Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Dutch Jazz Meeting 2005
Fine fleur van de Nederlandse jazz in actie

door Jacques Los, maart 2005

Voor de vijfde maal in successie vond op 17, 18 en 19 maart de Dutch Jazz Meeting plaats in Amsterdam. Elke avond speelden zes groepen in de fantastische concertzaal van het nieuwe Bimhuis. De zaal doet erg denken aan de vorige, maar is ruimer opgezet en heeft een imposante glazen achterwand met een panoramisch zicht op Amsterdam en voorbijgaande treinen die de groove erin houden.

Voor een internationaal publiek van concertorganisatoren, persmensen, impresario's en belangstellenden presenteerde de fine fleur van de Nederlandse jazz zich in 30 minuten durende sets. Nico Nijholt - trombonist, ex-lid van het Breuker Kollektief en master of ceremonies - kondigde de groepen soms zingend, maar meestal met jabbertalk aan. Voor mij was het meer 'labberdekak' en had hij thuis mogen blijven.

Paul van Kemenade (foto: Cees van de Ven)Al de groepen speelden op een minimaal zeer redelijk niveau in de diverse genres. Op de eerste avond excelleerden in het bijzonder het Paul van Kemenade Quintet, Joost Buis' Astronotes en Guus Jansen met zijn groep Sound Lee. Van Kemenade bracht een uitgekiende groovy set met uitgebrei-de soli voor alle bandleden. Het kwintet bestaat uit louter topmuzikanten, is een goed ingespeelde formatie en produ-ceert een avontuurlijke, vrije en toch zeer structurele jazz.

De groep van Joost Buis heeft een moderner concept. Al-hoewel ook Ellington – naast Sun Ra - hier als inspiratiebron dient, gaat het in deze 10-mans formatie vooral om klank-kleur en zowel collectieve als individuele improvisatie. Er wordt op hoog niveau gemusiceerd, ook in de ensemblepassages. Dat is geen wonder met improvisatiemeesters als Tobias Delius op tenorsax en een ronkende Frans Vermeerssen op baritonsax. De beide percussionisten Alan Purves en Michael Vatcher accentueerden op voortreffelijke muzikale wijze de warme klankkleur van het orkest.

De zeer ingewikkelde muziek van Lennie Tristano muziek werd door invaller (één dag van te voren opgetrommeld) Jasper Blom in de groep Sound Lee zeer redelijk vertolkt. Om echter tot een betere prestatie te komen is het noodzakelijk om ruimschoots de tijd te nemen je deze muziek eigen te maken. Wat Blom presteerde was op zich al bewonderens-waard. Pianist Guus Janssen voelde zich goed thuis in de complexe Tristano-thematiek en soleerde virtuoos, swingend en eigentijds.

Ernst Reijseger (foto: Cees van de Ven)De meeste jazz op de tweede avond was te horen bij het Yuri Honing Trio, halverwege de set aangevuld met gitarist Frank Moebus, en Eric Vloeimans' trio Fugimundi. Vooral Vloeimans & co hadden er zichtbaar veel zin in.
In de goed opgebouwde set, met prachtig ingetogen en subtiel samenspel en navenante soli, explodeerde uitein-delijk gitarist Anton Goudsmit met supersmerige bluesy licks en werd de set met een heftige climax beëindigd. Dit trio verdient optredens op jazzpodia all over the world.

De Rumbata Big Band en de groep Boi Akih vallen onder de categorie world music. Om een groter publiek te trekken is de wereldmuziek een soort van dependance geworden van de jazzmuziek. De North Sea Jazz-programmering (veel soul, funk en wereldmuziek) heeft dit gelegitimeerd voor het merendeel van de gesubsidieerde jazzpodia, destijds ook nog eens stevig ondersteund door de toenmalige staatssecretaris van Cultuur, Rick van der Ploeg. In ieder geval geeft het jazzmusici de mogelijkheid meer te spelen. Miguel Martinez, Efraïm Trujillo, Rutger van Otterlo in Rumbata en Ernst Reyseger in Boi Akih.

Het is altijd weer een genot het strijkkwartet Zapp gade te slaan en te horen. De vier strijkers musiceren enthousiast en met groot plezier. Ze zijn zeer goed op elkaar inge-speeld en swingen stuk voor stuk. Het was ook geen geringe prestatie het in eerste instantie rumoerige publiek muisstil te krijgen. De solistische bijdragen van de vier strijkers waren jazzy en virtuoos. Kortom, de zaal werd platgespeeld.