Draai om je oren
Jazz en meer - Artikel



home  
    
    
 

25 Jaar Blues Estafette:
Weinig waterlanders

Met haar 25 jaren is de Utrechtse Blues Estafette een van de oudste bluesfestivals ter wereld. Al een kwart eeuw haalt Muziekcentrum Vredenburg de meest fantastische en doorgaans ook meest obscure artiesten naar Europa. Zaterdag 13 november treden onder anderen op de legendarische Texaanse rhythm and bluessaxofonist Joe Houston, pianist en zanger Eddie Bo, die als een van de grondleggers van de New Orleans funk beschouwd mag worden en Tommy Brown, de originele janker uit Atlanta.

door Eddy Determeyer, 10 november 2004

25 Jaar Blues Estafette. Daar moet een mens, zou je denken, knap melancholiek van worden. Want bluesmuziek is immers: man wordt wakker en de geliefde is hem gesmeerd. Of: Sjef, hik, doe mij nog maar ééntje, om het af te leren. Echte bluesliefhebbers weten wel beter. Driekwart van alle bluesnummers is puur hedonistisch van aard. Kreunen in het kussen, tranen in de tequila, da's meer iets voor de kreupele dichters van de Nederlandstaligenplaag. Bluesmannen en -vrouwen zingen en springen en gaan nog niet naar huis.

Tranen
In die 25 jaar heb ik zegge en schrijve één bluesartiest in Muziekcentrum Vredenburg in tranen zien uitbarsten. Maar dat was dan ook het handelsmerk van Tommy Brown. Lang voordat James Brown en Jackie Wilson, overmand door smart, op het podium in elkaar klapten, verdiende Tommy Brown daar een goedbelegde boterham mee. Tommy - Weepin' and Cryin' - Brown, zo werd hij geafficheerd. Op de Estafette van 2001 deed de zanger zijn naam eer aan. Nadat de kleine kale man, zeventig op dat moment, met kicks tot schouderhoogte had laten zien dat hij zijn carrière in de showbusiness 63 jaar eerder als danser was begonnen, werden we vergast op een ander vignet uit 's mans loopbaan. Little Tommy Brown heeft namelijk ook jarenlang als stand up comedian gewerkt. Hij deed dat uit de doeken met een act over een eenbenige golfspeler. Vervolgens kwam het echte werk. In het nummer 'Weepin' And Cryin', zijn hit uit 1951, wierp hij zich met veel misbaar ter aarde, timmerde in uiterste wanhoop met beide vuisten op het plankier, moest worden bijgebracht met behulp van een zakdoekje van een meelevende jongedame uit het publiek, sprong weer op, maar bleef radeloos heen en weer benen op het podium van de Grote Zaal. Fan-tas-tisch! Allemaal nep, vanzelfsprekend.

Verloofd
Maar het mooie was, dat het allemaal ooit ècht was geweest. "Ik ging toentertijd met een meisje, dat later overigens de vrouw van zanger Chuck Willis werd," vertrouwde de veteraan me toe. "Dot heette ze. We waren verloofd. Ik had een ring gekocht en had die om haar vinger geschoven. Op zekere avond stond ik op het podium van de Royal Peacock in Atlanta Blues At Midnight te zingen. Op dat moment kwam zij binnen – met een andere gast! Toen ik weer bij mijn positieven kwam lag ik op de vloer al zingend te janken. Jack the Bellboy, de disc jockey, Mat Lucas heette die eigenlijk, kwam na afloop naar me toe en zei, Tommy, dat moet je in je act houden! Wist hij veel dat het geen act was." 'Blues At Midnight', oorspronkelijk een nummer van Ivory Joe Hunter, bleef op het repertoire staan. Tommy improviseerde er een nieuwe tekst op en zo werd 'Weepin' And Cryin' geboren. Met name in het Apollo Theater in Harlem oogstte Brown er veel succes mee. Helemaal toen hij zich al wenend van het toneel liet vallen en vervolgens, om de show definitief te stelen, ook nog van het balkon stortte. Ja, mooie tijden.

Boven het maaiveld
Het is met andere woorden terecht dat Tommy Brown, de leermeester van James Brown en Johnny Ray, een ereplekje heeft gekregen op de jubileum-Estafette. Dat is altijd een sterk punt geweest van programmeur Jaap Hindriks: artiesten naar Utrecht halen die op de een of andere manier boven het maaiveld uitsteken – of dat ooit hebben gedaan. Niet kiezen voor de gemakkelijke weg van de Grote Namen, bij voorkeur niet zelfs. Liever persoonlijkheden met een mooi klein eigen oeuvre. James Carr herinner ik me, Earl King, Little Milton. Een show uit St. Louis met drie big mammas die stuk voor stuk minstens zo goed waren als Tina Turner. Ach, zoveel.

Niet uitbetaald
H-Bomb Ferguson was ook zo'n vogel. Een blues shouter van een kilo of 45 met een 300-ponds strot. Onder zijn extravagante roze pruik ("ik heb er een kast vol van, wel 100") school een emotionele man. Tijdens het interview dat ik met H-Bomb had vielen er vijf tranen op mijn notities. Een kleine op het woord 'segregatie', de grootste op 'vader'. Hij vertelde dat hij ooit een heel weekend, vrijdag, zaterdag en zondag, in een club had gewerkt en vervolgens niet kreeg uitbetaald, zogenaamd omdat er niet genoeg omzet was gedraaid. Vijf dollar per avond, dat was afgesproken. Een blanke club, ergens in het zuiden van de States. Verontwaardigd haalde de zanger er de politie bij. "Nou heel snel opgesodemieterd," was alles wat die agent zei. Bij een andere dansavond kreeg hij tijdens de pauze honger en liep hij naar een restaurant, voor wat hot dogs en hamburgers. Hij deed zijn bestelling bij het loket. "O.k., zei het dienstertje, wat moet je erop? Ik zei, een beetje mosterd, graag. Het was 75 cent voor de drie samen. Veel geld. Ik dacht dat we tien of twaalf dollar verdienden met die show. Ik betaalde en zei, hee, je laat m'n broodje vallen! Raap zelf maar op, nikker, antwoordde ze, that's the only way you gon' git it. Dat zijn van die dingen die je dan meemaakte," vertelde Ferguson en toen ging zijn stem piepen en viel de eerste traan.

Boss Ironhead
Met zijn vader had hij, elfde in een gezin met twaalf kinderen, slechts een gebrekkig contact. Pa leed aan iets wat veel weg had van een gespleten persoonlijkheid. Zondags in de kerk, waar hij preekte, speelde hij de voorbeeldige echtgenoot en vader, thuis was hij 'Boss Ironhand'. Wanneer junior vóór zijn beurt van de aardappelpuree snoepte, belandde zijn eten in de vuilnisbak. Wie het niet eens was met het regime kon zijn biezen pakken. "Een van mijn zusjes ging op haar dertiende het huis uit. Wèg. Weg uit Charleston, uiteindelijk belandde ze in Philadelphia. Toen ik weer eens een pak slaag had gehad ging ik er ook vandoor. In de loop der jaren is iedereen vertrokken." Veel later zocht hij zijn vader weer op. Die begreep maar niet hoe het kwam dat iedereen zo vroeg het huis uit was gegaan. Echt helemaal uitgepraat hebben ze het nooit…"

Puur
Goedbeschouwd zijn het altijd een andere soort tranen geweest op de Blues Estafette. Het zal wel aan mij liggen, maar soms hoor ik iets wat zó bijzonder is, zó puur, wat zó ver weg komt, dan schiet ik gewoon vol. Neem zo'n vocal group als The Calvanes, die drie jaar geleden in Vredenburg stond. Had ik ook nog nooit van gehoord. Kort furore gemaakt in de jaren vijftig, de gouden tijden van de close harmony, later allemaal banen buiten de muziek gevonden en in 1990, op uitnodiging van de Doo Wop Society, weer bij elkaar gekomen. Voor degenen die zich afvroegen of er indertijd werkelijk zo goddelijk werd gezongen hadden The Calvanes het antwoord klaar. Sjongejongejonge. Voor de modale Nederlandse bluesliefhebber is die doo wop misschien wat ver van z'n bed, mij mogen ze er elk uur van de nacht voor uitrammen.

Toegift
Een schrale oogst aan tranen, in die 25 jaar. Wèl erg veel gelachen. Onvergetelijk was de show van gitarist/zanger Walter 'Wolfman' Washington, tijdens de editie van '99. Ik was destijds m.c. in de Kleine Zaal en een van mijn taken was de bewaking van het tijdsschema. Vroeger, in de begindagen van de Estafette, wilde het festival nog wel eens aanzienlijk uitlopen en was het al licht wanneer je Vredenburg kwam uitlopen. Maar met al die heerlijke Arbowetten en zo van tegenwoordig kan dat allemaal niet meer, dus ik hield mijn klokje in de gaten. Vier minuten vóór het eind geef ik een seintje aan bassist George Porter, de leider van de inmiddels behoorlijk stomende band. Ze stoppen keurig op tijd, ik kondig af met de nodige superlatieven, die overigens volstrekt terecht waren en, vooruit, nog één toegift. Het publiek kookt, de band kolkt, het ritueel herhaalt zich een keer of zeven, acht. Veertig minuten na het geplande einde slaag ik er pas in, een druipende, grijnzende Wolfman van het podium te sleuren.

Als je het over hoogtepunten van 25 jaar Blues Estafette hebt: dat was er een. Alle informatie over de 25e editie van de Blues Estafette vind je hier.