Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

Altsaxofoontitanen in het Bimhuis

Bud Shank Quartet, vrijdag 9 september, Bimhuis, Amsterdam.
Phil Woods/George Robert Quintet, maandag 12 september, Bimhuis, A'dam.

door Jacques Los, september 2005

In den beginne waren er Lester Young (geb. 1909) en Charlie Parker (geb. 1920). Tenor-saxofonist Young, die het toenmalige saxofoonspel een relaxte, melodieuze wending gaf, gepaard gaand met een softe toon, kreeg al spoedig jonge navolgers die vooral te vinden waren in de zogeheten West Coast-jazz oftewel cool jazz. Niet alleen tenoristen als Bill Perkins, Al Cohn, Zoot Sims, Richie Kamuca, Bob Cooper, Dave Pell, maar ook altisten als Gene Quill, Lee Konitz, Art Pepper, Lennie Niehaus, Charlie Mariano en Bud Shank. Laatst-genoemde concerteerde op 9 september jl. in het Bimhuis.

Gedurende de eind vijftiger en zestiger jaren maakte Bud Shank talloze plaatopnamen voor het bekende West Coast-label World Pacific. In de jaren '70 maakte hij vooral furure met de formatie L.A. Four, met onder meer gitarist Laurindo Almeida en bassist Ray Brown. De laatste decennia is zijn toon en speelwijze meer gericht op het bebop-idioom.

Phil Woods (foto: Cees van de Ven)Een andere zeer invloedrijke saxofonist was zoals gezegd Charlie Parker. Hij behoort tot de grondleggers van de bebop. De bebop veroorzaakte een revolutionaire om-wenteling in de jazz. Zowel ritmisch als harmonisch werd de tot dan toe populaire swingmuziek complexer, gedif-ferentieerder en uitgebreider. Belangrijke volgelingen van Parker waren Charlie Ventura ('Bop For The People'), Sonny Stitt, Sonny Criss, Wardell Gray, James Moody, Dexter Gordon en Phil Woods. Laatstgenoemde saxofonist verscheen op 12 september jl. in het Bimhuis.

Woods, die in 1968 naar Frankrijk vertrok, leidde in Europa een zeer succesvol kwintet, The European Rhythm Machine, met pianist Gordon Beck, bassist Henri Texier en drummer Daniel Humair. Het is zijn meest geavanceerde groep. De muziek nadert de grens van de freejazz. Terug in de Verenigde Staten leidt hij zijn eigen kwartetten en kwintetten met onder meer trompettist Tom Harrell, pianisten Jim McNeely, Hal Galpar en Mike Melillo, bassist Steve Gilmore en drummer Bill Goodwin. Zowel Shank als Woods zijn inmiddels op leeftijd, respectievelijk 78 en 73. En wat ze in ieder geval gemeenschappelijk hadden tijdens de concerten in het Bimhuis, was dat ze beiden speelden gezeten op een hoge barkruk.

'All The Things You Are', 'Softly As In The Morning Sunrise', 'Caravan' en nog zo wat afgelikte en doodgespeelde evergreens vormden het palet waarmee de oude garde Mengelberg (70 jaar, jawel) en Shank op zeer flamboyante wijze de muzikale grenzen aftastten en daarmee de kleuren neerzetten vanaf de bebop tot en met de freejazz. Reeds pianist Misha Mengelbergs verrassend avontuurlijk ingezette intro's zetten de toon voor volkomen onorthodoxe interpretaties van het standaardrepertoire. Het getuigt ook van Bud Shanks hoge muzikale flexibiliteit dat hij zich door de oude avant-garde rot Mengelberg, die veelal deregulerend te werk ging, niet van de wijs liet brengen en op gepaste momenten het initiatief weer tot zich trok en zeer geïnspireerd soleerde. Ondanks de harmonische vrijheden waren zijn solo's geënd op de hardbop.

Bruce Barth (foto: Cees van de Ven)De beide heren hadden er zichtbaar zin in en communiceerden genoeglijk over het te spelen repertoire en het werd nog vrolijker toen Mengelberg tijdens enkele solo's de pianokruk verliet en al scattend over het podium paradeerde. Drummer Alan Jones, die een stevig partijtje drumde, durfde in 'Caravan' een geslaagd scatduo met Mengelberg aan. Evenals Jones begeleidde bassist Ernst Glerum enthousiast; hij speelde goed in op de grillige wendingen die zowel Mengelberg als Shank inbrachten.

Het concert van het Phil Woods/George Robert Quintet was wat minder geslaagd. Het ontbrak vooral Woods' medemuzikanten aan inzet en inspiratie. De ritmesectie, bassist Byron Landham en drummer Montez Coleman, speelde uitermate mat en pianist Bruce Barth kwam, ondanks een zeer redelijke techniek, niet verder dan zeer obligate bebop-riedels. Het zou misschien leuk zijn geweest als altist George Robert een goede sparring-partner zou zijn geweest voor Phil Woods. Maar helaas, hij blies zijn liedje, improviseerde keurig en technisch bekwaam, maar het heilige vuur ontbrak, de vonken sprongen er niet van af. Wat het repertoire betreft werd er hoofdzakelijk geput uit het Real Book.

Ook Woods, de man die talloze zeer goede platen op zijn naam heeft, viel enigszins tegen. Hij had overigens ook ademhalingsproblemen. Zijn solo's waren aan de korte kant. Zijn toon daarentegen stond als een huis; een groot en warm geluid. Het was aan zijn solo's ook duidelijk te horen dat hier een man van muzikaal kaliber aan het spelen was. Jammer dat het allemaal van een plichtmatig niveau was. Een enkel hoogtepunt dient nog vermeld te worden, namelijk de subliem en zeer gevoelig door Woods geblazen ballad 'Summer Serenade', een compositie van collega-altist Benny Carter. Het concert werd toepasselijk met de toegift 'Way Down Yonder In New Orleans' afgesloten.

  • Klik hier voor foto's van het concert van het Phil Woods/George Robert Quintet.