wel wat sneller en wat meer zou kunnen, maar er gebeurt in elk geval iets. Maar ja, het enige harmonie-orkest van Surinamers, dat zijn bejaarde mannen, dat is saxofonist Carlo Jones en zijn kompanen. Ik zie het als een manier om de jongeren buiten de muziekschool mogelijkheden te bieden. Het is laagdrempelig, de kosten zijn beheersbaar. En ja, natuurlijk, als jazzliefhebber weet ik ergens ver in mijn achterhoofd dat dat het opstapje is naar een andere praktijk. Toch een hoger niveau. Dat het een soort pool wordt."

Suriname totaal geïsoleerd
Wat ook meespeelt, geeft de orkestleider toe, is het gebrek aan historisch besef bij veel Surinamers. In de Surinaamse gemeenschap heeft jazzmuziek totaal geen status. Dat is moeilijke muziek waar blanke brildragers aan plegen te prutsen. Dat Louis Armstrong en Duke Ellington en Coleman Hawkins zwarte kunstenaars waren, zwarte giganten, die een schitterend en over de hele wereld bewonderd universum hebben geschapen, geen Surinamer die zich erom bekreunt. Ook wat de toekomst van Suriname zelf betreft is Henar somber gestemd. "Ik heb, vergeleken met de gemiddelde Surinamer, afwijkende ideeën over het hele fenomeen Suriname. Er is te weinig wisselwerking met de omringende landen, wat mij betreft. De oriëntatie is alleen op Nederland. Dat heeft te maken met de geschiedenis, met de taal, met de economische situatie. Als je kijkt naar het aantal mogelijkheden om van Suriname te reizen naar het Caribisch gebied en naar Zuid-Amerika, dan zou je zeggen dat Suriname totaal geïsoleerd is van zijn eigen omgeving. Van Paramaribo, waar kun je nou naartoe? Over de weg - de weg eindigt bij twee rivieren. Er zijn geen bootverbindingen en vliegverbindingen zijn er alleen met Nederland en de Nederlandse Antillen. Ik bedoel, er is geen verbinding tussen Caracas en Paramaribo."

Vergroeid met de cultuur hier
Hij beseft dat hij maar een bescheiden stem heeft omdat hij al zo lang in Nederland woont en vergroeid is met de cultuur hier. Wanneer hij in Suriname was gebleven had hij zeker niet de kansen gehad die hem nu wèl zijn geboden. "Maar het standpunt dat ik nu heb over Suriname is ook geëvolueerd. Tien jaar geleden had ik een heel andere mening. Toen zat ik nog vast in: o.k., daar is m'n toekomst, als ik oud ben ga ik daar in een bejaardentehuis zitten. Dat heeft zich door veel te reizen naar Suriname verder ontwikkeld." Toch moet hij toegeven, dat hij een soort muzikaal en cultureel verantwoordelijkheidsgevoel heeft jegens zijn geboorteland. "Dat is niet zozeer gebonden aan de grenzen van het land. Cultuur is zeer fluïde, je bent niet gebonden aan het tempo en de goodwill van overheden, dat kunnen mensen zelf. Dus op cultureel gebied zie ik wel een rol voor mezelf weggelegd, ja. Gekscherend gezegd: ik ben een ambassadeur met een soort dubbele functie. Want als ik ergens namens Nederland kom en mensen een beetje doorvragen, dan horen ze ook mijn Surinameverhaal. En als ik elders juist binnenkom vanwege het feit dat we Surinamers zijn en ze vragen door, dan komen ze erachter dat ik hier in Nederland woon."

Discografie
Fra Fra Big Band, 'Maspoti Makandra' (Pranisi bmcd 02, Munich)
Fra Fra Sound, 'Kultiplex' (Pramisi bmcd 402)

Meer informatie vind je op de website van Fra Fra Sound.